„Stervenswens is vaak schreeuw om aandacht”
Onder de bewoners van het verpleeghuis waar hij werkte, kwam ds. H. J. Stoutjesdijk de vraag naar de zin van het leven nooit tegen. Een enkele keer wel onder hun familieleden. „Dan wees ik er altijd op dat elk leven door God is gewild en dat de mens het niet in eigen hand heeft.”
Elf jaar was de Dordtse predikant pastoraal werker in het reformatorische verpleeghuis Salem in Ridderkerk. „Na het overlijden van een bewoner kreeg ik vaak de vraag of ik een begrafenis wilde leiden. Dan sprak ik met de familie. Als ik vertelde over mijn ervaringen, over de gesprekken die ik met hun familielid had gehad, waren de mensen soms verwonderd over wat hun vader of moeder nog had gezegd, juist ook over geestelijke zaken.
Tegen een vreemde spreek je vaak gemakkelijker over je innerlijk dan tegen je eigen familie. Als predikant stel je er ook gerichtere vragen over. In gesprekken met dementerenden heb je wel veel geduld nodig. Als familieleden een bezoek als een noodzakelijk iets zien, zijn ze niet altijd even geduldig.”
Eenzaamheid kwam de hervormde emeritus predikant onder de verpleeghuisbewoners nauwelijks tegen. „Ze hebben vaak weinig besef van tijd en weten ook niet hoe lang het geleden is dat er iemand op bezoek is geweest.”
Zelfbeschikking
Ds. Stoutjesdijk noemt de kabinetsplannen rond hulp bij zelfdoding van ouderen die hun leven voltooid achten, „beneden peil.” De voornemens getuigen zeker niet van zorg voor ouderen, zegt de predikant. „Men past zich aan aan bepaalde gedachten die onder sommige ouderen leven. Het zelfbeschikkingsrecht wordt veel mensen met de paplepel ingegoten. Dat is het klimaat in Nederland. Het is liberalistisch: iedereen moet zelf maar weten wat hij doet en of hij nog verder wil leven.
Als je mensen een alternatief biedt, blijft er van een stervenswens echter vaak niet veel over. Het is meer een schreeuw om aandacht. De overheid zou dus in die aandacht moeten investeren. Met goede begeleiding valt veel eenzaamheid te voorkomen.”
De „schreeuw om aandacht” kwam ds. Stoutjesdijk tijdens zijn werk onder ouderen wel tegen. „De wens om te sterven hoorde ik niet. Het is een natuurlijke zaak dat een mens zo lang mogelijk aan het leven vasthoudt.”
De pastor heeft de levenswensverklaring van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) ingevuld. „Dat zou ik iedereen willen aanraden. De ene kant is dat wanneer een stervensproces zich onherroepelijk heeft ingezet, de medici op tijd terugtreden en zich beperken tot het zo goed mogelijk verzorgen van een patiënt: ”care” (verzorgen) komt dan in de plaats van ”cure” (genezen). Maar de andere kant is dat zo lang er nog medische mogelijkheden zijn, er alles aan wordt gedaan om het leven te redden. Uit eerbied voor het leven.”
Geen mens bepaalt
Ds. Stoutjesdijk schreef eerder in deze krant een serie columns over zijn werk. Daarin gaf hij aan: „Nooit is het geoorloofd om menselijk leven –hoe ontluisterd ook– te beëindigen. Soms blijft er niets anders over dan met de bewoners mee te gaan tot het einde. Ze krijgen verzorging en verpleging. Het medisch personeel verlicht hun pijn, al ontbreekt de hoop op genezing. Zij worden geestelijk ondersteund. Met uiterste inzet voor hun welzijn. Toch komt er een moment dat wij terug moeten treden, opdat zij rustig kunnen sterven.
Wanneer dat moment zich aandient, bepalen niet wij maar de Heere God Zelf, Die aan het begin en aan het einde van het leven staat. Wel kan de verpleeghuisarts op grond van zijn medische kennis aangeven dat het moment van sterven niet ver weg ligt. Een en ander wordt zeer zorgvuldig met de familie en op de afdeling gecommuniceerd. Vanzelfsprekend wordt hierbij ook de geestelijk verzorger betrokken.
Eerbied voor het leven betekent ook dat we respectvol omgaan in de gesprekken met of over onze bewoners. Een eerlijke communicatie is belangrijk met betrekking tot het geestelijk en lichamelijk welzijn van onze bewoners.”