Opinie

Snel stervenswet optuigen is wereld op z’n kop

Zou een gelegenheidscoalitie van PVV, CDA en SP, aangevuld met de kleine christelijke partijen, een nieuwe wet over stervenshulp aan levensmoede ouderen nog kunnen blokkeren? Veranderen de politieke krachtsverhoudingen na de Tweede Kamerverkiezingen zodanig dat een ”nee” van deze partijen straks een onoverkomelijke barrière is?

Hoofdredactioneel commentaar
14 October 2016 10:26Gewijzigd op 16 November 2020 07:32
beeld ANP, Roos Koole
beeld ANP, Roos Koole

Het is een hoopvolle gedachte die naar boven kan komen, nadat het kabinet donderdag in het levenseindedebat eindelijk kleur bekende. En een wissel omzette met een onvervalst libertijns voorstel: Regel de zelfgekozen dood van ouderen die worstelen met een psychosociaal probleem.

Of de hoop op een vroegtijdige stranding ook gegronde hoop is, staat nog te bezien. Als puntje bij paaltje komt, toont de PVV zich rond medisch-ethische kwesties vooral wankelmoedig. Dat VVD, PvdA, D66, GroenLinks en 50PLUS, die het kabinetsstandpunt steunen, na de verkiezingen hun meerderheid behouden, is op grond van de peilingen zeer reëel. Het verloop van de kabinetsformatie na de verkiezingen lijkt cruciaal.

Prangende vragen zijn er voor die tijd nog te over. Zoals: Waarom stelde dit kabinet in 2014 eigenlijk de adviescommissie-Schnabel in? Bepalend voor de vraag of er wel of geen nieuwe wet rond stervenshulp moest komen, was de wens van de burger die klaar is met leven, schrijft het kabinet. Diens individuele autonomie is bij de besluitvorming leidend geweest. Was het instellen van de commissie dan alleen een vertragingstactiek, een overbodige schertsvertoning? Eerst een uitgangspunt bepalen dat uitblinkt door vooringenomenheid en eenzijdigheid, en dan nog advies inwinnen; dat is de wereld op zijn kop.

Om de wet te kunnen invoeren, is het kabinet tot veel bereid. Bijvoorbeeld tot het werven en opleiden van stervenshulpbegeleiders. „De ouderenzorg is niet op orde, veel ouderen zijn eenzaam en dan wordt levensbeëindiging makkelijker?” reageerde aankomend SP-Tweede Kamerlid Marijnissen donderdag verbaasd. Het bleek een open zenuw, maar haar cynisme is beslist te plaatsen. Hoe verhoudt de investering in stervenshulpbegeleiders zich tot de versobering van de langdurige zorg?

En wat te denken van de onheilspellende zin: „De zorgvuldigheidscriteria van de nieuwe wet zullen zodanig moeten zijn dat duidelijk wordt dat deze is gestoeld op andere waarden dan de huidige euthanasiewet”? Wat staat hier precies? Is de vrijwilligheid van het stervensverzoek straks het enige criterium dat ertoe doet? Als de autonomie vooropstaat, zijn het doen van onderzoek naar alternatieve oplossingen en het in beeld brengen van de (verborgen) motieven van het stervensverzoek dan van ondergeschikt belang?

Een gemêleerd gezelschap gaf donderdag blijk van verontrusting over de brief van het kabinet. De redenen van hun bezorgdheid liepen uiteen. Het steeds terugkerende refrein in hun reacties was niettemin duidelijk: Een nieuwe wet willen optuigen, terwijl de klaar-met-levenproblematiek nog met zo veel onduidelijkheid is omgeven, is de wereld op z’n kop.

Die reacties zouden moeten volstaan om het kabinet tot inkeer te brengen. Levensmoede ouderen verdienen meer dan dit kille, huiveringwekkende plan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer