Cultuur & boeken

Erasmus Medisch Centrum kijkt een halve eeuw terug

Vijftig jaar na de opening van het Erasmus Medisch Centrum bevindt zich in het hart van Rotterdam het grootste universitair medisch centrum van Neder­land. De plek waar academische gezondheidszorg van internationale allure wordt bedreven.

A. M. Alblas

7 October 2016 09:39Gewijzigd op 16 November 2020 07:16
Ziekenhuis Dijkzigt, gezien vanaf de Euromast, kort na de ingebruikneming in 1961. In het midden, omgeven door ruime gazons, staat het hoofgebouw met de verpleeg- en behandelafdelingen. Links staat het zusterhuis voor 270 inwonende leerling-verpleegsters.
Ziekenhuis Dijkzigt, gezien vanaf de Euromast, kort na de ingebruikneming in 1961. In het midden, omgeven door ruime gazons, staat het hoofgebouw met de verpleeg- en behandelafdelingen. Links staat het zusterhuis voor 270 inwonende leerling-verpleegsters.

Rotterdam heeft wat met Erasmus. Erasmus noemde zich een kind van Rotterdam. In het stadsbeeld is hij op tal van plaatsen aanwezig. Op het Grotekerkplein, naast de Laurenskerk, staat zijn standbeeld, het oudste van Nederland. Verder zijn onder andere de Erasmusbrug, het Erasmiaans Gymnasium, de Erasmus Universiteit en het Erasmus MC naar hem vernoemd. De Rotterdamse bibliotheek herbergt niet minder dan 5000 boeken over de zestiende-eeuwse humanist en filosoof. Erasmus is een A-merk in Rotterdam.

Dat geldt niet minder voor het Erasmus MC. Menige keer heeft het de primeur van een medische ingreep. Zoals in 1974 met de kunstmatige donorinseminatie. Dat gaat overigens niet zonder slag of stoot. Het dilemma is het invriezen van gewonnen sperma. Met één ejaculaat kunnen immers meerdere inseminaties plaats­vinden. De vraag is of dat wenselijk is. De discussie verstomt. Er komt zelfs een spermabank.

In 1983 wordt in het Erasmus MC de eerste reageerbuisbaby geboren. Aan deze in-vitrofertilisatie (ivf) gaat eveneens een intensieve ethische discussie vooraf. Ivf is een voortplantingstechniek waarbij één of meer eicellen buiten het lichaam worden bevrucht met zaadcellen, waarna de ontstane embryo’s in de baarmoeder worden teruggeplaatst. Tegenstanders stellen dat de mens niet voor God moet willen spelen. Ze leggen het af tegen de voorstanders.

Groot is de opschudding als in 1988 tientallen vrouwen na een reageerbuisbevruchting geïnfecteerd zijn met het hepatitis B-virus. Een regelrechte ramp, zo kenschetst de toenmalige gynaecoloog dr. A. Th. Alberda tegenover de pers. Een ramp ook, mede in verband met de voortrekkersrol op dit gebied die het ziekenhuis in Nederland heeft, aldus Alberda.

Transplantaties

Een van de meest in het oog springende bijzondere functies van het Erasmus MC is die van multi­transplantatiecentrum van hart, lever, nieren en longen.

In 1984 vindt in het thoraxcentrum van het Erasmus MC de eerste harttransplantatie in Nederland plaats. In 1967 was het de Zuid-Afrikaanse chirurg Christiaan Barnard in het Groote Schuur Ziekenhuis in Kaapstad die haar daar voor de eerste keer met succes uitvoerde. In 1976 staan er in Nederland 1400 patiënten op de wachtlijst. Verwacht wordt dat dit aantal groeit naar 4000. Er ontstaat een hartluchtbrug naar dr. Cooley, hartchirurg in Houston (Texas), die vanaf 1968 harttransplantaties verricht. Volgens cardioloog prof. P. G. Hugenholtz van het thoraxcentrum is Cooley „een man met tien gouden vingers.”

Het in 1971 geopende thorax­centrum is het kroonjuweel van het Academisch Ziekenhuis Rotterdam. Met het inbrengen van een stent in vernauwde kransslagaders van het hart krijgt het katheterisatielaboratorium van het thoraxcentrum onder leiding van prof. dr. P. W. Serruys wereldfaam.

Sinds 1971 worden er in het Erasmus MC ook niertransplantaties uitgevoerd. In 1981 voor het eerst met de nier van een levende donor.

In 2004 heeft in het Erasmus MC voor het eerst in Nederland met succes een levertransplantatie van een levende donor plaats. Een volwassen man die al enige tijd op de transplantatiewachtlijst staat, ontvangt de helft van de lever van zijn gezonde zus. Voordat er voor deze operatie groene licht wordt gegeven, voeren de betrokken artsen en de medisch-ethische commissie van het Erasmus MC een langdurige discussie rond de vraag of het gerechtvaardigd is om een donor aan een dergelijk potentieel gevaarlijke operatie bloot te stellen.

Medisch historici

De geschiedenis van dit tot topziekenhuis uitgegroeide universitair medisch centrum is beschreven door prof. M. J. van Lieburg, medisch historicus en verbonden aan de universiteiten van Groningen, Rotterdam en Leiden, met assistentie van zijn collega prof. Timo Bolt, werkzaam bij het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde en het Erasmus MC. Resultaat is het vandaag gepresenteerde boek ”Erasmus MC. 50 jaar academische gezondheidszorg in Rotterdam”.

De geschiedenis die beide auteurs in het boek beschrijven, begint al iets eerder dan een halve eeuw terug. Al in 1961, wanneer het Dijkzigt Ziekenhuis wordt geopend –het komt in de plaats van het in 1940 door het oorlogs­bombardement verwoeste gemeenteziekenhuis aan de Coolsingel– maken artsen zich sterk voor een volwaardige universiteit, inclusief medische faculteit.

De Rotterdamse huisarts en gemeenteraadslid Jan. H. Lamberts krijgt het stadsbestuur daarin mee. Het ministerie in Den Haag ligt echter dwars. In 1965 geeft het ministerie toch groen licht: de Leidse internist prof. dr. Andries Querido zal als bouwdecaan in Rotterdam een medische faculteit op poten zetten, de zevende in Nederland. Leiden staat voor de oudste (1575). Dan is er die in Groningen (1614), in Amsterdam (1632), Utrecht (1636), Amsterdam Vrije Universiteit (1950), Nijmegen (1951) en als zevende volgt Rotterdam in 1966. Maastricht daarna in 1974.

Querido gaat als een turbo aan de slag. Op 26 september 1966 worden de eerste colleges aan de medische faculteit gegeven en op 7 oktober wordt de medische faculteit geopend. „De oudere academische centra waren wat blij met de komst van de nieuweling”, melden de auteurs. „Er was groot gebrek aan opleidingscapaciteit. Het nieuwe Erasmus MC voorzag in die leemte.”

Studieduur

Intussen heeft Querido de medische studie op de schop gegooid. Hij wil een frisse wind laten waaien in de volgens hem vastgeroeste Nederlandse academische geneeskunde en de studieduur verkorten. Was de gemiddelde studieduur 7 jaar (in Leiden 8,5 jaar), Querido wil terug naar 6 jaar. Begin jaren zeventig studeert 80 procent van de studenten af met een gemiddelde studieduur van 6,5 jaar.

Op 8 november 1973 is de bouw van de medische faculteit naast het Dijkzigt Ziekenhuis voltooid en fuseert op hetzelfde moment de medische faculteit met de Nederlandse Economische Hogeschool tot Erasmus Universiteit. Dan is prof. Querido weer terug naar Leiden.

Vanaf 1 mei 1971 vormen het Dijkzigt Ziekenhuis en het Sophia Kinderziekenhuis het Academisch Ziekenhuis Rotterdam. Het krijgt de status van bovenregionaal academisch topziekenhuis voor Zuidwest-Nederland met superspecialistische functies. In 1994 verhuist het kinderziekenhuis naar een plek naast het Academisch Ziekenhuis Rotterdam. Op hetzelfde moment heeft de fusie plaats met de Dr. Daniël den Hoedkliniek, oncologisch centrum in Rotterdam-Zuid.

Het slotstuk van het Erasmus MC is de in 2009 van start gegane nieuwbouw die, als alles volgens plan verloopt, in 2017 in gebruik wordt genomen.

Gemist

Enkele interessante ontwikkelingen vermeldt het boek helaas niet. Zo is halverwege de jaren zeventig door de ambulancedienst van de GGD Rotterdam, samen met prof. Hugenholtz van het thorax­centrum, de hartbewaking in de prehospitale fase van start gegaan. Bij hartproblemen konden ambulanceverpleegkundigen direct ingrijpen en medicamenten toedienen. Wat in Rotterdam begon, kreeg landelijk navolging. In diezelfde periode kwam er op initiatief van prof. dr. J. Mettau van het Sophia Kinderziekenhuis een speciale babyambulance voor het transport van te vroeg geboren baby’s met problemen vanuit Zuidwest-Nederland naar het Sophia. Een soort mobiele intensivecare-unit. De babylance kreeg de naam van Mettauto.

”Erasmus MC. 50 jaar academische gezondheidszorg in Rotterdam” is een vlot geschreven boek. Je wordt als het ware in de geschiedenis van het Erasmus MC meegezogen. Het is geen dorre opsomming van feitjes, maar leest als een roman.


Eerste niersteenvergruizer

Het EMC krijgt in 1985 de eerste niersteenvergruizer van Nederland. Het is een zogenoemde natte vergruizer. Patiënten moeten in bad liggen tijdens de behandeling. Door het toedienen van schokgolven wordt een dermate hoge druk op de niersteen gezet dat deze tot fragmentjes ter grootte van een zandkorrel uiteenvalt. Dat betekent dat de overgrote meerderheid van de niersteenpatiënten niet langer operatief en met een langdurige ziekenhuisopname behandeld hoeft te worden. Bij de duizendste behandeling een jaar later blijkt de maximale capaciteit bereikt. Ook als het nabijgelegen Van Dam-Bethesda Ziekenhuis hand-en-spandiensten verricht door twaalf bedden ter beschikking te stellen waar patiënten worden voorbehandeld. Ondanks dat staan er nog altijd 700 mensen op de wachtlijst.

Het duurt echter nog jaren voordat andere ziekenhuizen de beschikking krijgen over een niersteenvergruizer, wel van een geavanceerder type waarbij patiënten niet meer in bad hoeven. De bekostiging van het apparaat blijkt het grootste obstakel. Ziekenfondsen en verzekeraars weigeren de door het ziekenhuis in rekening gebrachte kosten voor de vergruizer te betalen. Minister Deetman van Onderwijs en Wetenschappen laat weten de niersteenvergruizer een mooi en patiëntvriendelijk apparaat te vinden, maar dat de aanschaf ervan niet ten laste kan komen van de rijksbijdrage aan de academische ziekenhuizen. Die bijdrage is bestemd voor onderwijs en onderzoek, en niet voor de investering in en exploitatie van een apparaat als de niersteenvergruizer.

Deetman schuift daarmee de bal door naar het ministerie van Volksgezondheid. Dat is daar niet van gediend. Uiteindelijk is het allemaal goed gekomen en hebben dankzij de technologische ontwikkelingen van de vergruizer meerdere ziekenhuizen de beschikking over een dergelijk apparaat.


Boekgegevens

”Erasmus MC. 50 jaar academische gezondheidszorg in Rotterdam”, Timo Bolt en Mart van Lieburg; 
uitg. Matrijs, Rotterdam, 2016; ISBN 978 90 5345 515 9; 208 blz.; € 24,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer