Wetenschap & techniek

Van bodemas tot stoeptegel

Jasper de Jong, directeur van afvalverwerker AVR in Rotterdam, pakt van een kast een op het oog grijze stoeptegel. „Gemaakt van restafval. Wat een ander waardeloze troep vindt, is voor ons waardevolle grondstof.”

6 October 2016 11:31Gewijzigd op 16 November 2020 07:14
AVR in Rotterdam krijgt elk jaar honderdduizenden tonnen restafval aangeleverd dat regelrecht de verbrandingsoven ingaat. beeld AVR, Piet de Kersgieter
AVR in Rotterdam krijgt elk jaar honderdduizenden tonnen restafval aangeleverd dat regelrecht de verbrandingsoven ingaat. beeld AVR, Piet de Kersgieter

Een tijd dat afvalverbranding overbodig zal worden, ziet De Jong nog niet zomaar aanbreken. Glas wordt opnieuw glas, papier weer papier, plastic wordt gerecycled plastic, drankkartons leveren wc-papier op en oude verf weer nieuwe verf; er blijft echter een stroom restafval over. „De laatste 20 procent restafval ook inzetten voor hergebruik kost 80 procent van de inspanning. We moeten als afvalverwerkingssector ook realistisch zijn: een economie met gesloten kringlopen is ons ideaal, maar er moet ook geld kunnen worden verdiend.”

AVR krijgt elk jaar honderdduizenden tonnen restafval aangeleverd. „Wat wij hier binnenkrijgen, is onbruikbaar voor hergebruik of recycling. Dat gaat bij ons regelrecht de afvalenergiecentrale in”, vertelt de AVR-directeur. „Plastic, papier, glas, metalen en gft zijn er dan al uit door gescheiden inzameling.”

Overcapaciteit

Jarenlang groeide de markt van het restafval. Keer op keer werden er nieuwe afvalenergiecentrales gebouwd en in gebruik genomen. „Die tijd ligt inmiddels ver achter ons. Afvalverwerkers zamelen steeds meer gescheiden in en door steeds betere nascheiding gaan we ervan uit dat de stroom restafval ieder jaar kleiner wordt”, legt De Jong uit. „Om een indruk te geven: landelijk hebben de afvalenergiecentrales de capaciteit om jaarlijks 7,5 miljoen ton restafval te verwerken. Er blijft momenteel door gescheiden inzameling en nascheiding 6 miljoen ton aan restafval over, zo’n 222 kilogram per huishouden; het landelijk doel is 100 kilogram. Door deze trend vermindert de hoeveelheid restafval, het doel van Nederland is 5 miljoen ton aan restafval.” En daarmee groeit de overcapaciteit van de afvalenergiecentrales in Nederland.

Nederland loopt in de Europese Unie voorop wat betreft de afvalverwerking, zo blijkt uit de cijfers van Eurostat. In de EU leveren burgers en bedrijven 2500 miljoen ton afval aan. Daarvan is 10 procent, 250 miljoen ton, afkomstig van huishoudens. Daarvan wordt 75 miljoen ton –30 procent– gestort als restafval. De Jong: „We storten nu nog maar 2 tot 3 procent van ons –niet-brandbare– restafval. Maar ook voor dat restant zoeken we voortdurend naar waardevolle toepassingen.”

Bij afvalverbranding komen energie en grondstoffen vrij. „Met afvalverbranding besparen we dus op het gebruik van fossiele brandstoffen en nieuwe grondstoffen”, verklaart De Jong. „Bovendien levert elke ton gestort restafval per saldo 400 kilogram CO2 op, verbranding slechts 40 kilogram per ton.”

Momenteel hebben de afvalenergie-installaties te maken met 1,5 miljoen ton aan overcapaciteit, die ze aanbieden aan de EU. „Dat kan oplopen naar 2,5 tot 3,5 miljoen ton wanneer in Nederland de scheidingsmethoden door innovaties steeds efficiënter worden.”

Groot-Brittannië maakt momenteel gebruik van de overcapaciteit van de Nederlandse verbrandingsinstallaties. Het land wil stoppen met storten en levert zijn afval aan Nederlandse verbrandingsinstallaties.

Grondstoffencyclus

„De tijd dat verbrandingsovens alleen maar werden gebruikt om de omvang van het afval te verkleinen en het restant vervolgens te storten, ligt inmiddels ver achter ons”, legt De Jong uit. „Wij zijn bezig met het sluiten van grondstoffen- en brandstoffencycli: we maken nieuwe grondstoffen uit restafval. Ook zetten we restafval in als brandstof waarmee we het gebruik van fossiele brandstoffen voorkomen.”

De Jong zoomt in op de installatie in het Gelderse Duiven. AVR vergloeit daar het afval van de papierindustrie. „Papier kan zeven keer een nieuw leven krijgen. Daarna is de vezel zo kort geworden dat die niet meer sterk genoeg is voor nieuw papier. De gedroogde afgedankte papierpulp komt bij AVR terecht. Het vergloeien resulteert in warmte, die we verkopen aan het warmtenet van Arnhem en Duiven. We krijgen daar subsidie voor van het Rijk. Wat overblijft, is een kalkachtig product dat een toepassing krijgt als bindmiddel in beton.”

Ook uit restafval komt veel energie vrij bij verbranding. „Een vuilniszak levert genoeg warmte voor zeven douchebeurten.” Alle installaties van AVR (Rotterdam en Duiven) leveren samen 8 pètajoule aan stoom- en warmtenetten van Arnhem en Rotterdam. Daarmee verwijst AVR energiebedrijf Nuon naar het tweede plan als grootste warmteproducent van Nederland.

Wanneer afval verbrandt, komt er veel warmte vrij. Daarmee wordt water verhit tot stoom. „Stoom is niet meer dan hoge temperatuur en hoge druk. We kunnen kiezen wat we daarmee doen.” Zo levert AVR de stoom regelrecht aan de industrie in een straal van 4 tot 6 kilometer rond de centrale. „Energetisch is dat de meest efficiënte manier om energie te leveren aan gebruikers. Maar we kunnen niet alle energie als stoom kwijt. Van het restant maken we in een turbine elektriciteit. Daardoor verliest de stoom druk. De warmte die overblijft, leveren we aan warmtenetten.”

Energiedesk

De vraag naar stoom, elektriciteit en warmte fluctueert per dag en per seizoen. Daarom heeft AVR een energiedesk in het leven geroepen. „We beschikken over een buffervat om te voldoen aan de piekvraag. Dat vat laadt ’s nachts op, om overdag te kunnen leveren.”

Hiermee kent AVR zich een maatschappelijke rol toe in de omschakeling naar duurzame energie, vervolgt De Jong. „Onze overheid heeft in 2013 een energieakkoord gesloten om in 2020 14 procent van de energie duurzaam op te wekken. Van de huidige 5,8 procent duurzame energie komt 1,2 procentpunt voor rekening van het restafval in de Nederlandse afvalenergiecentrales.”

AVR gaat nog veel verder. Van de 1,3 miljoen ton CO2 die de installatie in de Rotterdamse haven uitstoot, komt 800 miljoen ton vrij bij de verbranding van biologisch materiaal. „Die verbranding heeft dus CO2-neutraal plaats.”

Door de opwekking van stoom, elektriciteit en warmte voorkomt AVR CO2-uitstoot door verbranding van fossiele brandstoffen, gaat De Jong verder. „Per saldo is deze verbrandingsinstallatie ook CO2-neutraal.”

In 2018 is AVR van plan een CO2-afvanginstallatie in gebruik te nemen. „Deze draait momenteel proef in Duiven. In totaal kunnen we daarmee straks 500.000 tot 700.000 ton CO2 afvangen, reinigen en leveren. Een laboratorium test momenteel of de CO2 zuiver genoeg is om te voldoen aan de kwaliteitseisen van potentiële afnemers zoals Linde-gas, Air Liquide en Yara. Daarmee wordt de verwerking van restafval CO2-neutraal en wellicht CO2-negatief.”

Certificaat

De bodemas die vroeger werd gestort, levert momenteel waardevolle grondstoffen. Van het materiaal worden stoeptegels gemaakt. De Jong: „Dit materiaal moet schoon genoeg zijn om te voldoen aan het Besluit bodemkwaliteit. Deze tegels hebben een Komocertificaat. Zo maken we van ‘waardeloos’ afval waardevolle grondstof.”


Dit is het derde deel in een serie over hergebruik van grondstoffen naar aanleiding van het aangekondigde grondstoffenakkoord. Woensdag deel 4: van bodemas naar grondstof.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer