„En hij toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, nederdalende uit den hemel, van God.”

Zeer opmerkelijk is het dat de heilige stad die aan Johannes getoond werd, drie poorten had naar alle vier de oorden van de wereld toe (Openb. 21:13), om daarmee te kennen te geven dat bij God geen onderscheid van natiën of volken is. Er zal geen oord van de wereld zijn waaruit God niet besloten heeft Zijn uitverkorenen te roepen. Dan zullen de volken in kracht de Silo onderdanig zijn (Gen. 49:10). In Abrahams zaad zullen alle volken der aarde gezegend worden (Gen. 22:18). De Zoon krijgt de heidenen tot Zijn erfdeel en de einden der aarde tot Zijn bezitting (Ps. 2:8, vergelijk ook Jes. 49:6). Let ook op het woord van de Zaligmaker in Mattheüs 24:14: „En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen.”

Al die volken zullen van jaar tot jaar optrekken naar Jeruzalem om dat hemelse, dat van boven zal zijn nedergedaald, te aanbidden en om daar het Loofhuttenfeest te vieren. Dan zal de antichrist vallen. Dat toont de Heilige Schrift. De antichrist zal de bekering van Joden en heidenen gaan zien. En hij zal, op grond van de Heilige Schrift, met al zijn schandelijke naaktheden tentoongesteld worden, en ontbloot zijn van de ondersteuning en hulp der koningen die hem tevoren gediend en gehoorzaamd hebben.

David Flud van Giffen,

predikant te Dordrecht

(”De nog verwachte heerlijkheid der Kerk”, 1680)