„God als Degene Die het verlorene zoekt”
„Pas wie de Heere Jezus leert kennen als Degene Die het verlorene zoekt, gehoorzaamt God met een kinderlijke vreze.”
Ds. Walter Chantry hield donderdag, tijdens de laatste dag van de predikantenconferentie in Leicester, zijn derde lezing over de prediking. Het thema was nu ”Prediken met bewogenheid”. „De Heere Jezus heeft Farizeeërs en schriftgeleerden soms fel veroordeeld. In Lukas 15 zien we echter hoe de Heere Jezus hen beschaamd probeert te maken. Het appèl op de oudste zoon in de gelijkenis van de verloren zoon is juist een appèl op Farizeeërs en schriftgeleerden. De Farizeeërs en de schriftgeleerden gehoorzaamden God met een slaafse vrees. Ze kenden de Heere Jezus niet als Degene Die het verlorene zoekt.”
De slotpreek door ds. Morris Roberts, predikant van de Free Church Continuing in Inverness, ging over de woorden van Exodus 33:5: „Toon mij Uw heerlijkheid.” Roberts: „Mozes bad dit gebed vanwege de majesteit van God. God is het leven van de ziel. Het doel van de mens is God te verheerlijken en zich in Hem te verheugen. Mozes deed er veertig jaar over om iets te worden en vervolgens weer veertig jaar om tot niets te worden voor God.
Mozes bad ook omdat het volk van Israël in een grote crisis verkeerde. Israël had tegen God gezondigd; daarom toornde God over het volk. Het gebed werd door de Heere overvloedig verhoord.
De glorie van God is het totaal van Gods eigenschappen, zoals geopenbaard in Zijn Woord. In de prediking moet zowel Gods heiligheid als Zijn barmhartigheid uitgeschilderd worden. In deze wereld zien we slechts Gods achterste delen. In het nieuwe Jeruzalem mogen we God zien zoals Hij is.
Gods Woord is de spiegel waarin we God hier zien. Mozes werd bij het zien van Gods heerlijkheid door Gods hand bedekt. Dit wijst erop dat God slechts te kennen is door de Middelaar. De hemel is de plaats waar God aanwezig is door de Middelaar. De hel is de plaats waar God aanwezig is zonder de Middelaar. Het gebed van Mozes hebben we ook vandaag nodig. Wie waarlijk gereformeerd is, leeft tot eer van God. Die ziet ernaar uit dat alom wordt beleden: De Heere is God.”