Het Open University Masterprogramma aan de Evangelische Theologische Faculteit vertoont de grootste groei met achttien nieuwe studenten. Sinds een jaar heeft de ETF de studiekeuze voor dit programma uitgebreid: naast de richting ”Church and Pastoral Ministries” kan nu ook ”Bible and Theology” in de mastervorm gevolgd worden. Nieuwe inschrijvingen voor het doctoraatsprogramma worden wat later in het najaar verwacht. Momenteel zijn er 41 promovendi ingeschreven.

Kernopdrachten

De faculteit heeft als kernopdrachten onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. Rector prof. dr. Patrick Nullens: „Het bachelorprogramma van de Evangelische Theologische Faculteit verenigt studenten uit diverse kerkelijke achtergronden en nationaliteiten, met als gemene deler de Nederlandse taal en context. In het masterprogramma schuiven ook studenten uit Amerikaanse, Afrikaanse, Aziatische en Oost-Europese contexten aan.” De rector noemt de faculteit „een verrijkende studieomgeving die onze afgestudeerden breed inzetbaar maakt.”

De ETF heeft negentien nationaliteiten in het programma. De opleiding werkt als onafhankelijke universitaire instelling samen met heel wat internationale universiteiten en theologische opleidingen. Prof. Nullens: „Wanneer je als instelling klein bent, moet je je expertise behouden en vervolgens intensief samenwerken.”

De diversiteit zou volgens prof. Nullens nog groter kunnen zijn. „We krijgen jaarlijks aanvragen van internationale studenten die de juiste diploma’s en referenties hebben om in te stromen, maar die geen recht hebben op de Europese beurzen. Dankzij financiële steun via het Johannes Husfonds en het Augustinusfonds van de Evangelische Theologische Faculteit konden we enkelen een beurs aanbieden. We zijn nog op zoek naar vrienden, kerken en stichtingen die onze fondsen willen versterken, zodat we ook volgend jaar weer een aantal nieuwe internationale studenten de kans 
kunnen geven om bij ons te studeren.”

Identiteit

Prof. Kobus Kok, hoofddocent en vakgroepvoorzitter Nieuwe Testament aan de ETF, zette in zijn openingscollege maandagavond de relevantie van de ”sociale-identiteittheorie” uiteen voor de studie van het Nieuwe Testament. Ten tijde van het oude Jodendom en de vroegchristelijke kerk speelden sociale gemeenschappen een belangrijke rol ter bevestiging van de eigen identiteit.

In het conflict tussen de apostelen Petrus en Paulus –zoals de laatste in zijn Galatenbrief uiteenzet– was er sprake van botsingen tussen twee fundamentele visies op identiteit en groepsvorming, zo belichtte prof. Kok als voorbeeld. Petrus hield vast aan het groepsdenken zoals dat aanwezig was in het traditionele Jodendom, met zijn kloof tussen ”wij” en ”zij”. Paulus benadrukte de nieuwe identiteit in Christus, waarin grenzen van natie, cultuur en taal zijn opgeheven. Overigens was Jezus Zelf ook „een bouwer van bruggen”, aldus prof. Kok, zoals bleek in het gesprek met de Samaritaanse vrouw. „Hij liet zich in met mensen die door de traditionele Joden van Zijn tijd verworpen werden.”

Prof. Kok ging verder in op de diversiteit en de mobiliteit die de identiteit van groepen sterk kunnen uitdagen. „In tijden van conflict of verandering trekken mensen vaak strakkere sociale grenzen. Religie kan een cruciale rol spelen bij het bevorderen van geweld of vrede tussen groepen, maar ook bij het bevorderen van de sociale samenhang.” Dé ethische kwestie van nu is hoe christenen grenzen trekken en kunnen overstijgen.