Winkelier Paddepoel: Ze willen geen rekening houden met mijn principes
De hoge boete blijft staan en zijn Primera moet op de vastgestelde koopzondagen toch open. De Groningse winkelier Gerard Platjouw uit de wijk Paddepoel hoorde vrijdag de uitspraak van de rechtbank aan en noemt die „oneerlijk.” Zijn christelijke collega heeft wél een ontheffing, zij het tijdelijk.
Ondernemer Platjouw werd een maand geleden door vastgoedondernemer Paul Beeres gedaagd omdat hij zich niet aan de vastgestelde openingstijden wilde houden. De boete van 10.500 euro wilde Platjouw niet betalen. De rechter koos de kant van Beeres en Platjouw moet zijn deuren één keer per maand op zondag openen.
De boete, die de plaatselijke vereniging van eigenaren (vve) hem oplegt, kan volgens het vrijdag uitgelekte vonnis oplopen tot zo’n 28.000 euro. Platjouw vindt de gang van zaken zeer oneerlijk, zo liet hij vrijdagavond desgevraagd weten. „Geen enkele ondernemer is betrokken geweest bij de beslissing over de koopzondag. Tijdens een bijeenkomst van onze winkeliersstichting stond het wel op de agenda, maar het is vanwege tijdsgebrek niet behandeld. Vervolgens hebben de bestuursleden van de stichting naar de vve gecommuniceerd dat op zondag open zijn een verzoek van de ondernemers is.”
De Primeraondernemer wil niet op zondag open omdat het financieel niet uit kan. Naar eigen zeggen kost het hem minimaal 350 euro om open te zijn, in plaats van dat het geld oplevert. „Ik moet twee man personeel inzetten voor vijf uur. Ze moeten dubbel betaald krijgen, dus ik ben voor twintig uur aan personeelskosten kwijt.”
In de algemene ledenvergadering van de vve is besloten dat alle winkeliers van winkelcentrum Paddepoel één keer per maand open moeten op zondag. Niet alle leden van de vve waren het daarmee eens. Onder hen is de gereformeerd vrijgemaakte Loonstra, eigenaar van een dierenspeciaalzaak. Hij wil zijn zaak op zondag gesloten houden.
Inmiddels heeft Loonstra met veel moeite een ontheffing gekregen voor de koopzondagen. „Ik ben ruim een jaar met behulp van een advocaat bezig geweest om een vrijstelling te krijgen. Er zijn talloze briefwisselingen geweest tussen mijn advocaat en de vve.” Sommige van die brieven getuigen volgens Loonstra van niet al te veel respect jegens zijn geloofsovertuiging. „Er staat bijvoorbeeld in dat mijn opvattingen „niet meer van deze tijd zijn.” Ze willen gewoon geen rekening houden met mijn principes”, aldus Loonstra.
Loonstra kan zich de motieven van andere winkeliers goed voorstellen. „Zelf werk ik zes dagen in de week. Dan is het heerlijk om op zondag even rust te hebben.” Ook qua bezoekersaantallen vindt zowel Loonstra als Platjouw het niet nodig om een koopzondag te hebben. Platjouw: „De laatste keer dat ik op zondag open was, had ik drie klanten.”
Veel klandizie is volgens Platjouw vanwege het supermarktaanbod naar de wijk Vinkhuizen getrokken. „Ik heb de postservice overgenomen van Bruna. Als ik wegval, gaan inwoners uit Paddepoel met hun pakketjes naar Vinkhuizen. En dan doen ze daar ook boodschappen.”
Waar het de eigenaar van de dierenwinkel uiteindelijk wel gelukt is om niet op zondag te hoeven werken, moet Platjouw nog vechten voor zijn gelijk. Hij en zijn advocaat zijn van plan om in hoger beroep te gaan. De ondernemer is er inmiddels helemaal klaar mee. „Als we morgen een mooi pand in de wijk Vinkhuizen zien, ben ik hier weg.”
