Buitenland

Een op de vier Syrische scholen niet meer bruikbaar

Komende zondag begint het Syrische schooljaar weer. Maar één op de vier scholen is door de oorlog niet meer bruikbaar. Unicef probeert uit alle macht alternatieven te zoeken. Bart Vrolijk: „Kinderen lopen veel risico. Maar de motivatie om ze goed onderwijs te laten volgen is heel groot bij ouders.”

Mr. Richard Donk
15 September 2016 13:58Gewijzigd op 16 November 2020 06:33
DAMASCUS. Unicef-medewerker Bart Vrolijk deelt rugzakjes uit aan Syrische kinderen. beeld Bart Vrolijk
DAMASCUS. Unicef-medewerker Bart Vrolijk deelt rugzakjes uit aan Syrische kinderen. beeld Bart Vrolijk

Unicef-medewerker Vrolijk was even in Nederland op bezoek, maar inmiddels weer terug in Syrië. Daar leidt hij een team van 25 mensen dat onderwijsprojecten op diverse plaatsen in het door oorlog geteisterde land runt.

Een aantal mensen van zijn team keerde onlangs uit Aleppo terug. De stad wordt al weken belegerd door het regeringsleger. „Tijdens het staakt-het-vuren zijn de gevechten even verminderd”, aldus Vrolijk. Maar dat maakt de situatie in Aleppo er niet minder nijpend op. „Alle toegangswegen zijn gesloten. Het is erg moeilijk om mensen te bereiken.”

Voor het nieuwe schooljaar, dat op 18 september begint, heeft Unicef een miljoen rugzakjes met schoolspulletjes samengesteld. Die worden door 1200 vrijwilligers uitgedeeld.

Door het gebrek aan reguliere scholen, worden nu klaslokalen in kelders en flats ingericht. Vrolijk: „Ondanks de oorlog zien mensen het enorme belang van onderwijs in. Kinderen zouden niets te maken moeten hebben met oorlog. Kinderen die na 2011 zijn geboren hebben nooit iets anders meegemaakt.”

Afgezien van het dagelijkse geweld en de vaak provisorische huisvesting vormt gebrek aan water en elektriciteit een groot probleem voor de scholen. „Het is nu 40 graden, maar de winter komt eraan. Zonder stroom kunnen de lokalen niet worden verwarmd.”

Hoewel in de media vooral de beelden van de enorme verwoestingen in Syrië overheersen, bendarukt Vrolijk dat er ook wel degelijk veilige gebieden in het land zijn. „In de ene stad vallen de bommen, terwijl elders markt wordt gehouden en de straten vol mensen zijn.”

Wat heeft u zelf van de strijd gemerkt?

„We nemen extra veiligheidsmaatregelen. Zo rijden we standaard in gepantserde auto’s. We zijn meerdere keren beschoten in Homs en Damascus. Dan ben je wel blij dat je in zo’n wagen rijdt.”

En toch gaat u terug?

„Ja. Je kent de risico’s en we hebben goede advsieurs. Ik was even op het Rembrandtplein in Amsterdam. De terrasjes waren vol. In Syrië zit je nooit op een terrasje. En je kijkt voortdurend over je schouder.

Ziet u nog wel perspectief in Syrië?

„Ja, anders zou ik niet teruggaan. Als de situatie verslechtert geeft dat juist een extra prikkel om te helpen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer