Het Evangelie aan kinderen in de favela’s van Rio
„Als je de Heere Jezus kent en Hem liefhebt, word je heel blij als je ook aan anderen iets over Hem mag vertellen”, aldus Janneke Alexandre Galvaõ-Hulst. „Maar wanneer je anderen gaat vertellen over de Heere Jezus kom je er al snel achter dat de duivel niet stilzit en je de Heere God nodig hebt.”
Galvaõ-Hulst, namens de stichting Jafet werkzaam onder kinderen in Rio de Janeiro, verblijft enkele weken in Nederland. Vrijdagavond sprak zij voor zo’n tachtig mensen tijdens een gemeenteavond van de hervormde gemeente in Montfoort. Ook elders verzorgt zij presentaties over haar werk in de Braziliaanse miljoenenstad; zaterdag was zij op een gezinsdag van de stichting Jafet in Urk (zie foto’s).
Ds. A. Simons, predikant van de hervormde gemeente in Montfoort, opende de bijeenkomst vrijdagavond met een korte meditatie over Lukas 4; daarna gaf hij het woord aan Galvaõ-Hulst.
Belangrijk is het volgens haar om –in Brazilië, maar ook in Nederland– in alles te vragen: „Wat wilt U dat ik doen zal?” Zij zei dit naar aanleiding van een ontmoeting met een winkelier die ze ternauwernood nog kon vertellen over het Evangelie. „Het is belangrijk om de dag in de hand van God te leggen en te vragen of Hij door Zijn Geest ons leidt.”
Galvaõ-Hulst werkt sinds februari 1994 onder de kinderen in Rio. Eerst onder de straatkinderen, maar die zijn sinds het WK in 2014 uit het centrum van de stad verdwenen. Nu werkt zij onder de kinderen in de favela’s, wat niet echt krottenwijken zijn, maar waar wel veel armoede is. „Rio is een immens grote stad waar tusen de 6 en 8 miljoen mensen wonen.” In de stad zijn wel 800 favela’s te vinden. De meeste worden gecontroleerd door drugsbendes, maar ook de militie heeft ongeveer 200 favela’s in handen, aldus Galvaõ-Hulst.
Het clubgebouw waar zij samen met haar man Fernando kinderen opvangt, bevindt zich midden in de favela Manguinhos, waar bijna iedere dag van de week veertig kinderen komen. Daarnaast vindt er eens in de week kinderwerk plaats in Pedra Lisa, „daar komen zelfs meer dan veertig kinderen.” Voor de kinderen van 4-8 jaar wordt een Bijbelverhaal verteld, gebeden en gezongen, en alle kinderen mogen ook een ‘nieuwtje’ vertellen. De kinderen van 9-14 jaar gaan daadwerkelijk de Bijbel lezen. „We hebben het boek Psalmen gelezen, maar ook Openbaring, wat toch erg moeilijk is.”
Galvaõ-Hulst doet het kinderwerk afwisselend met haar man Fernando en drie Brazilianen. Maar er is weinig animo voor het werk in de favela’s en Nederlandse vrijwilligers helpen vaak maar tijdelijk, zei ze.
Aanleiding destijds om het Evangelie in Brazilië te gaan brengen was voor haar een bericht in de krant over doodseskaders in Rio. „De Heere wijst stapje voor stapje de weg. De Heere is soeverein, wel gaat een roeping gepaard met bidden.”
Toen ze net in Rio was vroeg zij zich in een bui van moedeloosheid af wat ze er deed. De roeping naar Rio werd echter bevestigd doordat er een man op het station naar haar toe kwam en zei: „God heeft hier voor je nog een groot werk te doen.”
Aan het einde van de avond zongen de kinderen Galvaõ-Hulst het derde couplet van Psalm 134 toe.
Lees ook in Digibron:
Favela’s hebben weinig baat bij WK – in Reformatorisch Dagblad (12 juni 2014)
Bijbelles tussen drugsbendes in sloppenwijk – in Reformatorisch Dagblad (30 januari 2014)
Brazilië op de kaart gezet – in Reformatorisch Dagblad (6 mei 2016)
