Christenen in Syrië verkeren tussen hoop en vrees
Het christendom in het Midden-Oosten ligt onder vuur en lijkt de verdwijning nabij. Maar er zijn ook hoopvolle tekenen. Wolkjes als eens mans hand.
De patriarch van de Syrisch-Orthodoxe Kerk van Antiochië, Ignatius Aphrem II, is er duidelijk over: het christendom in Irak is nagenoeg verdwenen en het is niet denkbeeldig dat het ook in Syrië en Libanon –enkele decennia geleden een land met een christelijke meerderheid– verdwijnt. Hij had onlangs een duidelijke boodschap voor Europese kerkelijke en politieke leiders. Volgens de patriarch dienen de Europeanen te voorkomen dat geradicaliseerde moslims die christelijke westerse waarden willen vervangen door de islamitische sharia, zich in hun midden vestigen.
De ontwikkelingen in Syrië lijken de woorden van de patriarch te bevestigen. Gewapende milities zijn de afgelopen dagen begonnen met een groot offensief in de buurt van de stad Hama, waarbij Mhardeh in de vuurlinie is komen te liggen. Mhardeh is een stad met een grote christelijke populatie die op dit moment het ergste vreest. Een massale verdrijving van de christenen uit Mhardeh kan niet langer worden uitgesloten. Ze leven bijna letterlijk in doodsangst.
De ruim 40.000 christenen die nog steeds in het westen van de Syrische stad Aleppo verblijven, hebben gebrek aan alles. Het gaat hierbij vaak om zieken, ouderen en armen die niet in staat waren naar elders te vertrekken. Volgens christelijke activisten werden de afgelopen periode zo’n 200 christenen in westelijk Aleppo gedood door de onophoudelijke rakettenregen die vanuit het oostelijke gedeelte van de stad op hen wordt afgevuurd.
De christelijke organisatie Barnabus Fund is nog steeds actief in westelijk Aleppo. Volgens de organisatie worden er soms in één week tijd meer dan 1300 raketten door islamitische rebellen op westelijk Aleppo afgevuurd. Oftewel: bijna 200 projectielen per dag.
In dit verband wijst Barnabus Fund op een verklaring die islamitische milities in oostelijk Aleppo eerder dit jaar publiceerden. In de verklaring stond te lezen „dat we de Armeniërs en christenen zullen laten zien wie we zijn. We hebben de opdracht gekregen om niet één Armeniër in de regio achter te laten.” Dit lijkt een oproep tot genocide, volkerenmoord. Wie de milities die opdracht heeft gegeven, is niet duidelijk.
Intussen melden christelijke organisaties dat een groeiend aantal moslims zich tot het christendom bekeert. Open Doors, een organisatie die opkomt voor vervolgde christenen, citeert een ex-moslim uit Aleppo die zei dat het liefdevolle kerkelijke milieu hem in het christelijk geloof had aangetrokken. Deze berichten worden bevestigd door een Syrische pastor die anoniem wenst te blijven en die verklaart dat we getuigen zijn van een nieuw soort christendom. De moslims die nu christen worden, zijn bereid voor hun nieuwe geloof te sterven. De pastor spreekt van een grote oogst. „God is bezig om een slapende kerk nieuw leven in te blazen.”
Open Doors is er de afgelopen periode in geslaagd om in Syrië 20.000 Bijbels en 34.500 kinderbijbels te verspreiden. En ondanks alle rampspoed en verwoesting werden er in Syrische steden zoals Damascus en Homs in stilte zelfs nieuwe kerken geopend.