Economie

‘Marktpaard’ hoort niet op de bok

Onlangs werd in deze krant betoogd dat meer marktwerking gunstig zou zijn voor de moraal. Volgens de betreffende auteur, bestuurder van de conservatieve Edmund Burke Stichting, brengt de markt wereldwijd welvaart „zonder aanzien des persoons” en is het kapitalisme inherent goed, omdat het „moreel positief te waarderen gedrag afdwingt.”

Cees van Bruchem
20 April 2004 13:16Gewijzigd op 14 November 2020 01:09Leestijd 3 minuten

Aanvechtbare stellingen als je kijkt naar de werkelijkheid. Ik heb bijvoorbeeld niet de indruk dat de komst van de commerciële omroepen (met meer marktwerking) heeft bijgedragen aan een betere publieke moraal.

De gang van zaken in de voormalige Sovjet-Unie wijst evenmin op een duidelijk positief verband tussen marktwerking en morele verheffing. Het op de markt brengen van een met genetische manipulatie geconstrueerde lichtgevende vis wekt niet het vermoeden dat de markt een soort ingebouwd geweten heeft.

De markt stuurt niet op basis van morele overwegingen, maar op koopkracht en maakt daarin wel degelijk onderscheid tussen personen. De markt vervult wel de wensen of grillen van de rijken, maar niet de behoeften van de echte armen, want die hebben nauwelijks koopkracht. Ik telde onlangs in een middelgrote supermarkt meer dan honderd soorten kattenvoer, terwijl er in arme landen vaak geen geld is voor eenvoudige medicijnen waar duizenden mensenlevens mee gered kunnen worden.

De markt houdt evenmin rekening met de belangen van toekomstige generaties, want die hebben nu geen koopkracht. Dat werkt het plunderen van onze planeet in de hand. Als het gaat om de zorg voor ”elders en later” werkt de markt gebrekkig.

Hij speelt eerder in op menselijke zwakheden als hebzucht, egoïsme, genotzucht en kortzichtigheid dan dat hij een betere moraal bevordert. Vele reclame-uitingen -waaraan in Nederland jaarlijks meer dan 10 miljard euro wordt uitgegeven- spreken wat dat betreft boekdelen.

En dan het kapitalisme: zou een stelsel dat in het verleden excessen als de slavenhandel heeft opgeleverd, echt „inherent goed” zijn? Het kapitalisme brengt inderdaad meer welvaart, maar brengt het ook meer gerechtigheid en een betere moraal? De wijze Agur (Spreuken 30) wist beter: hij bidt om niet te veel welvaart, omdat hij dan God niet meer nodig heeft. En wie moet ons dan het goede, de goede moraal, doen zien?

De opvatting dat de markt en het kapitalisme de brengers van alle goeds zijn, is een vorm van utopistisch denken die je van een conservatief niet zou verwachten. Zo’n opvatting past precies in onze mammoncentrische cultuur, de cultuur van het nooit genoeg.

Ze staat echter haaks op Bijbelse noties als gerechtigheid en rentmeesterschap. We weten met de Spreukendichter dat niet economische vooruitgang, maar gerechtigheid een volk verhoogt.

De markt is wel een handig en efficiënt regelmechanisme -dat is in het verleden wel eens te veel uit het oog verloren- maar ze brengt de samenleving niet vanzelf op een hoger plan. De markt is een goed paard, maar een slechte koetsier.

Een paard moet je niet op de bok zetten, maar voor de wagen spannen, en de koetsier moet de teugels stevig in handen houden. Dat is de taak van de overheid, die bij uitstek geroepen is de gerechtigheid te bevorderen, en daartoe de markt moet inkaderen en corrigeren.

Cees van Bruchem, landbouweconoom en oud-lid van de Eerste Kamer

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer