Op 11 juli werd zijn benzinestation overvallen. Niet alleen werd er geld weggenomen, maar ook goederen. De aangerichte schade was aanzienlijk en werd niet gedekt door de verzekering.

De buren van het pompstation, de Smoke Rise Baptist Church, hoorden ervan. Voorganger Chris George besprak met zijn medewerkers hoe ze Waliyani –een moslim– konden helpen. De zondag ervoor had hij vanuit het Bijbelboek Amos gepreekt over het thema dat er dingen goed mis zijn in de VS en dat het „onze roeping is om deel van de oplossing te zijn.”

De gemeente had er intern al over gediscussieerd dat ze wel meer wilde inspelen op de noden dichtbij in plaats van zich te richten op overzeese missionaire activiteiten. Ze wilde meer gaan helpen in de buurt, op een praktische manier. In de week die volgde, schreef voorganger George een brief aan zijn gemeenteleden: „We hebben de mogelijkheid om een goede naaste voor iemand te zijn in onze eigen gemeenschap die is getroffen door een setback (terugslag). Malik hoeft geen verbandmiddelen voor zijn wonden, zoals de man in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan, maar hij heeft steun nodig om zijn bedrijf weer op te bouwen.”

Op zondag 17 juli ging het ook over die gelijkenis. Na de dienst gingen kerkleden massaal naar het BP-station om te tanken en snacks te kopen in de tankshop. Zo’n 150 mensen vulden het parkeerterrein. Diezelfde week kwamen er nog eens 350 kerkgangers van de 1800 leden tellende gemeente bij Waliyani langs. Die kon het alles amper geloven.

Een columnist van The New York Times schreef er ook over. „Goede mensen, zoals de leden van Smoke Rise Baptist, herstellen onze kapotte nationale sociale structuren.”