Wall Street doet stapje terug
De beurzen in New York zijn maandag met kleine verliezen de handel uitgegaan. Beleggers moesten het doen met een nagenoeg lege agenda. Farmaceuten wisten om uiteenlopende redenen de aandacht op zich gericht. Verder werd het sentiment beïnvloed door de stijgende olieprijs.
De leidende Dow-Jonesindex sloot met een verlies van 0,1 procent op 18.529,29 punten. De brede S&P 500 verloor ook 0,1 procent, tot 2180,89 punten. De Nasdaq liet een min van 0,2 procent noteren op een stand van 5213,14 punten.
Bristol-Myers Squibb (min 4,7 procent) moest andermaal een tik incasseren, nadat het aandeel vrijdag al 16 procent aan beurswaarde inleverde. Beleggers zijn nog altijd teleurgesteld dat een van de medicijnen van de farmaceut niet door een test op het gebied van longkanker is gekomen.
Branchegenoot Allergan, bekend van Botox, kreeg met zijn kwartaalresultaten de handen van beleggers evenmin op elkaar. Het bedrijf sneed in zijn omzetverwachting voor het hele jaar en werd door beleggers 2,2 procent lager gezet. Ook Merck deelde in de malaise binnen de sector met een verlies van 1,6 procent.
De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 2,5 procent naar 42,86 dollar. Brent werd 2 procent duurder bij 45,17 dollar per vat. In het kielzog gingen oliereuzen als Chevron (plus 0,7 procent) en ExxonMobil (plus 1,2 procent) mee vooruit.
Matrassenverkoper Mattress Firm Holding (plus 114 procent) zag zijn beurswaarde meer dan verdubbelen. Mattress Firm wordt voor 2,4 miljard dollar overgenomen door het Zuid-Afrikaanse winkelbedrijf Steinhoff, dat een prijs biedt die ruim twee keer hoger is dan de slotkoers van het aandeel Mattress Firm op vrijdag.
Verder werd bekend dat supermarktconcern Wal-Mart (min 0,6 procent) voor 3 miljard dollar e-commercebedrijf Jet.com overneemt. Eerder meldden ingewijden al dat de overname eraan zat te komen.
Vleesverwerker Tyson Foods (plus 0,6 procent) werd door beleggers na een lagere opening alsnog beloond voor zijn kwartaalresultaten. De cijfers waren beter dan gedacht en ook de prognoses voor het gehele jaar werden opwaarts bijgesteld.
De euro werd bij de slotbel voor 1,1082 dollar verhandeld, tegen 1,1076 dollar bij het slot van de Europese beurzen.