Kerk & religie

Avakhti neemt na 25 jaar in Staphorst de herdersstaf in Meppel op

Met gemengde gevoelens vertrekken de Iraakse vluchteling en evangelist Rasak Avakthi en zijn vrouw Leyla uit Staphorst. Het dorp waar zij ruim 25 jaar gastvrijheid vonden, was hun eerste kennismaking met Nederland. „We houden veel van de mensen. Maar het is nu: heden, ga uit.” In Meppel krijgen zij een grotere woning, waardoor zij onder anderen asielzoekers kunnen ontvangen voor Bijbelstudie en pastorale hulp.

Klaas van der Zwaag

4 August 2016 19:56Gewijzigd op 16 November 2020 05:32
Rasak Avakthi in Staphorst. De gevluchte Irakees verlaat het dorp waar hij meer dan 25 jaar heeft gewoond met gemengde gevoelens.  beeld Jacob Melissen
Rasak Avakthi in Staphorst. De gevluchte Irakees verlaat het dorp waar hij meer dan 25 jaar heeft gewoond met gemengde gevoelens. beeld Jacob Melissen

Rasak Avakthi werd in 1955 geboren in Kirkuk, Irak. Als soldaat onder Saddam Hussein werd hij –door Hussein– gevangen­genomen en gemarteld. De littekens draagt hij nog steeds. Avakthi slaagde er na zijn vrijlating in om naar Iran te vluchten. Daar trouwde hij met Leyla. Zij kregen vier zonen. In 1990 vluchtte het gezin naar Nederland en ging in Staphorst wonen. In Nederland bekeerde het echtpaar zich tot het christelijk geloof.

Gods Naam grootmaken

Avakthi zegt niets liever te doen dan te spreken over de Heere Jezus en Zijn Naam groot te maken. Vijftig procent van zijn tijd besteedt hij aan evangelisatie onder vluchtelingen uit verschillende landen, waaronder Syrië, Afghanistan, Eritrea, Irak, Iran, Turkije, Pakistan, Somalië en Sudan. „Met dank aan de Heere spreek ik meerdere Arabische talen. Ik ken hun cultuur en weet wat er in hun hoofden omgaat. De Heere geeft nog steeds open deuren bij veel asielzoekerscentra waar ik over Hem mag spreken. Soms wordt er nog laat aan onze deur gebeld door vluchtelingen. Ze vragen binnen te mogen komen om hun problemen met ons te delen en willen dat we voor hen bidden. Ook vragen asielzoekers me om te helpen bij ziekenhuisbezoek en bij juridische kwesties.”

Avakthi wilde aanvankelijk terug naar Irak, om zijn volk van de Heere Jezus te vertellen. „Mijn leven zou in gevaar komen sinds ik christen ben”, zegt hij nu. „Via allerlei kanalen kan men mijn gangen precies nagaan. Maar met de grote vluchtelingenstroom komen mijn eigen volk en buurvolken naar Nederland en mag ik hen welkom heten! We moeten hen nú als christenen winnen voor Jezus Christus. Doen wij dat niet, dan zullen zij onder óns gaan evangeliseren en verplichten tot hun geloof. Dat laatste gebeurt ook: de islam groeit hard in Europa en in Nederland. Ik ervaar op bijeenkomsten een toenemende weerstand tegen het Evangelie.”

Bekendheid

Avakthi geniet landelijke bekendheid vanwege zijn spreekbeurten op allerlei gemeenteavonden, verenigingen, scholen en jongerenavonden. Daaraan besteedt hij de andere 50 procent van zijn tijd. In alle kerken –„van protestants, baptistisch tot oud gereformeerd”– verkondigt hij met de stijl die hem eigen is de radicaliteit van het Evangelie.

Hij heeft evenwel zijn vragen over reformatorische kerken. „Ik mis in veel van deze kerken toch wel de blijdschap over het gered zijn door Jezus. Als je een kind van God bent, dan mag je toch wel wat vrolijker kijken en kun je daarover toch niet zwijgen? Dan mag je toch weleens roepen: Halleluja, prijs de Heer! Maar ik waardeer dat reformatorische mensen leven in de vreze des Heeren. Ik heb er groot respect voor.”

Ontwapenends

Avakthi heeft iets ontwapenends, waardoor hij de harten van de meest orthodoxe gemeenteleden weet te bereiken. Hij heeft goed contact met de plaatselijke hersteld hervormde gemeente, die hem op allerlei gebied steunt, al is de vergadering van gelovigen in Meppel zijn thuisgemeente. „Met deze laatste gemeente leef ik mee, al preek ik bijna elke zondag ergens in het land. Daarbij praat ik echter nooit over een bepaalde kerk. Als men mij vraagt van welke kerk ik ben, dan zeg ik: ik ben een stukje van de Parel van grote waarde, zoals Mattheüs daarvan spreekt.”

Hij noemt zich een slaaf van de Heere Jezus. „Ik wil helemaal in Zijn dienst staan. De Heere zal ons vragen: Wat hebben jullie met je talenten gedaan? Ben je een christen? Laat het dan zien! Werken en geloof vormen één pakket. Een geloof zonder werken is een dood geloof; werken zonder geloof zijn dode werken.”

Meppel

In de loop van dit jaar verhuist het echtpaar naar Meppel, 10 kilometer van Staphorst verwijderd, waar ook hun oudste zoon met zijn gezin woont. Hun woning staat in de nieuwe wijk Nieuwveenselanden, vlak bij de plek waar een asielzoekerscentrum gebouwd wordt dat aan maximaal 600 mensen onderdak gaat bieden.

De bouw van het huis is begin dit jaar gestart en zal naar verwachting in september klaar zijn. De commissie Thuisfront Avakthi zorgt voor steun aan dit project. Door de ruime tweede verdieping ontstaat er een mogelijkheid tot het maken van een gastenverblijf.

Avakthi wil op deze wijze gehoor geven aan het zendingsbevel uit Mattheüs 28:19: „Gaat dan henen, onderwijst al de volken…”, „ongeacht afkomst, plaats, kerk of stroming.” Zijn opdracht is evangeliseren onder vluchtelingen, asielzoekers, allochtonen en „iedereen die het Evangelie horen wil.” De nieuwe woning, tevens evangelisatiepost, is de kroon op het werk en vooral de voortzetting van het evangelisatiewerk door Avakthi en zijn thuisfront­commissie.

Bodem bereid

Avakthi constateert dat er veel vluchtelingen tot geloof komen. „De bodem daarvoor is gelegd in de landen waar zij vandaan komen. Daar hebben ze kennis­gemaakt met het ware gezicht van de islam. Het zaad van het Evangelie valt hier in een wel toebereide aarde.” Veel moslims komen volgens hem tot geloof door dromen. „Dat is het middel dat de Heere gebruikt wanneer er geen verkondiging van het Woord is. Maar zo werkt de Heere natuurlijk niet als mensen een Bijbel in huis hebben of in de gelegenheid zijn om het Woord te horen.”

Naast het evangeliseren en het ondersteunen en helpen van haar man heeft Leyla ook een bijzondere taak in het werk. Zij richt zich speciaal op vrouwelijke asiel­zoekers. „Met name vrouwelijke asielzoekers hebben vaak moeite om hun specifieke zorgen en problemen met een man te bespreken. Zij doen dit liever met een vrouw. Ik hoop dat ze in mij een geïnteresseerde en liefdevolle luisteraar vinden die hun problemen direct begrijpt, meeleeft en hen verder kan helpen. Zo biedt de nieuwe woning de mogelijkheid om zo nodig meer activiteiten tegelijk te laten plaatsvinden.”

Gemengde gevoelens

Met gemengde gevoelens zullen Rasak en Leyla Avakthi Staphorst verlaten. Toen de familie er arriveerde, waren zij een van de eerste vluchtelingen in het dorp. „Dat was voor iedereen best een moeilijke tijd, we moesten erg wennen aan de Staphorster bevolking”, zegt Avakthi over deze periode. „Met die enorme vluchtelingenstroom uit vooral Afrika en het Midden-Oosten wordt de gastvrijheid van Nederlanders flink op de proef gesteld. Hoewel de Bijbel overduidelijk is: het herbergen van de vreemdeling wordt zelfs als leven gezien. Daarin wordt de liefde tot Christus tot uitdrukking gebracht, zoals Jezus Zelf zegt, niet door het zeggen van „Heere, Heere.”

Leyla: „We weten hier wat gastvrijheid betekent. Ik zal de mensen in Staphorst missen. Ze zijn erg meelevend. Ik moet in een nieuwe omgeving sociale contacten opbouwen. Maar de Heere heeft daar deuren geopend. Hij zal met ons meegaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer