„En de Heere der heirscharen zal op deze berg alle volken een vette maaltijd maken, een maaltijd van reine wijn, van vet vol merg, van reine wijnen die gezuiverd zijn.”

Indien wij u in dit woord kunnen onderrichten zo denk ik dat u dan niet veel anders zult kunnen begeren dan toe te treden, indien u tot de geroepenen behoort, om met blijdschap te eten en dankbaar te zijn. Onze tekstwoorden leveren ons gepaste antwoorden op al deze voorgestelde zaken.

Bent u begerig om te mogen weten waar deze maaltijd zal aangericht worden? Onze tekst zegt dat het op deze berg is. Vraagt u verder: Op welke berg? Het tekstverband toont aan: het is de berg Sion. Daarvan wordt melding gedaan in het vorige hoofdstuk. Doch het is nodig dat dit antwoord onderscheidenlijk wordt bepreekt. Dit omdat het de sleutel is van de gehele tekst, die wanneer die goed verklaard wordt de weg voor al het andere zal openen.

Let eens nauwkeurig op de volgende dingen: in het algemeen, dat de opmerkelijkste voorvallen die de kerk vanouds zijn overkomen met betrekking tot haar uitwendige toestand, schaduwen van de geestelijke zegeningen waren die de Heere voornemens was aan het ware Israël Gods te schenken. Dus bedoelden hun dienstbaarheid in Egypteland, hun verlossing daaruit, hun reis door de woestijn en hun intocht in Kanaän om ons te leren een beschouwing van de geestelijke weldadigheden die de Heere voorgenomen had aan Zijn volk te bewijzen. De aanhaling van deze dingen in het Nieuwe Testament toont dat alles klaarblijkelijk aan.

Thomas Halyburton,
hoogleraar in St. Andrews

(”De zondaar verheugd in Gods heiligdom”, 1763)