Het Maleisische parlement heeft onlangs een wetswijziging goedgekeurd die christenen in Maleisië alarmeert. In oktober dit jaar zal het parlement er verder over discussiëren. De bedoeling van de nieuwe wet is in Maleisië de islamitische sharia strikt toe te passen. Zo zal er gesproken gaan worden over straffen zoals het afhakken van handen bij bewezen diefstal.

In principe zou de sharia alleen voor moslims moeten gelden. Maar Maleisische christenen zijn er niet gerust op. Zo wijst een pastor op het geval van een oudere christelijke vrouw in Indonesië die tot een lijfstraf werd veroordeeld omdat ze alcohol had verkocht.

Ongeveer 50 procent van de Maleisische bevolking is etnisch Maleisiër. De grondwet gaat ervan uit dat deze groep moslim is. De andere helft van de bevolking is van Chinese en Indische origine. Onder hen bevinden zich veel christenen.

Bekering tot het christendom is in Maleisië een beladen onderwerp. Islamitische politici beschuldigen kerken soms van verboden evangelisatie. Hoeveel Maleisische moslims tot het christendom overgaan is niet bekend. Maar dat de overheid het fenomeen serieus neemt, blijkt uit het feit dat er enkele Centra voor Geloofszuivering zijn opgericht. Moslims die te kennen hebben gegeven dat ze zich tot het christendom willen bekeren worden hier verplicht naartoe gestuurd. Naarmate de sharia steeds meer ingang vindt in Maleisië zijn shariarechtbanken deze centra gaan zien als een alternatief voor gevangenisstraf.

Om tot het christendom over te gaan in Maleisië, dient men toestemming te verkrijgen van een rechtbank. Begin dit jaar verkreeg de Maleisische Rooney Rebit deze toestemming, maar hij was geen etnische Maleisiër. Toen Rebit acht jaar oud was had zijn familie zich tot de islam bekeerd.

Als 24-jarige had Rebit besloten christen te worden. De rechtbank oordeelde dat hij deze beslissing in volle vrijheid had genomen.

Intussen hebben bekeerlingen tot het christendom in Maleisië een lange weg te gaan. Velen houden het besluit daarom liever geheim.