Christus’ bouwwerk
Mattheüs 16:18
„Op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen.”
Wat de zon is voor het heelal, dat is Christus voor heel de ware kerk. Paulus mocht planten en Apollos mag nat maken. Maar het is God Die de wasdom geeft. Dienaren mogen preken en schrijven, maar de Heere Jezus alleen kan bouwen. Indien Hij niet bouwt, is al het werk vruchteloos.
Groot is de wijsheid waarmee de Heere Jezus Zijn kerk bouwt. Alles wordt gedaan te bestemder tijd en in de rechte weg. Elke steen op zijn beurt, gelegd op de juiste plaats. Soms kiest Hij grote stenen en op een andere tijd kleine stenen. Soms gaat het zeer snel en krachtdadig, dan weer gaat het langzaam. De mens is voortdurend ongeduldig en denkt dat niets wordt gedaan. Want de tijd van de mens is niet Gods tijd. Duizend jaren zijn bij Hem als één dag. De grote Bouwer maakt geen fouten. Hij weet wat Hij doet, Hij ziet van het begin af het einde. Zijn werk is volmaakt en onveranderlijk, zeker is Zijn voornemen. De machtigste scheppingen van architecten zoals Michelangelo zijn maar kinderspeelgoed in vergelijking met Christus’ wijze voornemens ten opzichte van Zijn kerk.
J. C. Ryle, bisschop in Liverpool
(”Waarschuwingen aan de kerken”, 1858)