Men leest in onze tekst van de zonde tegen de Heilige Geest, toen de Heere Jezus waarschuwde tegen de boze farizeeën die Zijn leer en wonderwerken lasterden. Zij zeiden dat Hij de duivelen uitdreef door Beëlzebul, de overste der duivelen. Toen waarschuwde de Heere Jezus de menigte dat alle zonden en lastering de mensen vergeven zullen worden; maar de lastering tegen de Heilige Geest zal de mensen niet vergeven worden.Johannes noemt deze zonde „de zonde tot de dood.” Deze zonde wil de Heere straffen met de eeuwige verdoemenis.

Bij deze bewuste zonde wordt ook gezondigd tegen God de Vader, Die Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. Er wordt gezondigd tegen God de Zoon, Die Zijn ziel heeft gegeven tot een rantsoen voor velen. Maar deze zonde wordt in het bijzonder genoemd een zonde tegen de Heilige Geest, omdat ze regelrecht ingaat tegen de werking van de Heilige Geest, waardoor Hij de harten van de mensen onderwijst, verlicht en overtuigt in en door de waarheid van het heilig Evangelie dat Jezus Christus Degene is door Wie wij moeten zalig worden.

Deze waarheid wordt door hen die de zonde tegen de Heilige Geest begaan, uit haat en moedwil tegen de overtuiging van de Heilige Geest, weerstaan, verzaakt, gelasterd, verdrukt en bestreden.

Jacobus Sceperus, predikant te Gouda (Schatboeck der Onderwysingen voor Kranckenbezoekers, 1670)