Jubileum Badkapel Scheveningen: Kerk in 2116 minder verlegen
De Nieuwe Badkapel in Scheveningen werd in 1916 op de toekomst gebouwd: er was ruimte voor 1000 kerkgangers. Zoveel komen er, een eeuw later, niet meer. Zaterdag blikte de protestantse gemeente vooruit, naar kerk-zijn in 2116.
Predikant Charlotte van der Leest wees zaterdag op het recente rapport ”God in Nederland”, door missioloog Stefan Paas getypeerd als de „tienjaarlijkse koude douche.” Van der Leest: „We moeten afscheid nemen van het idee van een volkskerk, maar niet denken in termen van verlies en krimp. Het is niet vreemd dat mensen zich niet meer binden aan een kerk. Dat doen ze ook niet meer aan politieke partijen en vakbonden. Dit nieuwe landschap vraagt om creativiteit.”
Het is die creativiteit die ook historicus James Kennedy in zijn lezing noemt als een belangrijke factor in het voortbestaan van de kerk. „Dit kerkgebouw kent een prachtige historie. In allerlei Haagse en landelijke dagbladen –die toen nog allemaal een kerkredactie hadden– werd de opening van het gebouw genoemd.”
De ranke torens met Moorse patronen, de rijk versierde glas-in-loodramen, de elektrische verlichting en de centrale verwarming brachten destijds de pennen in beweging. De verslaggevers schreven ook dat de eerste preek in het gebouw ging over Johannes 12:28: „Vader, verheerlijk Uw Naam”. Kennedy: „Het kerkgebouw was voor de begrippen van toen een modern gebouw. En nu is deze kerk er nog steeds, al is de vanzelfsprekendheid verdwenen. Het christendom moet het niet hebben van de verbinding met de christelijke cultuur, want die verdwijnt langzaam. Maar omdat een kerk in de stad zich op creatieve manieren moet verbinden met haar omgeving, heeft ze wellicht meer toekomst dan een kerk in Urk of in Garderen”, zo vermoedt de geschiedkundige.
Orgel
Kerkmusicus Christiaan Winter gaat in zijn bijdrage in op de kerkelijke vieringen in 2116. „Liturgie heeft in dat tijdperk een heel andere invulling. Mensen komen samen in een pop-upkapel. Kerstfeest is samen zingen bij de piano in de stationshal. De preek zal verdwijnen, en er zal een blog, parabel of statement voor in de plaats komen. Het orgel heeft voor veel mensen zo’n negatieve associatie en hangt zo samen met jeugdtrauma’s dat het nog maar de vraag is of het blijft. Er mogen dan alleen nog maar mensen op spelen die het ook kunnen. Motetten en cantates worden misschien niet meer uitgevoerd, maar we zullen meer invloed merken van de jonge, levende kerk van het Zuiden. Dat betekent: minder hoofd, meer lijf. Minder harmonie, meer ritme. Minder boek of beamer, en meer: by heart”, zo is de inschatting van Winter.
Winters stelling dat de preek verdwijnt maakt veel tongen los. Veel bezoekers van het symposium blijken predikanten te zijn die de preek in de liturgie graag verdedigen. Winter reageert: „De gemeente komt samen om het heil te vieren. De preek staat dat vaak in de weg. Het is niet verweven met de liturgie, het is geen vieren, het raakt mensen niet. Ik denk niet dat het Woord niet langer doorgegeven wordt, maar ik denk wel dat de preek zoals wij die nu kennen zal verdwijnen.”
Open gebouw
Narda Beunders, architecte, vindt dat gebouwen „zonder een stempel” de toekomst hebben. „Iedereen gelooft, maar het is in onze tijd onwaarschijnlijk dat geloven ons verbindt. Op zoveel plekken zien we juist dat het geloof verdeelt. Ik geloof in ruimte, in een wereld die van en voor iedereen is en in gebouwen die ruimte bieden aan iedereen.”
Beunders experimenteert met zo’n open gebouw voor alle godsdiensten op het Griekse eiland Lesbos. Op het podium in de kerk heeft ze een maquette geplaatst van een ontwerp voor een open gebouw. Vanuit de zaal komen waarderende reacties, maar ook kritische. „Een gemeenschap moet kleur en identiteit aan een gebouw geven. Als christenen en moslims in een gebouw samenkomen willen ze er beiden hun kleur aan geven”, veronderstelt een andere kerkarchitect. Beunders reageert: „Je moet iets willen opgeven voor elkaar. Het gaat erom dat je samen een plek hebt om open te staan voor elkaar en verbinding te zoeken.”
Kloof overbrugd
Dr. A. J. Plaisier, voormalig scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, stelt in zijn lezing dat de kerk van de toekomst een kerk is die meer getuigt. „We zullen geen verlegenheid meer tonen, ons niet aanpassen aan wat geloofwaardig is voor andere mensen, ons niet meer verontschuldigen over ons geloof in God. De kerk in 2116 is een kerk met ‘meer Christus’. Alleen ‘God’ is niet genoeg. De kerk heeft te lang Christus verzwegen. Daardoor is de kloof tussen de wereld en God vergroot. Maar Christus’ menswording heeft die kloof overbrugd en daar mogen we mee naar buiten treden.”
De predikant roept ook op tot meer oecumene. Dr. Plaisier besluit zijn lezing in vertrouwen. „De kerk is in Gods hand. Het is Zijn koninkrijk dat Hij bouwt.”
In reactie op dr. Plaisiers oproep tot meer oecumene noemt een van de symposiumbezoekers de contrasten die er zijn tussen bijvoorbeeld een Grieks-orthodoxe kerk en een pinkstergemeente. Dr. Plaisier wil die verschillen niet wegredeneren, maar moedigt aan om te leven als de Vroege Kerk. „De kerk van nu is opnieuw in de minderheid geraakt, net als de vroege christenen. Scheuringen zijn, zeker nu, een drama. De diepste eenheid van de kerken ligt in Christus.”