Voorspraak
Openbaring 1:18
„En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen.”
Ik lees in Zijn dierbaar Woord dat Jezus in Zijn eigen wierookvat de wensen, begeerten en noden van Zijn volk voor de troon neerwerpt. Hij is daar Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek. Hij gaat langs het voorhangsel, met de bedoeling om de Pleitbezorger en Voorspraak te zijn in de hoogste hemelen voor Zijn Kerk. Eeuwige bezittingen moeten wel veilig zijn als Hij ze in Zijn hand neemt.
Voor de vervulling van de beloften, het voortgaande werk der genade in het hart, het afslaan van verzoekingen, het in beoefening brengen van de genade, het standhouden in de strijd zodat de zonde niet zal heersen – voor dit uitdrukkelijk doel leeft mijn Jezus. Ofschoon de strijd van binnen zwaar, hevig en vermoeiend kan zijn en de ziel van de gelovige soms bijna op het punt kan staan om het uit te roepen als David: „Nu zal ik één der dagen door Sauls hand omkomen.”
Maar dat is niet op Jezus zien. Laat het toch aan Hem over. Hij heeft er zelfs meer belang bij dan u.
Joseph Irons,
predikant te Londen
(”Goddelijke leiding”, 1831)