Lees vooral klassiek-gereformeerde werken
Sommige theologische opvattingen van Tim Keller zijn strijdig met de gereformeerde belijdenis, reageert ds. G. Kater.
Ds. M. K. de Wilde reageerde onder andere op een kritische uitspraak van mij ten aanzien van de opvattingen van de theologen Dietrich Bonhoeffer en Tim Keller (RD 17-6). Graag wil ik daarop reageren.
Allereerst: het is goed om na te gaan in welke context ik deze uitspraak gedaan heb. Sprekend over het thema stille tijd heb ik vooral een pleidooi gehouden om bij het houden van stille tijd, naast Gods Woord, ook de gereformeerde belijdenis en de klassieke werken uit de gereformeerde theologie grondig te bestuderen. Wat het laatste betreft heb ik daarbij verschillende voorbeelden genoemd. In dat kader heb ik vervolgens de vraag opgeworpen of wij beseffen en herkennen dat de opvattingen van auteurs als Bonhoeffer en Keller –die tegenwoordig veel gelezen worden– op diverse punten strijdig zijn met Gods Woord en de gereformeerde belijdenis.
Evolutie
Collega De Wilde stemt in met mijn pleidooi om Augustinus, Calvijn en A Brakel te lezen. Dat waardeer ik. Hij pleit er daarnaast ook voor om boeken van hedendaagse gereformeerde theologen te lezen. Dit met het oog op de tijd en de cultuur waarin wij leven. Daarin ben ik het op zich met De Wilde eens. Maar we verschillen van mening als het gaat over de vraag of Keller hier bij hoort.
Ik blijf de overtuiging toegedaan dat Kellers theologische opvattingen op meerdere punten strijdig zijn met de gereformeerde belijdenis. Daarbij denk ik vooral aan twee zaken.
Allereerst noem ik de Schriftleer. Keller accepteert de theïstische evolutietheorie. Hij pleit er daarom voor om Genesis 1 als poëzie te lezen. Het is waar, Keller wil ook vasthouden aan Adam en Eva als historische personen, en dat klinkt orthodox. Maar intussen is er wel een fundamentele wissel omgegaan in de omgang met de Heilige Schrift. De zes scheppingsdagen (die de Heere ook in Zijn wet noemt) zijn voor hem niet langer meer een historische werkelijkheid. Vooral voor onze (studerende) jongeren, die worstelen met vragen rondom schepping en evolutie, ligt er in deze poging om de vermeende ‘bewijzen’ van de moderne wetenschap te harmoniseren met de Bijbel, een grote verleiding om de gereformeerde Schriftleer los te laten.
Als tweede noem ik de verzoeningsleer. Keller gaat uit van de leer van de algemene verzoening. Dat kleurt ook onmiskenbaar de wijze waarop hij de boodschap van het Evangelie onder woorden brengt en de wijze waarop hij schrijft over de persoonlijke toe-eigening van het heil.
De Schriftleer en de verzoeningsleer zijn geen bijzaken, maar raken het hart van het Bijbels getuigenis en de gereformeerde belijdenis.
Referentiekader
Met dit alles wil ik niet zeggen dat we niets kunnen leren van mensen zoals Bonhoeffer en Keller. Wie met een Bijbels-gereformeerd referentiekader hun werken kritisch leest, kan ook dingen van hen opsteken. Een dergelijk kritisch lezen past naar mijn overtuiging echter niet in de stille tijd.
Ondertussen heb ik juist als het gaat om ons referentiekader diverse vragen. Hoe is het mogelijk dat zo veel mensen in de reformatorische kring schrijvers zoals Bonhoeffer en Keller vrijwel kritiekloos lezen en verdedigen? Herkennen we de punten waarin zij afwijken niet omdat we zelf onvoldoende geworteld zijn in de gereformeerde leer? Of is deze waardering, en dat zou veel erger zijn, een bewijs van een vergaande relativering van de inhoud van de gereformeerde belijdenis?
Juist hierom is het zo belangrijk dat onze jongeren (en ouderen) de grote waarde van de gereformeerde belijdenis en de klassieke werken uit de brede gereformeerde traditie leren kennen. Ik hoop dat dit onder Gods zegen zal leiden tot een diepe geestelijke verbondenheid met onze belijdenisgeschriften en bijdraagt aan een groeiend geestelijk onderscheidingsvermogen.
Eenheid
Wie van harte gelooft en belijdt dat de inhoud van de gereformeerde belijdenis de meest volledige samenvatting van Gods Woord is, zal bij het geestelijke leidinggeven anderen willen wijzen op gidsen die ook in dat spoor gaan. Daarom wil ik graag mijn oproep herhalen om naast Gods Woord allereerst de rijke geestelijke erfenis van de Reformatie, de Nadere Reformatie, het puritanisme en het Reveil te bestuderen. Dit voor en naast hedendaagse theologen die geheel in het spoor van de gereformeerde belijdenis gaan. Dat kan met Gods zegen een belangrijk middel zijn ter verrijking van ons persoonlijk geestlijk leven, alsook ter bevordering van meer geestelijke eenheid tussen reformatorische christenen en kerken in ons land.
De auteur is hersteld hervormd predikant te Waarder.