Het was even spannend vorige week tijdens de jaarlijkse conventie van de Zuidelijke Baptisten die in St. Louis werd gehouden. Twee afgevaardigden toonden zich kritisch over de steun van de commissie voor ethiek en godsdienstvrijheid aan een groep moslims uit Bernards Township (New Jersey). Die heeft bij de rechter aangeklopt, omdat het stadsbestuur om bouwtechnische redenen de vergunning voor de bouw van een moskee weigert. Samen met een twintigtal andere organisaties –waaronder moslimgroepen– hebben de baptisten het ingediende beroep ondertekend.

Russell Moore, de voorzitter van de ethische commissie, verdedigt het besluit met het argument dat wie zelf godsdienstvrijheid wil hebben, solidair moet zijn met anderen die dat ook verlangen. Daarbij wijst hij op een tendens in de Amerikaanse samen­leving om van overheidswege de vrijheid van kerken en andere godsdiensten in te perken. „Ieder overheidsorgaan dat of iedere publieke instelling die dat doet, moet een gesloten front van godsdienstige gemeenschappen tegenover zich zien. We hebben elkaar als religieuze groepen hard nodig om het grondwettelijk recht op godsdienstvrijheid te beschermen en te waarborgen.”

Carl Gallups, baptistenvoor­ganger uit Milton (Florida), noemt de steun voor de bouw van deze „afgodstempel” onbegrijpelijk. „Onze kerken besteedden jaarlijks honderden miljoenen dollars om het Evangelie te brengen aan de moslims. We bidden voor hun bekering, en in ons eigen land bepleiten we tegelijkertijd ruimte te creëren om Allah te dienen.”

Gallups daagt Moore uit om één Bijbeltekst te noemen waarmee het omstreden besluit valt te verdedigen. „Wie de Bijbel als ijkpunt loslaat, heeft geen enkel argument meer om zich te ver­zetten tegen de aanvraag voor de bouw van een satanstempel.”

De kritiek van Gallups werd tijdens de conventie slechts door een beperkt aantal afgevaardigden gedeeld. De predikant uit Milton is daarover niet verbaasd. „Baptisten zijn vuurbang dat verzet tegen uitwassen van de grondwettelijke godsdienst­vrijheid als een boemerang zal terugkomen. Dat noem ik ongeloof. De kerk is niet veilig omdat de grondwet haar beschermt, maar omdat Christus over haar waakt.”

Het stoort Gallups dat Russell Moore en andere baptistenleiders de bezwaarden „met arrogantie” behandelen. „Moore gaat nauwelijks op onze argumenten in. Hij zegt alleen dat we ouderwets en bijna dementerend zijn, omdat we niet willen meebewegen nu de tijdsomstandigheden veranderen.” Gallups noemt dit kenmerkend voor de koers van de leiding van de baptistenkerk. „Die schuift meer richting het progressieve deel van onze kerken. Met als gevolg: een jaarlijkse uittocht van tienduizenden leden.”