Licht op de liturgie van Calvijn in Genève
Waarom zijn protestantse kerken doordeweeks dicht? Waarom wordt tijdens iedere doopdienst het doopformulier gelezen? Waarom is een trouwdienst wél een echte kerkdienst en een rouwdienst niet? Het antwoord op al deze vragen komt uit het Genève ten tijde van Calvijn.
De kerkgebouwen moeten buiten de erediensten dichtblijven om te voorkomen dat mensen daar allerlei bijgelovige praktijken gaan beoefenen. Het sacrament van de doop als teken van Gods trouw en belofte kan alleen worden verstaan door de gemeente als het in de volkstaal wordt bediend en als dat gepaard gaat met het onderwijs van het doopformulier. De bevestiging van een huwelijk gebeurt bij voorkeur tijdens een gewone kerkdienst omdat het van belang is dat de hele gemeente getuige is. De rouwrituelen spelen zich buiten de kerk af.
Zo gaat het tenminste in Genève in de periode tussen 1541 en 1564. Het eerste jaar markeert het moment waarop Calvijn, na zijn tijdelijke verbanning, terugkeert naar Genève en het kerkelijk leven daar gaat organiseren. Het tweede jaartal is het moment waarop de reformator sterft.
Deze periode komt tot leven in het instructieve boek ”Lifting Hearts to the Lord” van prof. dr. Karin Maag, verbonden aan het H. Henry Meeter Center for Calvin Studies van Calvin College in Grand Rapids (VS). Ze werpt daarin van verschillende kanten licht op de liturgische praktijken die onder invloed van Calvijn in Genève ontstonden en die door de overheid werden gehandhaafd of zelfs afgedwongen. Het boek vormt een onderdeel van de serie ”The Church at Worship: Case Studies from Christian History”, waarin eerder studies verschenen over de liturgieën van het 4e-eeuwse Jeruzalem en het 6e-eeuwse Constantinopel en die van een zwarte Holiness Church in Mississippi aan het begin van de 20e eeuw.
Avondmaalskelk
Maag gaat grondig te werk. Ze schetst allereerst het landschap waarin de Geneefse hervorming gestalte moest krijgen. Hoe groot was Genève eigenlijk en hoeveel kerken telde de stad? Hoe was de politieke situatie en wat was de positie van het zogenoemde consistorie? Hoe zag het er geestelijk uit voordat de stad in 1536 overging naar de Reformatie en hoe was dat tien jaar later? Wat zeggen allerlei voorschriften eigenlijk over hoe het er in de praktijk uitzag en wat doen we met het gegeven dat we veel via Calvijn weten en maar weinig via zijn collega-predikanten?
Vervolgens geeft Maag –en dat is het leeuwendeel van het boek– een groot aantal voorbeelden van hoe de liturgie van Genève eruitzag of hoe die als ideaal werd beschreven. Zo brengen afbeeldingen van een avondmaalskelk, het interieur van de Sint-Pieter, een tekstbord met de Tien Geboden, de gezangen in het psalmboek en de lijst waarop te zien is in welke volgorde de psalmen gezongen moeten worden de praktijk van toen dichtbij.
Meer nog weten we uit de pennenvruchten van met name Calvijn over liturgische zaken. Zo blijkt uit een brief die hij in 1561 schreef naar aanleiding van vragen over het avondmaal dat Calvijn zelf het liefst een maandelijkse viering zou willen. Daarvan kon hij de mensen echter niet overtuigen, waardoor er een praktijk ontstond waarbij er slechts viermaal per jaar een avondmaalsdienst was. Maar: Calvijn liet zijn mening zorgvuldig noteren, om het volgende generaties gemakkelijk te maken deze praktijk te corrigeren…
Interessant zijn ook de vertalingen die Maag geeft van delen uit het kerkboek ”La Forme des Prieres et Chantz Ecclesiastiques”. Prachtig geeft bijvoorbeeld het formulier om de doop te bedienen uit 1542 weer hoe Calvijn de kinderen van de gemeente zag.
Uit Calvijns commentaren zijn eveneens de nodige teksten over de eredienst te destilleren. Zo is zijn uitleg van 1 Korinthe 11:23-30 tegelijk óók een weerlegging van allerlei roomse gebruiken, zoals dat het volk alleen het brood kreeg en niet de wijn, en een verdediging van het gereformeerde standpunt ten aanzien van de aanwezigheid van Christus in het avondmaal.
Weerbarstig
De vraag is of alle idealen van Calvijn ook werden verwerkelijkt. Uit de verslagen van het consistorie, waarin predikanten, ouderlingen en stadsraadsleden zaten, wordt duidelijk dat de praktijk weerbarstig was. Mensen bleven vasthouden aan het bidden van de rozenkrans, de verering van Maria en de bedevaart naar het graf van Sint-Claude net buiten Genève. Vroedvrouwen bleven dopen, ouders gaven kinderen namen die op de zwarte lijst stonden (Claude, Melchior, Balthasar) en mensen liepen halverwege de kerkdienst –zelfs als het avondmaal werd gevierd– gewoon weg.
Met name op het platteland rond Genève was het moeilijk om de reformatie echt doorgevoerd te krijgen. Een heel systeem van boetes en andere straffen moest daar helpen om de mensen in het gereformeerde gareel te krijgen.
Van datzelfde platteland stamt een ontroerend document van ds. Charles Perrot, die in 1567 voor zijn opvolger op schrift stelt hoe hij te werk is gegaan. Hoe hij bezig was de kinderen het Onze Vader, de Tien Geboden en de geloofsbelijdenis in te prenten. Hoe hij voorafgaand aan de avondmaalsviering tijdens Pasen alle gemeenteleden persoonlijk wilde spreken, om hen aan te moedigen of juist te vermanen. Hoe hij bij het avondmaal aan het begin heel Psalm 23 liet zingen en aan het eind de Lofzang van Simeon. En hoe hij tijdens het catechese-uur voor mannen, vrouwen en kinderen na de dienst de Tien Geboden zong: de eerste tafel van de wet ter opening en de tweede tafel ter afsluiting.
Goede gids
Maag heeft op een mooie manier het Genève van Calvijn dichtbij gebracht. Sterk is dat ze vaak rechtstreeks vanuit de bronnen werkt, waarvan ze in veel gevallen een eigen vertaling geeft.
Keer op keer wordt duidelijk dat allerlei kerkelijke gebruiken die heden ten dage onder calvinisten nog steeds in zwang zijn, een-op-een bij Calvijn vandaan komen. De gereformeerde die op zoek wil naar z’n liturgische wortels heeft aan dit boek van Maag een goede gids.
Boekgegevens
”Lifting Hearts to the Lord. Worship with John Calvin in Sixteenth-Century Geneva”, Karin Maag; uitg. William B. Eerdmans Publishing Company, Grand Rapids, 2016; ISBN 978 0 8028 7147 3; 209 blz.; € 24,50.