Binnenland

Zeeuwse moestuin bijna zelfvoorzienend

Biologische producten kopen doen reformatorische lezers niet zo veel. Toch eten ze wel veel biologisch geteelde groenten. Uit de moestuin.

21 June 2016 11:01Gewijzigd op 16 November 2020 04:24
Karel de Vries met verse asperges uit eigen tuin. beeld RD, Anton Dommerholt
Karel de Vries met verse asperges uit eigen tuin. beeld RD, Anton Dommerholt

Met gepaste trots steekt Karel de Vries (51) een prachtige dikke asperge uit de kleigrond van zijn moestuin in ’s-Gravenpolder. „Heerlijk vinden wij ze.” Even later plukt de docent een bakje vol met helderrode aardbeien. „Iedere week haal ik een pond aardbeien. Die zijn in een gezin met zes kinderen snel op.”

Al meer dan een maand oogst De Vries groente en fruit uit zijn groentetuin van 400 vierkante meter op het terrein van volkstuinvereniging Weltevreden in het Zeeuwse dorp. Dat kan omdat hij bijna alle plantjes voorkweekt in een kas achter zijn huis in het dorp zelf. De Vries wijst naar een groot bed met slaplanten. „Gewone sla en ijsbergsla. Allemaal thuis gezaaid en ontkiemd. Zodra het niet meer vriest, gaan ze hier de volle grond in. En als er één doodgaat, heb ik thuis nog wat reserveplantjes.”

Zelfvoorzienend

Door zorgvuldig te plannen en veel tijd in de moestuin door te brengen, hoeft het gezin De Vries nauwelijks groente uit de supermarkt te halen. „Mijn vrouw haalt alleen in de winter af en toe een krop sla en een groentepakket voor de nasi of de bami. Verder zijn we qua groente geheel zelfvoorzienend. We eten nu nog van de aardappeloogst van vorig jaar. Uit de vriezer halen we bonen en koolsoorten van vorig jaar.”

Het tuinieren is een echte hobby van de docent aardrijkskunde en nlt (natuur, leven & technologie). „Ik geef les op de christelijke scholengemeenschap Prins Maurits in Middelharnis. Als ik daar na een dag lesgeven en vergaderen vandaan kom, is het heerlijk om even in de moestuin te ontspannen.”

Het tuinieren past ook bij het vak als landbouwkundige dat hij jarenlang uitoefende, onder andere voor de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) in Nigeria.

Maar De Vries vindt het vooral belangrijk dat hij zijn kinderen alleen groente en zacht fruit voorzet waarvan hij zeker weet dat het niet bespoten is met bestrijdingsmiddelen. „Ik ben niet helemaal tegen elke vorm van bestrijden. Ik probeer ziektes en schadelijke insecten zo veel mogelijk te weren. Bijvoorbeeld door netten over de gewassen te spannen of slakkenvallen te plaatsen. Alleen als er echt een forse uitbraak van ziektes of schadelijke beestjes is, gebruik ik biologisch afbreekbare bestrijdingsmiddelen zoals slakkenkorrels.”

Preventief

Preventief bezig is De Vries ook op het gebied van onkruidbestrijding. „Onkruid doodspuiten met bijvoorbeeld Roundup deed ik al niet. Het was al langer bekend dat dit bestrijdingsmiddel een schadelijk effect heeft op de gezondheid.

Ik probeer het onkruid zo veel mogelijk voor te zijn door in de herfst landbouwplastic over de bedden te leggen. De klei droogt daardoor niet uit en het onkruid kan niet groeien. In het voorjaar haal ik het doek weg, ga met mijn tuinfrees door de grond en plant het bed dan direct helemaal vol met de voorgekweekte gewassen. Die hebben een voorsprong op het onkruid en met een beetje geluk is het bed dan dichtgegroeid voordat er veel onkruid opkomt. In veel gevallen hoef ik maar één keer te wieden en dat scheelt een heleboel werk.”

Wat De Vries aan onkruidpreventie in het klein op zijn moestuin doet, wil de gemeente Borsele in het groot gaan doen. Als raadslid voor de SGP/ChristenUnie in de Zeeuwse gemeente volgt De Vries dat op de voet. „Onze wethouder is in België wezen kijken bij een gemeente waar de bestrating zodanig wordt aangelegd dat het onkruid er geen kans krijgt. Dat kan bijvoorbeeld door een ondergrond te gebruiken waar niets op wil groeien. Of de voegen tussen de tegels te dichten met cementachtige stof zodat het onkruid daar ook geen kans krijgt.

Binding met platteland

Dat reformatorische mensen bijna geen eten weggooien, zoals uit het RD-onderzoek blijkt, komt volgens De Vries doordat veel reformatorische mensen op het platteland wonen. „Ze hebben, meer dan mensen in de stad, een sterke binding met alles wat groeit en bloeit. Dat zorgt ervoor dat ze zuiniger zijn op de schepping. Mensen uit de achterban van het Reformatorisch Dagblad hebben relatief vaak een groentetuin. Als er bij ons echt wat over is, gaat het niet in de kliko maar naar de kippen.”


serie 
Rentmeesters

Dit is het tweede deel in een serie over duurzaamheid in de gereformeerde gezindte naar aanleiding van onderzoek van het RD. Over twee weken in Pluspunt deel 3: afval.


Korte lijntjes

Korte aanvoerlijnen en superverse producten, dat zijn volgens de 50-jarige Evert van Loo de grote voordelen van zijn groentetuin. Zo’n tuin is volgens hem superduurzaam omdat er geen diesel wordt verbruikt voor het vervoeren van de groente. „Er is op het gebied van biologische producten veel te koop dat eigenlijk dat label niet waard is. Neem die zogenaamde biologische boontjes uit Kenia. Kijk eens naar de transportkosten en de uitlaatgassen van vliegtuigen en vrachtwagen: hoe duurzaam zijn die boontjes dan nog?”

Zelf reed Van Loo als vrachtwagenchauffeur korte tijd voor Odin in Geldermalsen, een bedrijf dat biologische groentepakketten verspreidt in Nederland. Mensen die een zogeheten groenteabonnement hebben, kunnen die pakketten ophalen bij speciale afhaalpunten. „De bedoelingen van dat bedrijf zijn best goed. De wens van de consument maakt het werkbaar, want die wil zijn geweten sussen. Maar de facto is het mijns inziens nep.

Eten uit eigen tuin, of een tuinderij uit de plaats waar je woont, voldoet veel beter aan het biologisch ideaal omdat er dan geen sprake is van vervuilende vrachtwagens die de groente moeten vervoeren. En bovendien, verser kun je ze niet krijgen.”

Het hoeft volgens de Scherpenzeler allemaal niet zo ingewikkeld als het gaat om biologische producten. „Er is tegenwoordig zelfs biologisch zaad voor de tuin te koop. Onzin. Houd het simpel. Koop wat zaad, bemest je tuin zonder kunstmest, spuit geen bestrijdingsmiddelen, houd de aanvoerlijn kort. Dat is de basis, als die goed is, heb je in feite al biologisch eten.”

Meer over
Rentmeesters

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer