Onderscheiding Yad Vashem voor helpers Awraham Soetendorp
VELP. In de Grote Kerk in Velp wordt dinsdagmiddag de Yad Vashemonderscheiding ”Rechtvaardigen onder de Volkeren” postuum worden uitgereikt aan Bertus en Ria van der Kemp-Willemsen, die in de Tweede Wereldoorlog het leven hebben gered van de Joodse medeburgers Shalom Awraham Soetendorp –later bekend geworden als rabbijn– en Yvonne Sophia Roselaar.
Voorafgaand aan de plechtigheid wordt om 13.30 uur bij ”Monument voor moedige mensen in WO2” (Hoofdstraat/hoek Hogeweg) een plaquette onthuld en worden bloemen gelegd.
In de vroege zomer van 1943 stonden kort na elkaar mensen uit het verzet voor de deur van de Zuider Parallelweg 26. De een vervoerde Yvonne Sophia Roselaar in een fietstas, de ander droeg Awraham Soetendorp in een koffer met luchtgaten.
Ria van der Kemp-Willemsen deed de deur wijd open. In de Rooms-Katholieke Kerk waar zij en haar echtgenoot Bertus vaste bezoekers waren, had ze al onverschrokken en ondubbelzinnig laten weten dat ze beiden bereid waren Joodse kinderen te herbergen. Zij wilden doen wat nu eenmaal gedaan moest worden. En dat terwijl er NSB-sympathisanten in de buurt woonden.
Er was een bijkomende innerlijke drijfveer die mevrouw Van der Kemp bewoog om de grens van de angst te overschrijden. Ze was geboren en opgegroeid in Duitsland en wilde tonen dat althans zij, maar zeker ook vele Duitse burgers met haar, zich met heel hun wezen zich tegen het nationaal-socialisme verzetten.
En zo hadden zij al onderdak verschaft aan Yoke van Gelder, een meisje van tien jaar. Toen Tini van der Bilt, een jonge verzetsvrouw, in allerijl een kind van drie maanden moest herplaatsen uit een onveilig gebleken onderduikplaats, hoorde zij van het bereidwillige echtpaar Van der Kemp. En toen snel een meisje van wie de ouders al weggevoerd waren, in veiligheid moest worden gebracht, werd onmiddellijk aan dezelfde Van der Kemps gedacht.
In de woning van de Van der Kemps moest een hartverscheurende beslissing genomen worden. Het was te gevaarlijk om een tiener en zulke kleine kinderen samen op te vangen. Voor Yoke moest noodgedwongen een andere veilige plek gezocht worden. In Venlo heeft zij gelukkig bij een andere familie de oorlog weten te overleven. Yoke van Gelder is in februari van dit jaar overleden.
De kinderen zijn door Ria met liefde omgeven. Ze gingen haar moeke noemen. En Bertus zorgde ervoor dat het hen aan niets ontbrak. Zo maakte hij van zijn talent als koperslager gebruik om een flinterdunne koperen container te maken die hij, gebonden om zijn lijf, onmerkbaar onder zijn trui kon dragen. Zo kon hij week na week voldoende melk van de boer naar huis smokkelen.
De dag voor de bevrijding woedde de oorlog in Velp in alle hevigheid. Door de weinige Duitse soldaten werd een mitrailleur op paard en wagen gehesen om de indruk te wekken dat er nog een geduchte troepenmacht was.
Er werd hevig geschoten, overal vielen brandbommen. Zoals zovelen verschansten de pleegouders zich in de kelder, samen met de kinderen en inclusief Heinz, die gedwongen Arbeitseinsatz ontvlucht was, en enkele verdere inwonende familieleden.
Dichtbij sloeg een brandbom in. Pleegvader Van der Kemp klom uit de kelder om het vuur te blussen. Sjalommetje, die Bobby werd genoemd, klauterde achter hem aan. Een tweede granaat kwam gierend naar beneden. Van der Kemp boog zich beschermend over Bobby heen.
Van der Kemp werd getroffen en viel terug de kelder in. Bobby was ongedeerd.
Moeke rende in paniek naar buiten en klampte een jonge verpleegster aan, die ze vroeg om met haar mee te komen de kelder in, om te zien of haar man nog te redden was.
Toen de verpleegster vroeg: „Zal ik niet een dokter halen?”, antwoordde Moeke: „Nee, dat is te gevaarlijk, want ik houd twee Joodse kinderen verborgen.”
In de kelder kon de verpleegster alleen vaststellen dat Bertus gestorven was. De kinderen keken haar met grote, verschrikte ogen aan. Het werd voor mevrouw Van der Kemp en haar familie een bittere bevrijdingsdag.
Yvonne Roselaar, van wie de ouders en broer waren vermoord in Sobibor, werd opgevangen door haar familie. Sjalom Awraham Soetendorp werd herenigd met zijn ouders.
Yad Vashem in Jeruzalem is het instituut ter nagedachtenis van de zes miljoen Joodse slachtoffers van de Sjoa (Holocaust) en van de duizenden bloeiende Joodse gemeenschappen die door de nazi’s zijn verwoest in de periode 1939-1945. Het instituut is tevens een centrum van onderzoek naar zowel de oorzaken als de gevolgen van de Jodenvervolging tijdens de Duitse overheersing van grote delen van Europa voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het Yad Vashem Instituut is een Israëlische Rijksinstelling, die in 1953 werd opgericht door de Knesset, het Israëlisch parlement. Het doel van het instituut is niet alleen het herdenken van de slachtoffers, maar ook het eren van degenen die zich op bijzondere wijze verdienstelijk hebben gemaakt bij het redden van Joden. Het Yad Vashem Instituut heeft sinds 1953 over de hele wereld meer dan 26.000 mannen en vrouwen, onder wie meer dan 5.700 Nederlanders, op deze wijze geëerd.
Lees ook: Verborgen in Velp (Reformatorisch Dagblad, 25-02-2014)