Kerk & religie

„Cambodja heeft het Woord van God nodig”

Een goed gevulde Evenementenhal in Gorinchem, de bekendmaking van een nieuw zendingsland, en het thema ”Uw Koninkrijk kome”. Dat waren zaterdag de ingrediënten voor de zendingsdag van Zending Gereformeerde Gemeenten.

Van onze verslaggever
18 June 2016 19:34Gewijzigd op 16 November 2020 04:21

Ds. G. J. N. Moens opende de dag met een overdenking van het thema ”Uw Koninkrijk kome”, aan de hand van Matthéüs 6:10a en Psalm 45. „Christus is Koning van dit Koninkrijk”, zei de predikant uit Lisse. „Wat zou het een wonder zijn als de Heere onze zending zou willen gebruiken om Zijn Koninkrijk uit te breiden. Zijn pijlen zijn scherp en treffen in het hart van des Konings vijanden. Ieder mens is van nature een vijand van dit Koninkrijk. Geve de Heere dat door het zendingswerk volken onder Hem zullen vallen. Dan richt Hij in het hart Zijn Koninkrijk op, in het uur van de wedergeboorte. Dan wordt het hart vernieuwd en geopend en gaat de zondaar zeggen: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal.”

Zestigste zendingsdag

Het was voor de zestigste maal dat ZGG zijn jaarlijkse zendingsdag hield. Voorlichter Just van Toor hield een vraaggesprek met oud-voorzitter ds. J. J. van Eckeveld, bureaumedewerker A. Elshout en vrijwilliger W. H. Mooij over hun herinneringen aan de zendingsdagen van vroeger. Ds. Van Eckeveld herinnerde zich de zendingsdagen als echte familiedagen. „We namen brood mee en voelden ons verbonden met de opdracht van de Koning van de Kerk om het Woord uit te dragen.”

ZGG-directeur P. Eikelboom wees erop dat de tijd tussen Christus’ eerste komst en Zijn wederkomst wel ”de tussentijd” wordt genoemd. Die tussentijd heeft de Heere ook bestemd om zendelingen uit te zenden, om de heidenen te roepen tot het heil in Christus. „Iedere dag nadert het Koninkrijk van God Zijn voltooiing.”

Cambodja

„In afhankelijkheid van de leiding van Gods Geest” heeft ZGG het afgelopen jaar gezocht naar een nieuw zendingsveld. Ds. W. Harinck, secretaris van het deputaatschap voor de zending, maakte bekend dat ZGG aan het werk zal gaan in Cambodja. Samen met missioloog J. H. C. Kooiman maakte hij in mei een oriëntatiereis door Cambodja. Daarover zei de predikant uit Moerkapelle: „We vonden in Cambodja een geopende deur. Daar zijn miljoenen mensen die het Evangelie nog nooit hebben gehoord. Ze zitten gevangen in de duisternis van de zonde, in drankmisbruik, huiselijk geweld en prostitutie. Ze leven zonder God en zonder Christus. In Cambodja hebben we de roep gehoord: „Kom over en help ons.” Dat land heeft het Woord van God nodig.”

In de pauze konden de bezoekers twee workshops bijwonen. Peter van Olst, recent teruggekeerd uit Ecuador, vertelde hoe hij het werk daar heeft overgedragen. Dick Kroneman en Jan van Doleweerd vertelden over het Bijbelvertaalwerk en het theologisch onderwijs in Indonesië.

Dicht

Het middagprogramma werd geopend door zendingsdeputaat ds. S. Maljaars. Hij sprak over Handelingen 4:25b: „Waarom woeden de heidenen, en hebben de volken ijdele dingen bedacht?”

Het zendingswerk gaat door, maar het gaat wel door de strijd heen, zei de predikant uit Meliskerke. Als er beroering komt in dorre doodsbeenderen, komt de duivel ook in beweging. „Want de mond van zendingswerkers moet dicht, en het Woord moet dicht. Als het werk van Christus maar achtergehouden wordt, heeft hij zijn zin. Dan is het thema niet: „Uw Koninkrijk kome, maar Uw Koninkrijk verdwijne. Maar Gods Kerk heeft een machtig wapen, dat van het gebed. Daar ligt ook de opdracht voor het thuisfront, om in de binnenkamer te gaan, om de nood bij de Heere te brengen. Als de Heerser en de Almachtige zorgt Hij Zelf voor de voortgang van Zijn Woord in deze wereld, ook in Cambodja, ook in ons hart. Hij bewaart en vermeerdert Zijn Kerk.”

Guinee

Evangelist Bert de Wit liet aan de hand van beelden wat zien van het dorp Garama in Guinee waar hij werkt. „Zendingswerk is vooral de ander ontmoeten, waar hij zich ook op zijn levensweg bevindt, hoe het ook staat in zijn verhouding met God. Het werk begint met aandacht hebben voor de ander. En áls we de ander dan echt mogen ontmoeten, dan komt er ruimte voor het Woord van God, als we dat mogen hebben in de taal van die ander. Al wat de Vader aan de Zoon geeft, zal tot Hem komen. Zo krijgt Zijn Koninkrijk gestalte, totdat Hij komt.”

Ds. A. Verschuure sprak een slotwoord naar aanleiding van Matthéüs 13:30b: „Maar brengt de tarwe tezamen in mijn schuur.” Op de akker wordt het goede zaad gestrooid, zei de predikant uit Scherpenzeel. „Maar ’s nachts komt de vijand, die strooit ook zaad, zaad van een giftige plant. Wat zaaien wij: goed zaad, of zaad van de boze?”

De landeigenaar zegt niet dat het zaad van de boze moet worden uitgeroeid. „Hij zegt: Laat het samen opgroeien, tot de oogst. Op de dag van de oogst vindt naar de regering Gods de voltooiing van het Koninkrijk plaats. Dan wordt het één van tweeën: het onkruid wordt verbrand in het vuur, de tarwe wordt verzameld in de schuur. Straks komt heel de Kerk thuis, uit alle geslachten, talen en natiën, de kleinen met de groten, uit Nederland, Guinee en uit Cambodja. Straks zal het zijn een schare die niemand tellen kan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer