Verheerlijken
Johannes 16:14a
„Die zal Mij verheerlijken.”
Hier wordt het grote werk van de Geest genoemd. „Hij zal”, zegt Christus, „Mij verheerlijken.” Tot dit doel wordt Hij gezonden. Om dit werk te doen komt Hij, zoals het Christus’ doel en werk was om de Vader verheerlijken, Die Hem zond. Dit moeten allen die het nodig hebben te bidden om Zijn bijstand in hun werk of ambt in Gods kerk steeds in gedachten houden. Hij wordt hun gegeven, opdat zij door Hem, Jezus Christus, heerlijkheid zouden geven en toebrengen.
Hoe de Heilige Geest de Heere Christus verheerlijkt, wordt ook toegelicht. Hij zal ontvangen van het Mijne, en het u tonen. Het meedelen van geestelijke dingen van Christus door de Geest wordt hier ontvangen ervan genoemd. Zoals het meedelen van de Geest van de Vader, door de Heere Christus aan Zijn discipelen, het ontvangen van de belofte wordt genoemd.
Van Hem wordt niet gezegd, dat Hij die ontvangt alsof Hij die tevoren niet had. Want wat kan Hij, Die God is, ontvangen? Alleen wanneer Hij begint die dingen aan ons te geven, omdat ze in het bijzonder de zaken van Christus zijn, wordt van Hem gezegd dat Hij die ontvangt. Want wij kunnen niets geven van eens anders goed dan hetgeen wij van Hem ontvangen.
John Owen, predikant te Fordham (”Een verhandeling aangaande de Heilige Geest”, 1746)