Opinie

Vrijheid van opvoeding

Het is te verwachten dat het thema vrijheid van opvoeding de komende decennia in de publieke discussie meer aandacht zal krijgen.

dr. C. S. L. Janse

7 May 2016 13:55Gewijzigd op 16 November 2020 03:23
beeld Sjaak Verboom
beeld Sjaak Verboom

Dat staatssecretaris Dekker een tegenstander is van thuisonderwijs, is inmiddels wel duidelijk. Het liefst zou hij dat verbieden, net als in Duitsland het geval is, maar tot dusver krijgt hij de Kamer daar niet in mee.

In Amerika daarentegen is ”home schooling” legaal en ook gangbaar. Zo’n 2 miljoen kinderen in de VS krijgen thuisonderwijs, van wie de helft vanuit godsdienstige motieven. De aanwezigheid van confessionele scholen die volledig door de overheid worden gesubsidieerd, zal verklaren waarom thuisonderwijs om godsdienstige redenen in Nederland nooit veel opgang heeft gemaakt. Het vergt nu eenmaal een behoorlijke tijdsinvestering om je kinderen zelf les te geven.

In de loop der eeuwen heeft zich in de maatschappij een differentiatieproces voltrokken. Taken die vroeger door het gezin of de kerk werden vervuld, zijn steeds meer verzelfstandigd. Dat geldt ook van het onderwijs.

Jongeren moeten veel meer leren dan voorheen om in de maatschappij hun weg te vinden en hun brood te kunnen verdienen. Vroeger was het tamelijk vanzelf­sprekend dat ze qua beroep en maatschappelijke positie in het voetspoor van vader en moeder zouden gaan. De kennis en levenservaring die hun ouders aan hen overdroegen, vormden daarvoor een voldoende basis. Dat is nu volstrekt anders geworden.

Vandaar dat in steeds meer landen de leerplicht is ingevoerd. In Nederland was dat in 1900 het geval. Overigens stemden destijds bijna alle confessionele Kamerleden tegen. Een van hun bezwaren was dat de Leerplichtwet een forse inbreuk betekende op het ouderlijk gezag.

In de discussie over het thuisonderwijs gaat het inderdaad om de grenzen van het ouderlijk gezag. Hebben ouders het recht om hun kinderen thuis te houden om hun zelf onderwijs te geven? Ook op andere terreinen staan de grenzen van het ouderlijk gezag ter discussie. Bijvoorbeeld als het gaat om vaccinaties. Ouders mogen hun kinderen tegenwoordig geen lijfstraf meer geven. Zelfs de pedagogische tik is inmiddels verboden, al zal die in de praktijk van de gezinsopvoeding niet altijd afwezig zijn.

Versnelde ontvoogding

De afgelopen decennia was er sprake van een versnelde ontvoogding van jongeren. De verlaging van de meerderjarigheids­leeftijd van 21 naar 18 jaar is daar een duidelijk voorbeeld van. Voor 1970 moest je tot je dertigste jaar toestemming van je ouders hebben om een huwelijk te kunnen sluiten. Ook wat betreft medische behandelingen is de stem van de desbetreffende jongere zwaarder gaan wegen.

Over het geheel genomen is deze vervroegde mondigheid van jongeren niet positief te duiden. Ook al heeft elke leeftijdsgrens iets arbitrairs, jongeren worden nu wel erg gauw geacht op eigen benen te kunnen staan.

Het betekent ook dat wanneer de overheid tegenwoordig de ouders aanspreekt op het overmatige drankgebruik van jongeren, dat niet zo veel effect heeft. Veel ouders hebben weinig meer te vertellen over hun kinderen als ze eenmaal een jaar of veertien zijn geweest.

Naast de belangrijke rol die de school heeft gekregen en de versnelde ontvoogding van jongeren is er ook in ander opzicht sprake van functieverlies van het gezin. Dat betreft met name de jonge kinderen. Het toenemende aantal buitenshuis werkende moeders leidt ertoe dat steeds meer kinderen buiten gezinsverband worden verzorgd en opgevangen. Recent kondigde minister Asscher een verdere uitbreiding van de opvangmogelijkheden aan.

Met twee inkomens kan een gezin zich financieel meer veroorloven. Het twee­verdienerschap wordt in Nederland fiscaal in hoge mate gestimuleerd, terwijl de kinder­opvang zwaar gesubsidieerd wordt. Bovendien levert het werken buitenshuis voor de (hoger opgeleide) moeder meer status op dan wanneer zij thuis voor de kinderen zorgt. Helaas laten velen zich daardoor leiden. Duidelijk is ook dat een gezin met één of twee kinderen zich makkelijker voegt in dit moderne patroon dan een groter gezin.

Verder geldt dat een hoog percentage echtscheidingen en verbroken samen­woningsrelaties het traditionele beeld van het gezin als een veilige en stabiele plek voor kinderen in een woelige wereld ondermijnt. Nogal wat kinderen groeien op in een eenoudergezin of met een stiefouder. De negatieve gevolgen daarvan (slechtere schoolprestaties, financiële problemen, seksueel misbruik) zijn in veel gevallen duidelijk aanwijsbaar.

Falende gezinnen

Zeker in christelijke kring is vanouds de grote waarde van huwelijk, gezin en gezinsopvoeding beklemtoond. Vanuit de Bijbel is dat ook goed te onderbouwen. De ouders zijn primair verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen en de kinderen wordt voorgehouden hun vader en moeder te gehoorzamen en te eren.

Maar ook hier geldt dat de zonde in de wereld gekomen is. Terwijl de structuren van huwelijk en gezin verzwakt zijn, is het opvoeden van kinderen in de moderne maatschappij veeleer moeilijker geworden. Dat geldt zeker voor gezinnen die trachten te leven naar Gods Woord.

Wat dient de rol van de overheid daarin te zijn? We moeten helaas constateren dat de overheid de laatste halve eeuw vooral heeft bijgedragen aan een relativering van de fundamentele betekenis van huwelijk en gezin. Het jongste voorstel tot wijziging van het huwelijksgoederenrecht staat ook in dat kader.

Maar er zijn natuurlijk ook een heleboel gezinnen waar de opvoeding veel te wensen overlaat. Daar worden kinderen de dupe van. Dat kan een stempel op hen zetten, dat ze voor de rest van hun leven meedragen. Het zou verkeerd zijn om allerlei wantoestanden te laten voortbestaan met een beroep op de autonomie van het gezin.

De kritische houding die de laatste tijd wordt ingenomen ten opzichte van het thuisonderwijs wordt duidelijk ook ingegeven door de vrees dat radicale moslim­ouders hun kinderen thuishouden om hen op te voeden in een volstrekt vijandige houding ten opzichte van de westerse cultuur. Daar kan men zich iets bij voorstellen.

Goede keuze

Daarbij moeten we wel bedenken dat kritiek op een strengislamitische opvoeding in de huidige tijd gemakkelijk betekent dat ook een strengchristelijke opvoeding onder vuur komt te liggen. Weliswaar hoeft men er daarbij niet beducht voor te zijn dat terrorisme wordt aangeprezen, maar strengchristelijke ouders wijzen wel bepaalde hedendaagse waarden af. Denk alleen maar aan de volledige acceptatie van homo­seksualiteit.

Gemakkelijk worden het belang van de maatschappij en de vermeende rechten van het kind in stelling gebracht tegen het recht van de ouders om hun kinderen naar eigen levensbeschouwelijke inzichten op te voeden. Het is te verwachten dat dit thema van de vrijheid van opvoeding de komende decennia in de publieke discussie meer aandacht zal krijgen. Mag je je kinderen dwingen om mee te gaan naar de kerk, als ze daar geen zin in hebben?

In het heersende liberale opvoedingsmodel gaat het erom de kinderen op te voeden tot mondigheid, zodat ze hun eigen, authentieke keuzes kunnen maken, ook op levensbeschouwelijk gebied. In een Bijbels opvoedingsmodel gaat het daarentegen om een opvoeding in de vreze des Heeren. Daar staat niet de vrije keuze centraal, maar gaat het erom dat, door genade, de goede keuze mag worden gedaan.

Uiteraard zal men bij een christelijke opvoeding en ook in het reformatorisch onderwijs niet voorbijgaan aan allerlei kritische vragen die bij jongeren opkomen. Aandacht moet geschonken worden aan godsdienstige en levensbeschouwelijke stromingen waarmee ze in aanraking komen en aan allerlei dubieuze gewoonten en gedragingen die tegenwoordig gangbaar zijn.

Niet om de jongere de gelegenheid te geven daaruit een vrije keuze te maken, maar om de gevaren onder ogen te zien. Voorop moet immers staan de keus van het smalle pad: „Dit is de weg, wandel in dezelve” (Jes. 30:21).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer