Jonge moslims zijn trotser op geloof dan jonge christenen
BERLIJN. Voor jonge moslims in Duitsland speelt het geloof in het dagelijks leven een grotere rol dan voor jonge christenen. Dat meldt het Duitse persbureau Idea op grond van een studie van het onderzoeksinstituut Sinus.
Volgens de studie geven moslimjongeren duidelijker dan andere jongeren aan dat ze waarde hechten aan bepaalde geloofspraktijken. Ze noemen bijvoorbeeld hun betrokkenheid bij de Koranstudie, de regelmatige gebeden, de vastenmaand ramadan, het Offerfeest en het Suikerfeest. Velen van hen identificeren zich op een zelfbewuste, positieve manier met hun geloof, vrij van twijfel. Dat geloof wordt ook zeer sterk in de sociale samenhang van de familie beleefd.
Christelijke jongeren zijn op al die punten terughoudender. Ze spreken volgens het onderzoek wel positief over hun geloof, maar haasten zich ook om dat op sommige punten te relativeren. Bijvoorbeeld met de uitspraak: „Dus echt zwaar religieus ben ik niet.” Ze proberen in hun sociale omgeving te peilen in hoeverre hun religie geaccepteerd is. Als „strenggelovig” willen ze niet gezien worden.
Voor christelijke en niet-religieuze jongeren is wat er ná de dood komt een belangrijke vraag. Bij moslimjongeren speelt dat niet zo, daar gaat het meer om de vraag wat rechtvaardig en moreel juist is. Religieuze geboden en verboden hebben bij jonge moslims veel meer gewicht in het dagelijks leven dan bij jonge christenen.
De ondervraagde moslims, in de leeftijd van 14 tot 17 jaar, beschrijven hun geloof voornamelijk als een algemene levensinstelling die de hele dag door aanwezig is. Het mijden van alcohol en varkensvlees en het dragen van een hoofddoek zijn voor hen voorbeelden van religieus handelen. Zulke dingen werken binnen hun geloofsgemeenschap ook als „herkenningsteken.”
Levensstijl
Niet-religieuze jongeren houden zich volgens de studie vaak intensief bezig met het bestuderen van de grote wereldreligies. Velen van hen bidden ook tot God of een andere hogere macht. Ze zijn vooral geïnteresseerd in de (in Duitsland) minder vaak voorkomende religies, zoals boeddhisme, hindoeïsme en jodendom. De diverse dogma’s en overtuigingen wekken hun nieuwsgierigheid, maar belangrijker nog is de bijbehorende levensstijl.
Elke vier jaar onderzoeken wetenschappers van het Sinusinstituut wat jonge mensen in Duitsland beweegt. Deze keer komen ze tot de conclusie dat de meeste jongeren zich oriënteren op de maatschappelijke mainstream. Ze zijn bereid zich aan te passen en afgeleide deugden zoals discipline en nauwkeurigheid te accepteren. Daaruit blijkt volgens de onderzoekers „een verlangen naar acceptatie, geborgenheid, houvast” bij de ondervraagde jongeren.
