Binnenland

Groningers vechten voor smartengeld

ASSEN. Over een kleine maand mogen 150 gedupeerden een poging wagen de rechter in Assen te overtuigen van de immateriële schade die zij hebben geleden door de aardbevingen in Groningen.

Gerard den Elt
26 April 2016 16:34Gewijzigd op 16 November 2020 03:09
Raadsman Huitema van de Groningse aardbevingsslachtoffers wil dat de rechtbank in Assen zich binnenkort  ook uitspreekt over de aantasting van het woongenot.  beeld ANP, Catrinus van der Veen
Raadsman Huitema van de Groningse aardbevingsslachtoffers wil dat de rechtbank in Assen zich binnenkort ook uitspreekt over de aantasting van het woongenot.  beeld ANP, Catrinus van der Veen

Zij eisen van de Staat der Nederlanden en de NAM smartengeld voor gederfde levensvreugde, aantasting van het woongenot en in enkele gevallen voor het oplopen van angststoornissen en PTSS.

Het is een proefproces in het streven naar erkenning van het leed dat in stilte wordt geleden boven op de Groningse gasbel, zegt hun advocaat Pieter Huitema van De Haan Advocaten. „In de rest van Nederland is weinig bekend van wat mensen in het aardbevingsgebied doormaken”, zegt hij.

Frustraties

Op 23 mei zullen de gedupeerden in een gezamenlijke claim die persoonlijke gevolgen, ergernissen en frustraties overbrengen, in de hoop dat de rechtbank oor heeft voor hun kreten van onmacht. „Het gaat niet om het grote geld, want we verwachten geen grote schadevergoedingen, het gaat hun vooral om de erkenning”, aldus Huitema.

De afgelopen maanden zijn al veel stukken tussen eisers en gedaagden uitgewisseld, nu mogen de aardbevingsslachtoffers eindelijk hun zegje doen. Huitema tempert de hoop op een snel succes. Alvorens de gezamenlijke claim eventueel wordt toegewezen door de opeenvolgende rechtsinstanties, zijn we jaren verder. De overheid en de NAM zijn volgens Huitema niet bereid te schikken en wijzen de groepsclaim vooralsnog van de hand.

De NAM zegt op dit moment geen uitspraken te willen doen over de kwestie. „Wij wachten de zitting op 23 mei af”, aldus een woordvoerster van het gaswin­bedrijf.

Minister Kamp van Economische Zaken werkt aan een wetswijziging waarin de omkering van de bewijslast bij aardbevingsschade in Groningen wordt geregeld, maar dat geldt alleen voor materiële gevolgen van de gaswinning.

„Dat is vreemd”, stelt Huitema. „Want als je de bewijslast omkeert, geldt dat voor alle schade. Dus ook de immateriële.”

Principieel

Professor Ivo Giesen, hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit Utrecht, noemt de rechtszaak om meerdere redenen „uitzonderlijk en interessant.” Hij plaatst wel kanttekeningen bij de procedure. Elk schadegeval moet volgens hem op zijn persoonlijke merites worden beoordeeld. Dat houdt per individuele kwestie een behoorlijke bewijslast in. „Collectieve claims bij smartengeld kennen we niet”, aldus Giesen.

Huitema erkent dat, maar zegt aan te sturen op een principiële uitspraak van de rechter. „Pas als onze claim wordt toegewezen, zullen we in een schadestaatprocedure per individu de omvang en de hoogte van de schade door de rechter laten bepalen.”

Stressstoornis

Prof. Giesen wijst tevens op het beperkte aantal uitzonderingen waarin smartengeld kan worden toegekend, zoals bij letsel van verkeersslachtoffers of na medische fouten. „Maar in de aardbevingsgebieden in Groningen zie ik niet zo gauw persoonlijk letsel.”

Enig denkbare uitzonderingsgrond is volgens hem een vorm van posttraumatische stressstoornis (PTSS). „Er moet een psychiatrische erkend ziektebeeld zijn”, aldus Giesen. Daarvan moet ook een dossier zijn. „Ongemak of frustratie bij de aardbevingsslachtoffers –hoe vervelend ook– komt volgens de wet niet voor smartengeld in aanmerking.”

Raadsman Huitema stelt in een reactie dat er „behoorlijke dossiers” bestaan, waaronder die van mensen met PTSS en ander psychisch leed. „Maar ook over de aantasting van het woongenot willen we een uitspraak. Je zult maar dag in, dag uit bouwvakkers over de vloer hebben.”

Indien de claims zouden worden toegewezen, zijn er volgens Giesen schadevergoedingen van Amerikaanse proporties ondenkbaar. De Nederlandse rechters zijn niet zo scheutig? „Die vraag kan ik volmondig met ja beantwoorden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer