Verdeelde reacties op stranden lijmpoging
De reacties van enerzijds het Comité en het Gekrookte Riet en anderzijds de Gereformeerde Bond op de mislukte poging van het hervormde synodebestuur om het gevaar van scheuringen af te wenden, lopen sterk uiteen. Het Comité en het Gekrookte Riet menen dat zij „bijbelse beginselen zouden prijsgeven” als ze op de voorstellen van het synodebestuur waren ingegaan. De Gereformeerde Bond vraagt zich af „of er nog medewerking van het Comité te verwachten is om een breuk te voorkomen.”
In een urenlang gesprek op vrijdag 26 maart van het hervormde moderamen met het Comité en de Gereformeerde Bond -Het Gekrookte Riet was niet op de uitnodiging ingegaan- kwam het synodebestuur met een voorstel dat was gebaseerd op de moties van ouderling M. Burggraaf en ds. G. de Fijter. Beide moties waren tijdens de laatste hervormde synode, op donderdag 11 maart, aangenomen. Het moderamen wilde samen met het Comité, het Gekrookte Riet en de Bond een gezamenlijke verklaring naar buiten brengen. Daarin zou onder meer komen te staan dat na 1 mei kerkenraden, ambtsdragers en gemeenteleden „niet gedwongen zullen worden te aanvaarden wat het gereformeerde belijden weerspreekt” en dat ze „met anderen in de kerk het gesprek zullen aangaan om, in gehoorzaamheid aan het Woord van God, tot een beter verstaan van het belijden te komen.” Het moderamen deelde vrijdagavond echter in een persbericht mee dat het Comité het voorstel had afgewezen.
In een zaterdag uitgegeven gezamenlijke persverklaring laten het Comité en het Gekrookte Riet weten dat ze naar hun mening bijbelse beginselen hadden prijsgegeven als ze op de voorstellen waren ingegaan. „Graag hadden wij anders bericht. Wij huiveren bij alle gevolgen van de huidige kerkelijke koers.”
Als toelichting schrijven de beide organisaties dat de inhoudelijke bezwaren tegen de moties-Burggraaf en -De Fijter onverminderd van kracht blijven. In een eerder persbericht over de motie-Burggraaf verklaarde het Comité dat deze „principieel onoverkomelijk” en „kerkjuridisch levensgevaarlijk” is. In het laatste nummer van Het Gekrookte Riet werd hieraan adhesie betuigd. „De acceptatie van de beide moties zou betekenen dat we toch gebonden worden aan het geheel van het belijden en de kerkelijke regelgeving van de Protestantse Kerk in Nederland”, aldus het persbericht.
Het gesprek met het moderamen heeft het Comité en Het Gekrookte Riet „opnieuw geleerd dat het onmogelijk is om binnen de PKN alleen gebonden te zijn aan de gereformeerde belijdenis - zoals onder andere voorgestaan door het convenant van Alblasserdam. Alle mogelijke oplossingen die werden aangedragen om onveranderd te blijven bij de grondslag van de Nederlandse Hervormde Kerk, bleken niet bespreekbaar te zijn”, staat in de persverklaring.
De beide organisaties wijzen erop dat het moderamen in het laatst gedane voorstel opnieuw verzekert „dat we persoonlijk en als gemeente niets zouden hoeven te aanvaarden wat tegen Gods Woord en mitsdien tegen de gereformeerde belijdenis ingaat. Uit het gesprek met het moderamen is echter zonneklaar gebleken dat voorwaarde voor het gezamenlijke kerk-zijn blijft dat we de desbetreffende onbijbelse leringen en praktijken wel als kerkelijk wettig moeten erkennen en respecteren. Dit is voor ons onmogelijk. Wat zonde en dwaling is voor God, is het ook in het geheel van de kerk.”
Het Comité en het Gekrookte Riet zeggen dat ze graag „een principieel verantwoorde oplossing” zouden zien. „We maken ons grote zorgen over de scheuringen en breuken die bezig zijn zich te voltrekken. Maar er zijn voor ons onopgeefbare overtuigingen in het geding”, aldus de persverklaring.
Ook het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond reageert in een persbericht op de uitkomst van het gesprek dat het moderamen met bezwaarden voerde. Namens de Bond waren ds. G. D. Kamphuis, ds. R. H. Kieskamp en drs. P. J. Vergunst erbij aanwezig. „Vanwege onze zorg voor al de bezwaarden wisten wij ons intens betrokken bij het urenlange gesprek, waarin op voorzichtige en zorgvuldige wijze gezocht is naar een weg waarin heel de kerk bijeen kon blijven”, aldus het communiqué. „Gezien de voorstellen van en de bereidheid bij het moderamen, alsmede gezien de eerste reactie van enkele bestuursleden van het Comité, waren wij hoopvol dat enkele weken voor 1 mei er alsnog uitkomst zou komen.”
Het hoofdbestuur zegt nu „met grote teleurstelling kennis te hebben genomen van het feit dat het Comité deze handreiking van het moderamen heeft afgewezen. Nu de aanzet tot een oplossing binnen handbereik was, nu de kerkordelijk mogelijke grenzen zijn opgezocht aan de hand van de moties-Burggraaf en -De Fijter, is het werkelijk onbegrijpelijk dat deze weg is afgewezen. ”Waar de wil er is, is een oplossing voorhanden”, zo is vaak tegen de synode gezegd. Wij zijn er getuige van geweest dat de echte wil er bij het moderamen van de synode was. Wij vragen ons in gemoede af of er nog medewerking van de kant van het Comité te verwachten is om een breuk te voorkomen”, aldus het hoofdbestuur van de Bond.
De Gereformeerde Bond benadrukt dat wie zich „ten volle verbonden weet aan de gereformeerde belijdenissen”, zoals in de gezamenlijke verklaring was geformuleerd, daarmee tegelijk alle dwalingen verwerpt. „Dat is in de verklaring zelf ook verwoord: niemand wordt gedwongen „te aanvaarden wat het gereformeerde belijden weerspreekt.” Wat dus in de kerkorde of in de ordinanties het gereformeerd belijden weerspreekt, hoeft niet aanvaard te worden. Zo hebben hervormd-gereformeerden in de afgelopen eeuw voortdurend in de kerk gestaan. Zij hebben heel de kerk op het oog gehad”, aldus de persverklaring.
De Bond schrijft „nu des te meer een zeer dringend beroep op ambtsdragers en gemeenteleden te doen op deze wijze binnen de kerk te blijven.” Het hoofdbestuur „roept na deze handreiking -na diepgaand gesprek in een sfeer van ootmoed en bewogenheid totstandgekomen- alle hervormd-gereformeerden meer dan ooit op om op hun post te blijven binnen het geheel van de kerk en haar niet te verlaten. Wij dragen mede schuld aan het verval van de kerk.”
„Mede in het licht van deze laatste handreiking kunnen gemeenten toch niet scheuren, kan en mag Christus’ lichaam toch niet weer smadelijk worden verbroken, kunnen de tafels van het heilig avondmaal niet weer gedeeld worden?” stelt de Bond vragenderwijs. „De gemeenschap van de kerk verbreken is zonde, als het geen plicht is. Hier is het geen plicht, omdat we eerlijk voor Gods aangezicht de gemeenten en de kerk kunnen dienen met het heilig Evangelie van het kruis.”
Het hoofdbestuur van de GB vraagt „de broeders van het Comité nadrukkelijk zich te herbezinnen op hun afwijzing en alsnog tot aanvaarding van deze handreiking te komen. Niet met de gedachte dat daarmee alle problemen zijn opgelost en dat de bezwaren zijn verdwenen. Wel met de gedachte dat nu de heilloze strijd, de afschuwelijke verdeeldheid, zou luwen. Overeenkomstig onze roeping getuigen wij van Gods heilig Evangelie, van het recht van Christus op heel de kerk, op al de gemeenten; niet buiten maar binnen de kerk”, aldus de persverklaring.