Baptisten trainen in Amman tentenmakers
Tentenmakers uit de kring van de baptisten hebben enkele weken geleden in de Jordaanse hoofdstad Amman strategisch overleg gevoerd over hun zendingservaringen in moslimlanden. Doorgaans gaan deze mensen twee aan twee uit.
Veel van de tentenmakers deden dit werk voor het eerst. Zij evalueerden met oudere collega’s de mogelijkheden en beperkingen van deze vorm van zending bedrijven. De zendelingen evangeliseren in hun vrije tijd.
Uit de kring van de behoudende Zuidelijke Baptisten in Amerika zijn ongeveer achttien gezinnen in gesloten landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten als tentenmaker aan het werk. Hun bediening wordt uitgeoefend in overleg met de internationale zendingsbond van de baptisten en met de theologische opleiding van de Zuidelijke Baptisten. Daartoe is een speciaal doctoraalprogramma internationale kerkstichting opgezet voor theologiestudenten, met als hoofdvak missiologie.
Studenten studeren eerst twee jaar aan het Wake Forest-seminarie en vervolgens moeten ze twee jaar in het buitenland praktische ervaring opdoen. Als ze in het buitenland zitten, komt de opleiding enkele weken naar hen toe voor vervolgcolleges.
Professor Ken Eitel, hoofd van de afdeling die baptistenzendelingen opleidt, ziet verschillende mogelijkheden om hoogleraren les te laten geven op het zendingsveld zelf. Hij denkt dat zowel de studenten als de hoogleraren beter bij de les blijven als ze zich bevinden op het zendingsveld en aan den lijve ervaren wat de problemen zijn. Zodoende heeft er interactie plaats tussen de studenten met hun concrete ervaring en de docenten met hun onderwijskundige kennis. De collega’s krijgen daardoor volgens Eitel meer werkelijkheidsperspectief. De vervolgcursussen in het werkveld leggen nadruk op het met andere ogen kijken naar vreemde culturen en de in elk land specifieke problemen bij de opzet van christelijke gemeenten.
De bijeenkomst in Amman was ook bedoeld voor onderlinge bemoediging en voor het uitwisselen van ervaringen.