Nieuwe rol diaken: gemeenteleden steunen bij persoonlijke inzet
VEENENDAAL. Diakenen hebben een nieuwe rol: gemeenteleden ondersteunen bij het omzien naar de ander. Bert Roor, docent pastoraal werk en diaconie aan de Christelijke Hogeschool Ede, zei dat woensdag op een thema-avond van de ChristenUnie in Veenendaal over „de rol van kerken in het sociaal domein”.
Op de thema-avond werden de resultaten gepresenteerd van een onderzoek van de plaatselijke fractie van de ChristenUnie. Daaraan werkten 26 van de 32 kerkelijke gemeenten in Veenendaal mee. Uit het onderzoek blijkt dat de kerken in Veenendaal sterk bij zorg en welzijn zijn betrokken. Veel geloofsgemeenschappen in de Utrechtse gemeente zijn actief met budgetadvies en schuldhulp, praktische diensten (klussen, vervoer) en hulp bij het aanvragen van een uitkering of het vinden van werk.
Maatschappelijke opvang, verslavingszorg en dagbesteding voor ouderen en mensen met een beperking beschouwen de kerken als een taak van de overheid. Een enkele geloofsgemeenschap onderneemt echter ook activiteiten op deze terreinen.
Over ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers, opvoedhulp en zorg voor kinderen en jongeren wordt verschillend gedacht. Sommige kerken zien daarin een gedeelde verantwoordelijkheid van overheid en kerk. Voor andere geloofsgemeenschappen zijn ze vooral kerkelijke taken, waaraan zij vaak ook al uitvoering geven. Ook kerken die op dit vlak nog niets doen, overwegen activiteiten rond opvoedondersteuning en zorg voor kinderen en jongeren.
De ChristenUnie maakt uit de verzamelde gegevens op dat een meerderheid van de kerken verzoeken om ondersteuning ontvangt vanuit de eigen kring of van mensen buiten de kerk. De meeste kerken zien een rol voor zichzelf in het geven van informatie en advies over zorg en welzijn. Vaak brengen ze dat ook reeds in praktijk.
„Een kerk die echt present wil zijn in het sociale domein moet zichzelf verbouwen tot een diaconale catamaran met twee drijvers”, reageerde CHE-docent Roor. „De ene drijver is de kerkelijke presentie via sociale en hulpverlenende activiteiten. De andere drijver is het steunen van de gemeenteleden in hun persoonlijk omzien naar de ander – verhalen delen, leren van elkaar, bemoedigen en toerusten. Op het dek zorgen de diakenen voor uitwisseling, afstemming en begeleiding.”
Roor ziet mogelijkheden voor samenwerking tussen kerk en overheid. „Waarom pakt het diaconaal platform van de kerken in Veenendaal die toerusting van gemeenteleden niet gezamenlijk op met de welzijnsorganisatie Veens?” De docent, die in Veenendaal woont, signaleerde dat plaatselijke activiteiten die de laatste jaren van de grond kwamen, vaak een kerkelijke oorsprong hadden maar uiteindelijk voor de gehele samenleving worden uitgevoerd, zoals de voedselbank, Schuldhulpmaatje en Present.
Dirk van Schepen, docent management en filosofie aan de CHE, ging in op de bijdrage van kerken aan de democratie. „In geloofsgemeenschappen komen gelovigen niet alleen samen om hun geloof te beleven, maar worden ze ook als mens gevormd. Die vorming leidt tot een bepaald perspectief op de samenleving en op je eigen rol daarin, als zorgverlener én als zorgvrager. Deze invalshoek helpt verder te kijken dan de vraag hoeveel zorgproductie kerken kunnen leveren.”
Kerken dienen volgens Van Schepen hun rol in het sociale domein niet te overschatten. „Denk niet dat je met de nieuwe taken in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning verloren gebied aan het terugveroveren bent. Diaconaat mag geen strategie in een evangelisatie-agenda zijn. Je moet simpelweg doen wat op je pad komt.” Aan de andere kant moeten kerken hun betekenis ook weer niet onderschatten, aldus Van Schepen. „Ze leveren als ‘oefenplaatsen van deugden’ een belangrijke bijdrage aan burgerschapsvorming, tot heil van de samenleving.”
Jolanda de Heer, ChristenUnie-wethouder in Rhenen en voormalig raadslid in Veenendaal, sprak over de ontwikkelingen in de zorg voor jeugd en de kansen voor kerken op dit terrein. „Gemeentebestuur en kerken hoeven geen koudwatervrees voor elkaar te hebben. Ze gaan gelukkig niet over elkaars beleid en besluiten. Maar ze kunnen elkaar wel versterken, bijvoorbeeld in de zorg en aandacht voor de medemens.”
Als voorbeeld uit Rhenen noemde De Heer dat de gemeente aanschuift in het kerkelijk inloophuis om bezoekers te informeren over de WMO en het Centrum voor Jeugd en Gezin. Ook kunnen vrijwilligers uit de kerken betrokken worden bij de begeleiding van vluchtelingen. In een project voor alcoholpreventie en alcoholmatiging helpen zowel de voetbalvereniging als de kerken de gemeente om de jeugd te bereiken. „Ook op de catechisatie krijgen jongeren te horen dat veel alcohol drinken slecht voor je is.”
De thema-avond werd bezocht door zo’n 100 vertegenwoordigers van kerken en welzijnsorganisaties. In de groepsdiscussie met wethouder De Heer werd geconcludeerd dat, ondanks goede voorbeelden, kerken, de lokale overheid en zorginstanties elkaar vaak nog onvoldoende kennen.