„Problemen rond mobiliteit predikanten niet op te lossen met algemene maatregel”
Specifieke probleemsituaties rond de mobiliteit van predikanten kun je niet met algemene maatregelen oplossen. Dat vindt de Bond van Nederlandse Predikanten (BNP).
Tijdens de algemene ledenvergadering dinsdagmorgen reageerde de bond op de plannen binnen de Protestantse Kerk in Nederland om predikanten die langer dan twaalf jaar aan een gemeente verbonden zijn, los te maken of te laten werken aan zijn of haar mobiliteit. Het onderwerp wordt eind april behandeld tijdens de vergadering van de generale synode.
Ds. P. J. Huiser, voorzitter van de BNP, zei dat het bestuur van de bond de problematiek betreffende de doorstroming van predikanten naar een andere gemeente erkent. „Het bevorderen van mobiliteit is een goede zaak. Teveel predikanten die graag een andere gemeenten willen dienen, krijgen geen beroep.”
De voorzitter constateerde tegelijkertijd dat er veel meer problemen spelen dan alleen de mobiliteit van de predikanten. Hij noemde de financiële moeilijkheden door teruglopende inkomsten. „De druk die hiervan het gevolg is, werkt door in de roep om grotere mobiliteit van predikanten. Wanneer een predikant weg moet om financiële redenen is dat niet beschadigend, maar als hij of zij weg moet vanwege het „niet meer inspirerend zijn”, is het risico op beschadiging en niet meer aan de bak komen, veel groter. Het gevaar bestaat dat er een groep predikanten ontstaat die nergens meer aan de bak komt en ten laste komt van de wachtgelden.”
Het bestuur van de BNP is zich ervan bewust dat een aantal predikanten te lang aan een gemeente verbonden is. Het is echter onjuist om een algemene maatregel te treffen om een aantal specifieke probleemsituaties op te lossen, vindt de bond. Het bestuur stelt voor om de problemen zo helder mogelijk in kaart te brengen en de financiële kwesties van de andere te scheiden.
Ds. Huiser wees erop dat eventuele maatregelen aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de rechtspositie van predikanten. „Kunnen zij bijvoorbeeld bij een bank nog hypotheek krijgen als zij geen aanstelling voor onbepaalde tijd meer hebben? Of geeft de landelijke kerk die aanstelling voor onbepaalde tijd?”
Er zijn volgens ds. Huiser ook ambtsinhoudelijke vragen. „Wat betekent ”predikant zijn voor het leven” maar niet verbonden zijn aan een gemeente? Ontwikkelt het predikantschap zich in de richting van een algemeen predikantschap verbonden aan de kerk als geheel?”
Volgens de bond zou het gesprek over het predikantschap over veel meer moeten gaan dan alleen over mobiliteit, waarop nu zo sterk gefocust wordt. „De kerk in verandering en het predikantschap in verandering gaan over meer dan het wisselen van standplaats. Laten we het gesprek breder voeren.”
De leden konden zich goed vinden in dit standpunt. Een aanwezige predikant wees erop dat een termijn van acht jaar als ijkmoment bij het in een gemeente staan van een predikant erg kort is. Studies hebben juist uitgewezen dat een termijn van tien jaar wenselijk is om aan verandering te gaan werken, zei hij. Hij vroeg zich ook af wat er met een al eerder uitgebracht rapport over doorstroming in de kerk gebeurd is.
Er was niet genoeg tijd voor alle predikanten om te reageren. De voorzitter vroeg om reacties per mail. Deze worden meegenomen tijdens overleg met synodeleden op maandag 11 april.