Gedwongen
Lukas 23:26
„En als zij Hem wegleidden, namen zij enen Simon van Cyréne, komende van den akker, en legden hem het kruis op, dat hij het achter Jezus droeg.”
Simon ontmoette de Zaligmaker met de soldaten op weg naar de strafplaats Golgotha. De soldaten hielden hem aan en legden hem volgens Lukas het kruis op, zodat hij het achter Jezus droeg. Mattheüs en Markus schrijven dat de krijgsknechten Simon van Cyréne dwongen om het kruis van de Heiland te dragen.
De krijgsknechten, zo weten wij, waren gewoonlijk baldadige mensen, zeer bruut en onbescheiden. Zij dwongen Simon van Cyréne dat hij het kruis van de Heiland achter Hem droeg. Hier zien wij dat Simon eerst niet gewillig was. Hij werd er met geweld toe gedwongen.
Jezus was door de zwakheid van Zijn lichaam en de geleden mishandelingen zeer afgemat en zal het zware kruis op Zijn schouders niet langer hebben kunnen dragen. Zo vermoeid was Hij dat Hij ieder ogenblik onder deze zware last leek te bezwijken. De krijgsknechten konden Hem niet langer vooruit krijgen en vreesden dat Hij al zijn krachten zou verliezen. Zo namen zij daarom het kruis van Zijn schouders, haalden het uit Zijn handen en van Zijn armen en legden het op Simon van Cyréne. Daardoor werd de Heiland wel een weinig verlicht en kon Hij wat adem halen. Dit echter tot geen ander doel dan om Zijn krachten weer tot een veel groter, zwaarder en smartelijker lijden te verzamelen.
Theodorus van der Groe, predikant te Kralingen
(”Predicatiën over het lijden van onze Heere Jezus Christus”, 1842)