Ex-moslima: Begin bij evangeliseren onder moslims over het Woord
Begin tijdens het evangeliseren onder moslims snel over het Woord van God en blijf de waarheid van God uitdragen, adviseert een Turks-Nederlandse leidster van een workshop bij de stichting Evangelie & Moslims.
De organisatie hield zaterdag de zogeheten Naïma-vrouwendag, in de Kandelaarkerk te Amersfoort. De bijeenkomst trok ongeveer 140 vrouwen.
De workshop ”Kom, passie voor de moslima!” werd geleid door Yüksel en Sabahat, ook van Turkse afkomst, die beide van de islam zijn overgegaan tot het christendom. De twee, die voor de gelegenheid een hoofddoek om hun hoofd hadden geknoopt, deden alsof ze moslima’s waren en gaven de bezoekers de gelegenheid op hen in te praten.
Deze begonnen niet direct over het Evangelie. Yüksel was er niet erg gelukkig mee. „Ik voel dat er goed voor me wordt gezorgd maar ik heb het Evangelie niet gehoord. Begin daarover en blijf de waarheid van God proclameren, ook al komt het op dat moment niet over. Het Woord van God zal niet leeg terugkeren.”
Vervolgens wees ze op een aantal momenten dat het Evangelie tijdens het gesprek ter sprake had kunnen komen. Een daarvan was toen de moslima, na een vraag, vertelde over haar kinderen en gezin. De workshopdeelneemster had daarop kunnen ingaan en kunnen doorgaan over het geloof. Een ander moment was na een voorstel voor een bezoek aan de speeltuin. Toen de ‘moslima’s’ positief reageerden, was dat een goed vertrekpunt om over het christelijk geloof te beginnen. Yüksel: „Spring erin, we missen zoveel kansen.”
’s Morgens vertelde Sabahat over haar eigen bekering. In al die jaren dat ze in het asielzoekerscentrum vertoefde, had niemand het met haar over Jezus. „Asielzoekers hebben hoop en liefde nodig. Niemand vertelde ons over de hoop die Jezus geeft.” Pas toen ze in een naaiatelier werkte, kwam ze in aanraking met een christenmeisje. Dat vertelde haar over Jezus. Toen de moslima de naam van Jezus hoorde, werd ze boos. Dat bleef een halfjaar zo. Naderhand wilde ze alles over de Bijbel weten, maar niet over Jezus. „God heeft me toen door een wonder laten zien dat Jezus de Zoon van God is.”
Sara –nu christen, vroeger moslima– vertelde over de gevoelens van hopeloosheid die asielzoekers kunnen hebben. Ze voelde zich uit haar vaderland Iran losgescheurd. In het asielzoekerscentrum werd ze seksueel misbruikt. Het leven betekende zo weinig meer voor haar dat ze naar eigen zeggen zat te wachten op haar dood. Toen zag ze een uitnodiging voor een filmavond en ging ze erheen. Het bleek een film over het leven van Jezus te zijn.
Op het moment dat Jezus riep: „Komt tot Mij allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven” voelde ze zich warm worden en begon ze te huilen tot aan het einde van de film. Aan het slot ervan kwam een christelijke jongeman naar haar toe, die haar later een Bijbel bracht en met haar bad. Tot die tijd had ze geen christen ontmoet. „Hij was de engel van mijn leven. Omdat hij medelijden had en niet bang was, is het Evangelie bij mij gekomen en heb ik weer andere mensen kunnen helpen.”
Sara erkende dat het werk onder vluchtelingen niet zonder teleurstellingen is. „God grijpt in in levens van mensen, omdat er waarden verloren zijn gegaan. Als we zien dat de waarheid in het bestaan van de vluchtelingen verloren gegaan is, kunnen we de juiste hulp bieden en raken we niet ontmoedigd. Wanneer we teleurstellingen tegenkomen, moeten we ons afvagen wat de Heere ons daardoor wil leren. Dat helpt ons om het medelijden vast te houden.”
De hulp kan soms betekenen dat je iets van vluchtelingen vraagt, zei Sara. „Als je mensen vraagt om dingen te doen, zie je hun gebrek aan zelfvertrouwen, hun bitterheid. Als je die nood ziet, krijg je medelijden. Als de ander dat voelt, kan er iets veranderen.”