Bruidegom
Efeze 5:25b
„Gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft en Zichzelf voor haar heeft overgegeven.”
Christus heeft gevast, Christus heeft gebeden en is door Zijn Vader verhoord. Hij heeft doden opgewekt, boze geesten uitgedreven en zieken genezen; Hij is gestorven, opgestaan uit de dood en ten hemel gevaren.
Dat alles is evenzo toepasselijk op de christen. Hij heeft dat alles óók gedaan, want de werken van Christus zijn ook zijn werken. Door Hem heeft hij ze volbracht. In waarheid kan men dan ook zeggen dat de christen is gekruisigd, begraven, weder opgestaan, ten hemel gevaren, tot een kind Gods verkoren, en deelgenoot is geworden van de goddelijke natuur.
Maar anderzijds zijn alle werken van de christen werken van Christus, Die ze als zódanig ook wil aanmerken, daar die werken onvolmaakt zijn. Hij kan als de volmaakt Heilige dat niet gedogen, daarom reinigt Hij die door Zijn kracht volkomen, opdat Zijn bruid altijd vrolijk en tevreden is en niets te vrezen heeft.
Hoe gebrekkig haar werken ook zijn mogen, toch zijn ze voor God aangenaam om wille van Zijn Zoon, op Wie voortdurend Zijn oog rust. O, onuitsprekelijke goedheid Gods! Hoeveel dank is de christen aan God niet schuldig! Geen menselijke liefde is te vergelijken met de liefde Gods, als Bruidegom van de ziel van iedere gelovige christen. Paulus zegt: dat Christus de gemeente, –dat wil zeggen, iedere Hem tot bruid geworden ziel– lief heeft gehad en Zich voor haar heeft overgegeven (Efeze 5:25vv).
Benedetto Fontanini, reformator te Mantua
(”De weldaad van Christus”, 1543)