Grote zegeningen
Genesis 22:18a
„En in uw zaad zullen gezegend worden al de volken der aarde.”
God heeft beloofd aan Abraham alle volken van de aarde in zijn zaad te zullen zegenen (Genesis 22:18). Ieder voor zich had anders die verschrikkelijke slang de kop moeten vermorzelen en zichzelf zo moeten bevrijden van de vloek. Maar dit zou te zwaar geweest zijn, ja alle krachten van de wereld tezamen genomen zouden dit niet gekund hebben. Daarom heeft onze God en barmhartige Vader, uit medelijden met onze diepe ellende, ons Zijn eniggeboren Zoon geschonken, Die ons verlost van het gif van de slang, en Die ons tot zegen en tot rechtvaardiging geworden is, opdat wij ons slechts op Hem zouden verlaten en van alle gerechtigheid afstand zouden doen.
Laten wij dan, geliefde broeders, de gerechtigheid van onze Heere Jezus Christus aangrijpen, en die ons door het geloof toe-eigenen. Laten we er vast van overtuigd zijn dat wij gerechtvaardigd zijn, niet door onze werken, maar door de verdiensten van Christus. Laten blijdschap en vrede in ons overvloedig zijn, want de gerechtigheid van Christus delgt alle onze ongerechtigheden uit, en maakt ons goed, rechtvaardig en heilig in het oog van God.
Als God ons aanziet door het geloof, dat wij één geworden zijn met Zijn Zoon, dan beschouwt Hij ons niet meer als kinderen van Adam, maar als Zijn eigen kinderen, en stelt Hij ons, in gemeenschap met die rechtmatige Zoon, tot erfgenamen van Zijn heerlijkheid.
Benedetto Fontanini, reformator te Mantua (”De weldaad van Christus”, 1543)