Opinie

Laat feiten leidend zijn in debat geneeskunde

Het is van groot belang dat feiten het uitgangspunt vormen in het debat over de (on)waarde van alternatieve geneeskunde, reageert dr. R. Seldenrijk.

dr. R. Seldenrijk
22 February 2016 14:24Gewijzigd op 16 November 2020 01:38
beeld ANP
beeld ANP

Fijn dat er is gereageerd op mijn opinieartikel (RD 13-2). Op basis van juiste feiten mag ieder zijn standpunt innemen. Maar dan moeten de feiten wel kloppen. Laten we ons verre houden van conclusies op grond van emoties. Dergelijke conclusies manipuleren en verdrijven waarheid en redelijkheid.

We worden geroepen om ook wat betreft de geneeskunde betrouwbaar en onbetrouwbaar uit elkaar te houden. Dat kan alleen met concrete –ook Bijbelse– handvatten. In mijn opinieartikel gaf ik er enkele. Die handvatten zijn nodig om te voorkomen dat je kwaad noemt wat het niet is of goed wat het evenmin is. Liggen we er wakker van dat abortus en andere vormen van levensbeëindiging elke dag (!) 100 ‘reguliere’ doden vraagt?

Drs. R. J. F. van der Ven (RD 18-2) stelt dat Hahnemann (1755-1843) de grondlegger is van homeopathie. Dat is onjuist. De befaamde Griekse arts Hippokrates (460-377 v. Chr.) is de eerste met een homeopathische benadering (”De Locis, in homine”, F.IV.92-93). Hij heeft de geneeskunde bevrijd van magie. Ook de bekende Joodse arts Maimonides (1130-1204) heeft zich met homeopathie beziggehouden. Drs. R. J. F. van der Ven kent de feiten onvoldoende.

Van der Ven gaat ook uitvoerig in op mijn boek ”Duurzame en integrale geneeskunst”. Dat doet hij suggestief, veroordelend en ongegrond. Homeopathie zou slechts in twee pagina’s zijn beoordeeld. Dat is onjuist. In werkelijkheid zijn het 21 pagina’s. En waarom gaat hij voorbij aan de 55 pagina’s die gewijd zijn aan duistere machten en onderscheidingsgave, het gedeelte waarop de beoordeling van homeopathie rust? En waarom verzwijgt hij pagina 457? Daar blijkt dat Van der Ven in zijn boek ”Van kwaal tot erger?” woorden van Hahnemann bewust verdraait. Zo kan hij tegen Hahnemann ageren. Is dat een geoorloofde, onbevangen en eerlijke gedragslijn?

Wetenschap

Wij mensen vormen vaak onze mening en zoeken dan de feiten die deze mening ondersteunen. Maar klopt het dat reguliere geneeskunde is bewezen en complementaire geneeskunst niet? Onze overheid stelt dit zonder onderbouwing; de Amerikaanse heeft het uitgezocht.

De zogenoemde Cochranestudies (meta-analyses) dienen als ijkpunt voor medisch wetenschappelijk bewijs. Uit een vergelijkende analyse van Cochranestudies naar reguliere behandeling blijkt dat 41,3 procent (mogelijk) effectief is en 20 procent geen effect heeft. Voor de complementaire is dat 38,4 procent en 4,3 procent. Een belangrijker verschil is de schadelijkheid: reguliere geneeskunde is in 8,1 procent bewezen schadelijk en de complementaire slechts in 0,69 procent. Met andere woorden: als complementaire middelen niet werken, werken reguliere ook niet.

Volgens De Jong en De Kruijf zou homeopathie een placebowerking hebben. Dat is echter nog maar de vraag. Uit een vergelijking van 110 homeopatische en 110 reguliere klinische studies blijkt er geen verschil in effect. Er zijn zelfs 21 goede homeopathische studies tegenover 9 goede reguliere studies. Epidemioloog prof. dr. J. P. Vandenbroucke voorspelde deze positieve uitkomst al (The Lancet 1998; Gezondheidsraad­lezing 1999).

Tegenstanders van homeopathie beroepen zich op de slechte kwaliteit van homeopathisch onderzoek. Prof. dr. M. Egger en collega’s voerden een vergelijkend onderzoek uit. Zijn conclusie was: „Zwak bewijs voor homeopathie, sterk bewijs voor reguliere geneeskunde.” Deze fervente tegenstander van homeopathie nam echter zijn toevlucht tot bedrog. De vergelijking was gebaseerd op geheime selecties (”cherry picking”) uit onderzoeken. De selecties waren onvergelijkbaar en dubieus. Later gaf Egger dit bedrog toe (The Lancet, 7 december 2005).

Negatieve conclusies van latere analyses van homeopathie zijn allemaal eveneens gebaseerd op dubieuze selecties. De enige wetenschappelijk verantwoorde conclusie kan zijn: homeopathie is even effectief als reguliere geneeskunde. De kwaliteit van homeopathisch onderzoek is zelfs beter en de methode veiliger.

Hoe zit het dan met het onderzoek van de verguisde Franse immunoloog prof dr. Jacques Benveniste? Een team onderzoekers onder leiding van de Engelse sceptica prof. dr. Madeleine Ennis moest in 2001 Benvenistes bevindingen over het ‘geheugen’ van water toegeven! Ook Nobelprijsgeleerde prof. dr. Luc Montagnier blijft erbij dat het ‘geheugen’ van water een realiteit is. Waarom beperkt De Jong zich niet tot wat er in het bekritiseerde opinieartikel stond?

Apotheker drs. G. H. de Kruijf wijst terecht op het machinaal verdunnen en schudden van homeopathische middelen. Hij hecht weinig waarde aan die handelingen. Feit is echter dat het leidt tot een ervaren versterking van de genezende werking. Iets wat we nog niet kunnen verklaren (evenmin als we alles in het universum kunnen verklaren, hoewel we toch elke nieuwe ster accepteren). Hier valt verder niets magisch aan te ontdekken.

De Kruijf spreekt verder zijn zorg uit dat we als gereformeerde gezindte in mijn spoor wat betreft homeopathie nu meegaan in de vaart der alternatieve volkeren. Nee dus! Ik vind het bedenkelijk dat hij mij dit ten onrechte aanwrijft. Het gaat om ‘pluis’ en ‘niet-pluis’. Ik vraag uitsluitend een evenwichtige en kritische oordeelsvorming op basis van feiten. Of apotheker De Kruijf dat doet, weet ik niet, Of hij, gezien zijn ‘snelle’ opmerkingen over homeopathie, de actuele literatuur kent, betwijfel ik. Bovendien, hij verdient er weinig aan…

Gezondheid

De kruisvaarders van reguliere geneeskunde gaan prat op wetenschappelijkheid. Wat niet regulier is, bestempelen ze al snel tot placebo of kwakzalverij. Ze hechten nog sterk aan het heersende biochemische model, dat wordt gesteund door de farmaceutische industrie. Maar het leven is meer. Helaas ontbreekt het aan historische kennis van de geneeskunst, een uitgebalanceerde wetenschappelijke houding, en begrip voor de arts-patiëntrelatie. Om levensbreed (!) toepasbare ‘alternatieve’ geneeswijzen (veel breder dan de altijd weer genoemde homeopathie) te bestempelen als een worst om stervende mensen te misleiden, is kleinerende onzin (De Jong, RD 17-2).

Gezondheid wordt tegenwoordig op een nieuwe manier gedefinieerd. Het betreft niet de afwezigheid van ziekte, maar het vermogen om je aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van je leven. Daarin staat de patiënt centraal. Bij zo’n definitie passen vragen zoals: wat vindt de patiënt belangrijk voor zijn gezondheid en wat kan hij daarvoor zelf doen? Het gaat dus meer om het bevorderen van gezondheid dan om het bestrijden van ziekte. Daarin past een andere rol van de arts. Hij is niet primair behandelaar, maar gezondheidsadviseur. Hulpverleners zijn te gast in het leven van de patiënt.

Als alle artsen –en politici, overheidsfunctionarissen en zorgverzekeraars– zich deze fundamentele denklijn eigen maken, worden geneeskunde en geneeskunst bijeengehouden. Dan behouden patiënten (om wie alles toch draait?) een pluriform therapieaanbod. Dan staan we weer in lijn met de levenbeschermende visie van Hippokrates.

De auteur is ethicus en auteur van het boek ”Duurzame en integrale geneeskunst. Ethische beoordeling vanuit een christelijke levensvisie”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer