Segers tegen imam: Islam strijdt met geloofsvrijheid
AMERSFOORT. Er bestaat geen enkel moslimland waar ex-moslims in vrijheid in Christus kunnen geloven. En er is nooit een islamitisch land geweest waar moslims en niet-moslims op gelijke wijze worden berechtigd. Dat stelde CU-fractieleider Segers maandagavond tijdens een debatavond over de bedreigde kerk in het Midden-Oosten.
„Ben je eigenlijk niet te soft?” vraagt debatleider Andries Knevel aan de Amsterdamse jongerenimam Yassin Elforkani aan het eind van de avond die door de GZB (Geformeerde Zendingsbond) in Protestantse Kerk in Nederland in samenwerking met Stichting Evangelie & Moslim wordt georganiseerd. Debatlocatie de Bergkerk in Amersfoort puilt uit op deze eerste debatavond die de GZB organiseert. De Bond haalde maandagmiddag het aanmeldformulier van haar website, omdat die overtekend was.
Of hij soft is? Elforkani is een vredelievende moslim die uit is op dialoog en tolerantie. Maar hij is ook niet blind voor de negatieve kanten van de islam, zegt hij. „Religie is iets moois, maar kan ook iets engs worden wanneer mensen zich superieur voelen en denken de waarheid in pacht te hebben. Als barbaren de boventoon voeren, komt mijn geloof in de barmhartige islam in een grote crisis.”
Moslimterrorisme
Zijn gesprekspartner, CU-leider Segers, ziet in de Amsterdamse jongerenimam een maatschappelijke medestander. „Ik prijs jouw eerlijkheid wanneer je zegt dat de huidige problemen van het moslimterrorisme met de islam te maken hebben. Jouw andere interpretatie van de islam is een teken van hoop.
Toch is het probleem groter dan je suggereert. Er is nooit een islamitisch land geweest waar een volledige gelijkberechtiging van moslim en niet-moslim gerealiseerd werd.”
Gespleten
De crux van het debat zit uiteindelijk in deze woorden van Segers: „Ik geloof voluit in het Evangelie én houd de tolerantie vast. Het Evangelie zegt: je moet je naaste liefhebben, zelfs als hij je vijand is. Tegelijkertijd heb ik als politicus een gespleten verantwoordelijkheid. Ik heb moslims lief, maar ik heb ook een politieke verantwoordelijkheid over de vraag hoe we om moeten gaan met radicale moslims.”
Elforkani beroept zich op een passage in de Koran: ga op een goede manier in gesprek met mensen van het Boek. „Er zijn genoeg prikkels in de Koran die je stimuleren die weg te zoeken. Ik begrijpt dat mensen angstig zijn voor de islam. Maar nu dreigen we iedere moslim als radicaal te zien. We moeten vechten voor een hervorming van de islam waarin geen enkele barbaarse interpretatie een plaats mag hebben.”
Cees Rentier, directeur van Stichting Evangelie & Moslims, constateert dat de verhouding tussen moslims en christenen in ons land beter is dan in de omringende landen. „Er is in Nederland veel meer openheid dan twintig jaar geleden. Laten we als christenen in plaats van óver moslims mét moslims spreken. Dan weten we ook wat ze nu eigenlijk geloven.”
Paradijs
„Ben je zeker van je zaligheid?” vraagt Knevel aan de imam. Die vraag landt niet. „Ik bedoel: dat je naar het paradijs gaat?” probeert de debatleider nog eens.
Elforkani: „Ik ben daar niet zeker van, zelfs de profeet Mohammed wist dat niet. Ik weet wel dat je een goed mens moet zijn, dat is essentieel in mijn geloofsovertuiging. De islam zit dicht bij de natuurlijke instincten van de mens.”
De Iraanse vluchteling Sarmad Alanbary bekeerde zich als moslim tot het christendom. Hij heeft wel een duidelijk antwoord op de vraag. „Eerst dacht ik als moslim: ik houd van God. Later wist ik als christen: God houdt van mij.”