Stellendam herdenkt watersnood 1953
STELLENDAM. „Waarom vind je dit eng? Ik heb je vast”, zegt een moeder die haar dochter in de loeiende storm vooruittrekt. Ze lopen naar het gedenkteken dat ook bestaat uit een moeder die –zelf angstig achteromkijkend– haar dochter meetrekt. Achtervolgd door een hoge golf.
Die golven sloegen verraderlijk toe tijdens de watersnood, maandag 63 jaar geleden. Het kostte 69 mensen op westelijk Goeree-Overflakkee het leven. Vele honderden Stellendammers herdachten het gisteravond bij het monument aan de Brielsestraat.
„Hier was het erger dan bij ons”, zegt een echtpaar dat 47 jaar in Stellendam woont, maar de vloed in Sommelsdijk meemaakte. Man en vrouw waren destijds allebei zes jaar. „Het water kwam met een omweg, geleidelijk, vanuit de richting Nieuwe-Tonge.”
In de Stellendamse kerken is de ramp zondag weer aangehaald. „In de voorbede en met een minuut stilte.” Nu is er de jaarlijkse stille tocht, gevolgd door de jaarlijkse herdenking, op de avond van die eerste februari.
„Het was zo heftig dat niemand het ooit mag vergeten”, zegt wethouder A. J. van der Vlugt. De samenleving was verslagen. „Voor velen was het na 1 februari 1953 niet meer zoals ervoor. We tonen respect voor de helden en hulpverleners.” Sommigen overleefden het niet.
Nu staan de Stellendammers hier, bij het monument van de angstige moeder, haar angstige kind, de onheilspellend opkrullende golf. En de wethouder spreekt over „pijn en verdriet in hun hart die nooit meer wegging”, over de samenleving die moedig weer werd opgebouwd, over een bevolking die hard werkt zonder te klagen, al wist dat de geleden verliezen niet uit het geheugen weg.
Er klinkt een hoornsignaal. Van der Vlugt en zijn vrouw plaatsen een krans. Even is het monument in het duister gehuld. Duister als in de rampnacht, toen de wind ook loeide, veel harder dan nu.
Basisschoolleerlingen dragen een zelfgeschreven gedicht voor. „Het water viel de huizen binnen, de mens kon het niet winnen”, zegt Mercedes. „Ieder jaar denken we aan de nacht die niemand had verwacht”, leest Marilene.
Padvinders reiken kransen aan. Dijkgraaf Geluk en heemraad Robijn stappen naar voren, en vertegenwoordigers van de Oranjevereniging en van de kerken.
Dan klinken de namen. Negenenzestig namen, en negenenzestig leeftijden. Vijf maanden… 86 jaar… Hele gezinnen soms. Grijze hoofden buigen zich als het drama wordt verwoord.
Er volgt een minuut stilte, er klinkt een hoornsignaal. Dan defileren de Stellendammers in een lange rij tussen de erehaag van padvinders door, langs en om het monument, terwijl de storm door de boomtoppen druist.
„Ik sta hier elk jaar weer met veel gedachten”, zegt voormalig SGP-raadslid T. Human. „Onze knecht, die ons had gewaarschuwd, is tijdens de vlucht omgekomen. Mét zijn vrouw en drie kinderen. Wij werden gespaard.”