Messiasbelijdende voorganger bidt elke avond voor orthodoxe Joden
APELDOORN. „We leren onze kinderen om iedere avond voor onze tegenstanders te bidden. Het is ons grote verlangen dat de ultraorthodoxe Joden zich bekeren tot de Messias.”
Dat zei Yoyakim Figueras dinsdagavond in scholengemeenschap De Heemgaard in Apeldoorn. De ouderling van de Chasdey Yeshua-gemeente in het Israëlische Arad is deze week op uitnodiging van de Stichting Steun Messiasbelijdende Joden in Nederland. Maandagavond sprak hij in Alkmaar. Vanavond en morgenavond voert hij het woord in respectievelijk Valburg en Ederveen.
Uitschelden
De Messiaanse gemeente in Arad in het zuiden van Israël kwam in het nieuws toen zij werd belaagd door ultraorthodoxe Joden die de gemeente weg wilden hebben. De hetze duurde in totaal acht jaar, van 2004 tot 2012.
Figueras laat deze avond beelden zien van een grote demonstratie van deze groep. Zij wachtten gemeenteleden op bij de poort van het huis waarin ze samenkwamen, om ze uit te schelden. Er is ook een foto bij van ultraorthodoxe Joden die hun vingers in hun oren stopten om geen antwoorden te hoeven horen.
„We hebben eronder geleden”, zegt Figueras nu. Toch zegt hij niet de schijn te willen wekken dat hij negatieve gevoelens ten opzichte van (ultra)orthodoxe Joden wil oproepen. „God heeft ons vergeving geleerd. Hij heeft ons laten zien hoe slecht we zelf zijn. De duivel wil dat we hetzelfde terugdoen. Maar God maakte ons duidelijk dat we bij een ander koninkrijk horen: het Koninkrijk van God.”
Glimp
De ouderling vertelt dat hij zijn kinderen heeft geleerd om iedere avond voor de ultraorthodoxe Joden te bidden. „Het is ons grote verlangen dat ze zich bekeren tot de Messias Jezus. De manier waarop wij hen bejegenen is misschien de enige glimp die ze opvangen van het Evangelie. Gods hart is vol barmhartigheid voor het volk dat Hij heeft uitverkoren. Als God hen liefheeft, zouden wij hen dan niet liefhebben?”
Figueras ziet het aantal Messiaanse Joden in Israël, dat hij nu op ongeveer 15.000 schat, langzaam toenemen. Hij vertelt over conferenties van Messiaanse soldaten tijdens de jaren negentig van de vorige eeuw. Toen ging het om weinigen, nu betreft het honderden militairen.
Opvallend vindt hij ook de toenemende steun van christelijke Arabieren aan Israël en het dienen van hun jongeren in het Israëlische leger.
Bedoeïen
Zijn gemeente is de laatste jaren meer naar buiten getreden, stelt de ouderling. In de eerste plaats letterlijk, toen men geen plaats meer kon vinden om te vergaderen en de bijeenkomsten in de openlucht werden gehouden. Die tijd is overigens voorbij.
Maar ook in overdrachtelijke zin kijkt de gemeente nu meer om zich heen. De gemeente evangeliseert onder bedoeïenen in de omgeving, zoals Zohar. Hij kwam, ondanks dat hij in elkaar werd geslagen, tot geloof en geeft niet op.
De opgewekte Figueras sluit ernstig af. „Het is nu een periode van vrijheid in Arad. Maar die tijd in Arad en Israël is beperkt. Ook in Nederland en Europa wordt de vrijheid om je geloof te belijden begrensd.”