Binnenland

Lakei van prinses tot prinses

Hij wil op welke manier dan ook betrokken zijn bij de bijzetting van prinses Juliana. De hartelijke wens van voormalig lakei Willem van Schaik, die veertig jaar lang de koninklijke familie op paleis Soestdijk diende, ging gisteren in vervulling. „Ik ben uitgenodigd om bij de rouwdienst aanwezig te zijn.”

Evert Barten
25 March 2004 16:59Gewijzigd op 14 November 2020 01:04
BAARN - Voormalig lakei Van Schaik bij een foto van zijn geliefde prinses Juliana en haar man prins Bernhard. ,,Hoewel we maar lakei waren, nam ze het vaak voor ons op.'' - foto RD, Sjaak Verboom
BAARN - Voormalig lakei Van Schaik bij een foto van zijn geliefde prinses Juliana en haar man prins Bernhard. ,,Hoewel we maar lakei waren, nam ze het vaak voor ons op.'' - foto RD, Sjaak Verboom

Het liefst had hij de kist gedragen, maar deze uitnodiging is ook een grote eer, vindt Van Schaik, nu 72. Het meelopen in de rouwstoet is voor zijn zoon weggelegd. De jonge Willem van Schaik (43) dient nu als lakei op paleis Soestdijk.

In de erker van zijn Baarnse woning blikt de christelijke gereformeerde oud-lakei terug op de jaren die achter hem liggen. En op zíjn prinses, voor wie hij zo veel jaren het eten opdiende en de fietsen van haar kinderen buiten zette als ze naar school gingen. „Het was echt een lieve, zachte vrouw. Haar dood is erg, maar laat ik één ding vooral niet vergeten: God groot maken.”

Met tranen in zijn ogen vertelt de voormalig kamerdienaar dat hij na het overlijden van prinses Juliana naar paleis Soestdijk ging. Toen hem gevraagd werd wat er door hem heen ging, gebeurde er iets wonderlijks. „Ik voelde een intense vreugde. Toen besefte ik, dat ik God groot moest maken in dit verlies en dat ik moest vertellen dat er meer is na de dood. Ik hoop dat ik haar zo meteen in de eeuwige heerlijkheid mag weerzien.”

Prinses Juliana was volgens Van Schaik een vrouw zonder religieuze oogkleppen, niet bang om over kerkmuren te kijken. „Ik bewonder haar daarvoor. Zelf weet ik niet zo veel van haar geloofsleven. Slechts een enkele keer heb ik persoonlijk met haar gepraat. De rest van de contacten waren zakelijk.”

Niet alleen boeren, burgers en buitenlui merkten dat prinses Juliana dicht bij de mensen stond, ook Van Schaik nam dat als lakei vaak waar. „Als arme ziel en eenvoudig hulpje voelde en merkte ik dat ze het voor mensen zoals ik opnam. Had een lakei een waardevol voorwerp gebroken, dan kwam ze voor hem op. „Doe niet zo flauw, dat gebeurt iedereen wel eens”, zei ze dan, als de lakei straf dreigde te krijgen.”

Zelf brak Van Schaik eens een deksel van de theepot, waar ”JB” op stond, de initialen van Juliana en Bernhard. Een waardevol voorwerp, waarvan geen tweede bestaat. „Gelukkig had iemand anders al eens de suikerpot van dat servies laten vallen. Hiervan was de deksel nog heel. Wat een geluk toen ik merkte dat die deksel precies op de theepot paste.”

Juliana hield van eerlijkheid. Daarom vertelde Van Schaik zijn ongelukje met de theepot ook direct aan zijn chef. „Ze wilde weten wat er met het personeel gebeurde. Ze was bereid het voor je op te nemen, maar als je iets verzweeg was ze o zo scherp. Nee, dat was dan geen pretje.”

Via het schildersvak is Van Schaik lakei op het paleis geworden. Al op zijn vijftiende werkte hij bij een bedrijf dat het paleis van een verfje voorzag. Op een dag moest hij samen met zijn collega’s de kamers en gangen schilderen. „Ik was op de gang gezet om de plinten af te krabben. Mijn baas had gezegd dat ik me moest terugtrekken als de deur een eind verderop open zou gaan. Koningin Wilhelmina zat namelijk in die kamer.”

De jonge Van Schaik was druk bezig, toen de deur open ging. Hij keek, maar de vrouw die de kamer uit kwam, kon volgens hem de koningin niet zijn. „Ze zag er zo normaal uit met eenvoudige kleren aan. Geen kroon op haar hoofd, geen lang gewaad aan. Ik bleef dus op mijn plek. Toen ze naar me toe kwam en tegen me begon te praten, wist ik het: dit was wel degelijk de koningin. Ik herkende haar stem van de radio.”

Waarom weet Van Schaik nog niet, maar niet veel later kwam het verzoek van het paleis of de toen vijftienjarige Willem voor proef lakei wilde worden. „Nou, die proef heeft veertig jaar geduurd. Ik heb Juliana van prinses tot prinses meegemaakt. In mei 1947 kwam ik op het paleis, waarna Juliana koningin werd. En ik heb haar aftreden ook als lakei meegemaakt. Toen werd ze van koningin weer prinses.”

Als Van Schaik klaar was met zijn werk en naar huis fietste, was hij alles wat er die dag gebeurd was, ’vergeten’. „Ik vertelde nooit dingen die ik op het paleis hoorde en zag. Toen ik op een dag thuis kwam, vertelde mijn vrouw in geuren en kleuren dat Juliana zwanger was. „Wist je dat niet?” vroeg ze. Natuurlijk wist ik dat allang, maar zoiets vertel je niet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer