Inhoudsvol boek over John Newton de brievenschrijver
”Newton on the Christian Life” is het zoveelste boek over John Newton. Maar Tony Reinke schrijft op zo’n manier dat hij echt iets toevoegt en je zin krijgt om Newton zelf te gaan lezen.
Over John Newton (1725-1807), de ex-slavenhandelaar, predikant, ”founding father” van de evangelische beweging binnen de Engelse staatskerk, hymnedichter en wat hij allemaal nog meer was, zijn tientallen biografieën en studies geschreven. Nieuwe boeken over hem hebben meestal niet veel nieuws te melden. Toch is Reinke erin geslaagd een boeiende en inhoudsvolle studie aan de Newtonliteratuur toe te voegen. Ook kenners van Newton zullen dit boek waarderen.
Hij richt zich op een specifiek thema: Newton de brievenschrijver. Een gelukkige keuze, want als Newton iets was, dan was hij wel een brievenschrijver. J. I. Packer noemt hem „mogelijk de grootste pastorale brievenschrijver van alle tijden.” Newton was geen groot theoloog en zijn preken waren ook niet opzienbarend. Zijn kracht lag in zijn pastoraat per brief. Dat was hij zich ook bewust. Hij schreef aan een vriend: „Ik meende dat ik meer goed zou kunnen doen met andere bezigheden dan met mijn brieven, die ik zonder voorbereidingen schreef, en zonder de bedoeling om ze te publiceren. Maar de Heere zei tegen me: Door hen zul je het meest nuttig zijn. En ik heb geleerd om te zeggen: Uw wil geschiede, gebruik mij zoals U wilt, als ik maar nuttig mag zijn.”
Reinke heeft zich grondig ingelezen, hij citeert zelfs uit brievenbundels die in de toonaangevende studies van Aitken en Hindmarsh niet worden genoemd. Hij is erin geslaagd om een helder en evenwichtig beeld te geven van Newtons theologie en pastorale adviezen. De studie is populairwetenschappelijk, maar door de goed gekozen citaten tegelijk ook stichtelijk.
Newtons brieven hebben iets eigens. Een nuchtere, ootmoedige vroomheid, in die spontane, hartelijke toon die hem zo eigen was. Rutherford neemt in zijn brieven een duizelingwekkende hemelwaartse vlucht, Ruth Bryan schrijft diep bevindelijk. Je leest het met bewondering, maar tegelijk met het besef hen niet bij te kunnen houden. Bij Newton gaat het er wat gewoner en menselijker aan toe. Als je een brief van hem leest, heb je het gevoel dat je een brief leest van een vriend die je begrijpt. En die onderwijs en praktische raadgevingen geeft waar je echt wat mee kunt.
In de brieven komen alle mogelijke onderwerpen aan de orde. Reinke heeft er als een mozaïek een totaalbeeld van Newtons theologie van het christelijke leven uit samengesteld. Hij vat samen: „Het christelijke leven cirkelt om de algenoegzaamheid van Christus. Door de wedergeboorte door Hem opgewekt en door het geloof met Hem verenigd, wast het leven op tot de volmaaktheid als we Christus’ heerlijkheid in de Schrift zien en smaken. Op de pelgrimsreis van het christelijke leven, door de donkerste persoonlijke beproevingen en ondanks de inwonende zonde en karakterfouten, wordt Christus’ heerlijkheid gezien en genoten in voorsmaken van de eeuwige vreugde, een vaster wordende zekerheid en in een toenemende overwinning op vlees, wereld en duivel. Die overwinning is een gehoorzaamheid die zichtbaar wordt in zelfverloochening en het liefhebben van de ander en bovenal in een leven dat erop gericht is om God alleen te behagen.”
Het is opvallend dat Newton sterk vanuit Christus denkt. „Hem te kennen is de kortste omschrijving van genade, Hem beter te kennen is het beste kenmerk van genade, Hem volmaakt te kennen is het eeuwige leven.” Genade is geen bezit maar een voortdurend blijven in de gemeenschap met Christus. Genade is de volle, vrije toegang tot de verdiensten, de kracht en de beloften die in Christus gevonden worden.
Een ander thema dat in de brieven regelmatig aan de orde komt, is de inwonende zonde. Reinke doet Newton zeker recht door er een heel hoofdstuk aan te wijden. Een heilzame correctie op het on-Bijbels optimisme over de wedergeboren mens, dat ook de gereformeerde gezindte steeds meer infecteert. Newton schrijft: „Ik was beschaamd toen ik Hem begon te zoeken, ik ben nu nog meer beschaamd en ik verwacht het meest beschaamd te zijn als Hij straks verschijnt om mijn laatste vijand te vernietigen. Maar, o, ik mag me in Hem verblijden, in de wetenschap dat Hij Zich niet zal schamen voor mij!”
Newton klaagt, maar wordt niet klagerig; hij is ootmoedig, maar niet moedeloos: „Gode zij dank, wij zijn niet meer onder de wet, maar onder de genade.” Hij verliest het Bijbelse evenwicht niet uit het oog. De blijvende realiteit van Romeinen 7 betekent voor hem niet dat er geen vordering is in heiliging.
Reinke behandelt verder thema’s zoals evangelische eenvoudigheid, evangelische heiligmaking, geestelijke discipline, het nut van beproevingen, het overwinnen van geestelijke traagheid, de zekerheid van het geloof en de overwinning van het eigen ik.
Ik heb deze studie met veel stichting en genoegen gelezen. Je krijgt er gewoon zin in om zelf John Newton (weer) te gaan lezen. Dat is misschien wel de grootste verdienste van dit boek.