„Rechtshulp militairen op missie voldoet niet”
DEN HAAG (ANP). De rechtshulp voor militairen die in het buitenland op missie zijn, voldoet niet aan de nieuwe eisen die 1 maart ingaan. Dat blijkt uit een studie van Mette van Gestel van de Hoge School Utrecht.
Vooral de directe bijstand van een advocaat tijdens een verhoor in het buitenland is nog niet goed geregeld, concludeert ze. De Hoge Raad heeft bevolen dat dit op 1 maart wel het geval moet zijn.
Van Gestel heeft het onderzoek gedaan voor de in militaire zaken gespecialiseerde advocaat Michael Ruperti. Samen met zijn collega Geert-Jan Knoops heeft hij hierover een ‘brandbrief’ aan Defensie en het Openbaar Ministerie gestuurd.
Vanaf 1 maart hebben militairen in een missiegebied namelijk ook recht op bijstand van een advocaat bij een verhoor van de marechaussee. De procedures bij Defensie zijn daar nog niet voor aangepast, concluderen Ruperti en Knoops. En voorzieningen daarvoor zijn lastig snel, goed te regelen.
„Er zijn allerlei praktische en procedurele problemen om dit te realiseren”, leggen de advocaten uit. „Een advocaat invliegen, een advocaat gedurende de hele missie aanwezig laten zijn, videoconferentie, etc. Dat is niet eenvoudig.”
Knoops en Ruperti maken zich „grote zorgen en roepen Defensie en het OM op om haast te maken met een goede regeling”. „Wanneer er geen adequate procedure is voor militaire verdachten in missiegebieden, voorzien wij dat Defensie zal overgaan tot repatriëring van de militair die een advocaat wil bij het verhoor. Dat is een schijnoplossing en militairen ervaren dit als extra straf, terwijl zij onschuldig moeten worden geacht tot het tegendeel bewezen is.”
Defensie vindt dat de rechtshulp voor militairen op missie, ondanks soms moeilijke omstandigheden, wel goed is geregeld. „Militairen kunnen in het missiegebied bij een verdenking altijd bellen met hun advocaat. In veel gevallen is ook video-verbinding mogelijk. Wanneer er sprake is van een ernstige verdenking, kan een militair worden gerepatrieerd. Dat is geen straf, maar geeft de verdachte juist de kans om zich in alle rust en buiten de militaire operatie om voor te bereiden op de rechtsgang.”