In populaire boeken over geestelijke groei gaat een wissel om
Er lijkt sprake van een trend dat steeds meer evangelische schrijvers ook de reformatorische achterban weten te boeien. De boeken van Stormie Omartian en John Ortberg zijn daar exponenten van.
Hoewel beide namen de gemiddelde RD-lezer wellicht niet heel veel zullen zeggen, zijn ze zeer bekend in evangelische kring. Stormie Omartian, een Amerikaanse spreekster en schrijver, heeft veel boeken op haar naam staan, waarvan er diverse in het Nederlands vertaald zijn. Datzelfde geldt van de boeken van Ortberg, die al even enthousiast in Nederland worden ontvangen en vertaald. John Ortberg is predikant in Amerika en een veelschrijver. De boeken van Omartian en Ortberg veroveren een groot en breed lezerspubliek.
Beide boeken liggen dus goed in de markt. Daar is best wat bij voor te stellen.
In de eerste plaats verkopen boeken die het thema geestelijke groei of discipelschap aansnijden sowieso goed. Een tweede reden waarom deze boeken velen aanspreken, is de prettige leesbaarheid, wat versterkt wordt door de aansprekende en bij tijden humoristische voorbeelden. Wie glimlacht niet bij de opmerking van Ortberg dat Pelagius duidelijk geen kinderen had, omdat hij de erfzonde ontkende? En de wijze waarop Omartian haar eigen geestelijke ervaringen verweeft in de tekst, spreekt aan en boeit. Kortom, wat de verpakking betreft kan gezegd worden dat beide auteurs genoeg communicatieve vaardigheden in huis hebben om het lezerspubliek te blijven boeien.
Heilige Geest
Maar het gaat uiteindelijk om de inhoud.
Het boek van Omartian beschrijft het werk van de Heilige Geest in het leven van de gelovige naar aanleiding van Romeinen 8:14. Het is een rake observatie als zij stelt dat sommige mensen een Redder dienen Die redt, maar het geschenk van de Heilige Geest verwaarlozen.
Het doel van het boek is van meet af aan duidelijk: laten zien dat een leven door de Geest vrede en vreugde meebrengt. Daarbij zoomt ze vooral in op het aspect van de „leiding door de Geest” op de diverse terreinen van het christelijk leven. Die leiding van de Geest wordt voornamelijk gevoelsmatig ingekleurd. Gelovigen „horen” de stem van God, „ervaren” de leiding van de Geest, „voelen” dat ze een bepaalde beslissing moeten nemen. Omartian maakt duidelijk hoe gevarieerd en allesomvattend de leiding van de Geest is. Ieder hoofdstuk sluit af met een gebed en een soms wat willekeurige verwijzing naar een Bijbeltekst.
Zelfontplooiing
Het boek van Ortberg is wat breder van opzet en thematiseert de geestelijke groei. De welluidende en veelzeggende ondertitel van Ortbergs boek is in het Engels ”The me I want to be”. Die ondertitel laat zien welk accent dit boek legt. Het gaat om de (weliswaar geestelijke) ontplooiing van jezelf.
Tal van zinnen zijn illustratief: „God heeft je gemaakt om jou te zijn”. „God is ieder moment van de dag bezig om jou te helpen zijn beste versie van jou te worden.” De weg van de zelfverbetering is geen optie. Het komt erop aan je open te stellen voor de Geest, Die aansluit bij onze persoonlijkheid, levensstijl, levensfase en ons temperament. Geestelijke groei is immers geen massaproductie, maar handwerk. De Geest van God stroomt door je heen als een rivier van levend water.
Gaat dat dan allemaal vanzelf? Nee, Ortberg erkent dat er belemmeringen in het geestelijk leven kunnen zijn die je verhinderen in de „flow van de Geest” te leven. Hij geeft op dit punt allerhande praktische tips om met verkeerde gedachten en verlangens af te rekenen. Want God wil een meesterwerk van mij maken.
Wissels om
Al lezend kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat er in deze boeken theologische wissels omgaan. Ik stip een aantal zaken aan.
Het zijn boeken die de geestelijke groei van een christen willen stimuleren. Op zich is dat voluit legitiem, want Bijbels. Maar de wijze waarop dat gebeurt, heeft veel weg van een therapeutisch handboek om jezelf aan te pakken en je open te stellen voor de Geest. Geestelijke groei lijkt binnen handbereik; en de Geest is altijd krachtiger dan de zonde. God wil heelheid en vrijheid geven. Maar dat de geestelijke groei van een christen ook pijn, lijden, kruisiging van de zonde meebrengt, komt nauwelijks aan de orde. Het tweede punt hangt samen met het voorgaande.
De geestelijke groei wordt in deze boeken bijna exclusief verbonden met de Persoon en het werk van de Heilige Geest. Maar geestelijke groei kan niet losgemaakt worden van de Persoon en het werk van Christus. Integendeel, geestelijke groei komt op vanuit de inlijving in en gemeenschap met Christus. Maar waar is Christus? Hij lijkt in deze boeken schuil te gaan achter de Geest. Omartian stelt dat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest even belangrijk zijn. Wie dat zegt, heeft er blijkbaar ook geen moeite mee om de Heilige Geest te behandelen als een zelfstandige God. Wie echter Romeinen 8 goed leest, ziet dat de Geest niet los verkrijgbaar is. De Geest van God is de Geest van Christus. En zegt Jezus Zelf niet dat de Heilige Geest Christus zal verheerlijken? (Johannes 16:14).
Ik heb mij verder afgevraagd of de blijvende kracht van de zonde in het leven van een gelovige niet onderschat wordt. Nu lijkt het erop dat het leven door de Geest (Romeinen 8) –is dat trouwens hetzelfde als in de „flow van de Geest” leven? (Ortberg)– losgekoppeld is van de intense strijd tussen het vlees en de Geest (Romeinen 7). En het is wel erg goedkoop als Omartian stelt dat wanneer je zondigt en blijft zondigen, dat betekent dat de Heilige Geest niet in je woont. „Het betekent dat je je niet volledig aan Hem hebt overgegeven, en niet elke dag luistert naar zijn stem.” De realiteit van de inwonende zonde wordt zo schromelijk onderschat.
Een vierde en laatste punt. Het jargon waar beide auteurs zich van bedienen, draagt het stempel van zelfontplooiing. Enkele voorbeelden uit het boek van Ortberg: „Geestelijke grootheid heeft alles te maken met zo groot zijn als je zelf kunt zijn”, „Het is mogelijk de kracht te ontvangen om de persoon te zijn die ik wil zijn”. Deze zinnen –en ze zijn met vele uit te breiden– roepen de vraag op hoe zelfontplooiing en zelfverloochening zich tot elkaar verhouden. De Bijbelse notie van zelfverloochening komt als zodanig in beide boeken niet naar voren. Van Jezus leren we echter dat wie in de dagelijkse navolging achter Hem wil komen, zijn kruis op zich dient te nemen (Markus 8:34). Over geestelijke groei gesproken… Die voltrekt zich blijkbaar onder het kruis! Zelfverloochening betekent de bereidheid hebben om jezelf op te offeren en de strijd aan te gaan. Dan gaat het niet in de eerste plaats om mij en mijn groei, maar om Hem en Zijn eer.
Zorgelijk
Voorgaande punten illustreren dat de boeken een spiritualiteit ademen die op diverse onderdelen maar moeilijk Bijbels en daarmee gereformeerd genoemd kan worden. Deze boeken bewijzen ook dat door onevenwichtig spreken over de Heilige Geest het Bijbelse evenwicht van zonde en genade, van het leven door de Geest en het leven uit Christus, uit het zicht raakt. En dat is niet alleen jammer, maar vooral zorgelijk, zeker als deze boeken gelezen worden vanuit een theologische naïviteit.
Het is duidelijk: beide boeken voorzien blijkbaar in een behoefte en worden veel gelezen. Maar het onderwerp geestelijke groei is gebaat bij een steviger, meer Bijbelse en gereformeerde inhoud, zoals bijvoorbeeld J. I. Packer die in zijn klassieke werk ”Wandelen door de Geest” biedt. En heeft de gereformeerde traditie juist op dit punt geen schatten in huis, die wellicht van het stof ontdaan en geactualiseerd moeten worden? Ik denk dan alleen nog maar aan onze eigen gereformeerde traditie (neem slechts artikel 24 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en hoofdstuk 5 van de Dordtse Leerregels), waarin juist dit thema Bijbels evenwichtig aan de orde wordt gesteld.
Boekgegevens
”Heilige Geest, leid mij. De zegen van een leven onder zijn leiding”, Stormie Omartian; uitg. Gideon, Hoornaar, 2015; ISBN 978 90 5999 036 4; 272 blz.; € 18,50; ”Meesterwerk. Gods beste versie van jou”, John Ortberg; uitg. Ark Media, Amsterdam, 2015; ISBN 978 90 3380 082 5; 304 blz.; € 19,95.