„Syncretisme is de grootste religie op Britse eilanden”
De Afghaanse bediende in de winkel van Sapna Textiles lacht. „Hoofddoekjes verkopen goed hier. Vijf pond per stuk.” De helft van de vrouwen in de immigrantenwijk in het Engelse stadje Bradford draagt er één. „Zelfs de kleine meisjes doen mee.”
De rij hoofddoekjes siert de hele breedte van de winkel. Een in het zwart geklede vrouw steekt af bij de kleurenrijkdom. Groot-Brittannië kent vooral Aziatische immigranten en die houden van heldere kleuren.
Op straat maken vrolijke kinderstemmen duidelijk dat de schooldag erop zit. Ze hollen om de rokken van hun moeders. Enkele vrouwen dragen een burka, die een nauwe spleet als doorkijk heeft. De meeste moeders houden het bij een hoofddoek. „Christenen en islamieten zijn in aantal gelijk in dit land, dus onze kleding kunnen ze ons niet meer afnemen”, zegt een moeder zelfbewust.
Hoewel de islamitische gemeenschap na de Tweede Wereldoorlog sterk is gegroeid in Groot-Brittannië, zijn ze echter nog lang niet gelijk aan de christenen. Van de bijna 60 miljoen inwoners behoort ruim 40 procent tot de Church of England. Slechts 1,1 miljoen mensen gaat echter wekelijks ter kerke in deze anglicaanse staatskerk. Daarnaast zijn er nog bijna 1 miljoen presbyterianen en 750.000 methodisten. Ook in die groepen is na 1970 de kerkgang afgenomen.
De islam komt op de Britse eilanden op 1,5 miljoen aanhangers en is daarmee de grootste religieuze minderheid. Daarnaast zijn er nog een half miljoen sikhs (met tulband) en evenveel hindoes.
In de omgeving van Bradford liggen de verhoudingen echter een beetje anders, vertelt Sher Azam, voorzitter van de raad van moskeeën. „We schatten aan de hand van de geboorteplaats dat er 85.000 islamieten zijn in het district Bradford, op een totale bevolking van 400.000. Dat percentage van 22 procent is erg hoog voor Groot-Brittannië.”
Azam woont midden in de met Aziaten bevolkte wijk van Bradford. Net als veel Britse moslims komt Azam uit Pakistan. In 1960 kwam hij naar de stad om het moederland van het Britse rijk te herstellen van de oorlogsschade. Bradford werd met zijn bloeiende textielindustrie zelfs even de rijkste stad van het land.
Azam is niet gerust op de religieuze tolerantie van de Britten. „In het begin probeerden kamerverhuurders ons soms met een bordje ”No coloureds” weg te houden. Dat werd beter na het verbod op rassendiscriminatie in 1967. Maar de wet op religieuze discriminatie gold alleen in Noord-Ierland. Een ondernemer die in een personeelsadvertentie aangaf vrouwen en moslims af te wijzen, werd alleen veroordeeld voor het eerste.”
Azam vindt het „jammer” dat de Britse staat alleen een officiële band heeft met de Church of England, waarvan koningin Elizabeth hoofd is. „Het is niet eerlijk moslims en sikhs tweederangsburgers te maken.”
Philip Lewis is adviseur interreligieuze zaken van de bisschop van Bradford. Volgens Lewis blijkt uit onderzoek dat leiders van ’nieuwe’ religies juist blij zijn met de staatskerk. „Het zijn doorgaans juist de onkerkelijke intellectuelen die de multireligieuze situatie aangrijpen om te pleiten tegen de staatskerk. Door hun officiële burgerlijke positie kunnen geestelijken bemiddelen in conflicten waar politici dat niet kunnen. Doordat anglicaanse scholen werden gefinancierd door de overheid, worden nu ook moslimscholen bekostigd. De moslims profiteren ervan dat de staat de waarde van godsdienstigheid officieel erkent.”
Azam blijft erbij dat de islam op achterstand staat. „Volgens de wet is alleen lastering van het christelijk geloof verboden. Het is niet om de anglicaanse kerk haar voorrechten te ontnemen, maar deze privileges moeten voor alle groepen gelden.”
Lewis acht het onmogelijk het lasteren van alle geloven te verbieden. „Dit heeft te maken met de historische context van de protestantse Engelse vorst. Verder is wettelijke bescherming van alle geloven innerlijk tegenstrijdig, omdat de christelijke leer van de drie-eenheid bijvoorbeeld godslasterlijk is voor moslims. Dat neemt niet weg dat moslims in het publieke leven al veel ruimte hebben die vroeger uitsluitend voor christenen was, zoals godsdienstonderricht op staatsscholen en zendtijd op radio en tv.”
Ds. Tim Mills, voorganger van de Pollard Evangelical Church in Bradford, denkt dat de publieke positie van de Church of England niet meer veel voorstelt. „Het Engelse volk is niet christelijk meer. De staatskerk is daarmee onbelangrijk. Het is daarom niet de immigratie die de speciale positie van de anglicaanse kerk onder druk zet, maar de secularisatie. Persoonlijk ben ik overigens ook tegen de staatskerk.”
De predikant van Bradford gelooft ook niet in een soort van „seculier christendom” dat in de algemene ethiek blijft voortbestaan als de kerkgang verdwijnt. „Het huwelijk zegt voor tieners en twintigers nauwelijks meer iets en ongehuwd samenwonen is heel gebruikelijk. Juist bij Aziaten komen echtscheiding en samenwonen veel minder voor. Ze hebben een sterkere familiegemeenschap, die breder is dan alleen het gezin. Ook heb ik bij hen nooit polygamie gezien.”
In het centrum van Bradford klimt een oude grijze baas met behulp van zijn wandelstok tegen de helling op. Zijn bruine blote voeten steken in sandalen, zijn benen in een dunne witte broek, op zijn hoofd staat een wit gehaakt mutsje. Hij lacht zijn bruine tanden bloot. Nee, Engels verstaat hij niet.
Even verderop loopt het echtpaar Akhtar. Het kwam nog maar twee jaar geleden als vluchteling uit Aghanistan, maar spreekt vloeiend Engels. „In het laatste jaar van mijn studie medicijnen zijn we gevlucht voor de Taliban”, zegt hij. Hij draagt een bruin suède jack, zij een grijze mantel en een blauw hoofddoekje. De wind blaast het naar achter, waardoor haar grote gouden oorringen zichtbaar worden. „We voelen ons hier veilig en we houden van de Britten”, vertelt hij. „Er zijn genoeg moskeeën om te bidden. Als de christenen hun kerk willen hebben om te bidden, is dat prima.”
Zij knikt. Ze weet van het Franse verbod op de hoofddoekjes. „Maar hier houden ze van mijn kleding.”
Sher Azam is er echter minder gerust op dat het Franse verbod op hoofddoekjes niet in Groot-Brittannië wordt overgenomen. „De aanvallen op vrouwen met hoofddoekjes nemen toe. Maar het behoort geen probleem te zijn dat vrouwen een hoofddoekje willen dragen. Franse en Britse vrouwen kleden zich ook anders dan Afrikaanse. De sikhs dragen hier tulbanden, zelfs als politieagent of buschauffeur. Als een vrouw zich veiliger voelt met een doekje, is dat goed. Laten we niemand dwingen.”
Jonathan Skinner is als evangelicaal publicist gespecialiseerd in de plurale samenleving. Hij verwacht voorlopig geen verbod op uitingen van religie. Maar dat kan veranderen, meent hij. „Overal in Europa legt men de mensenrechten zo uit dat eigenlijk alle opinies privé zijn. Hier in Groot-Brittannië zijn we weer vrijwel los van onze christelijke wortels. Sommige districtsraden spreken niet meer van Kerst, maar van midwinterfeest, en van lentefeest in plaats van Pasen. Veel jongeren houden zich bezig met hekserij. Ik schat dat we over twintig jaar weer volkomen heidens zijn. Het syncretisme is de grootste religie op de Britse eilanden.”