Steeds meer grote woorden in wetenschap
UTRECHT (ANP). Wetenschappers gebruiken steeds vaker grote woorden om hun onderzoek te beschrijven. Dat hebben Utrechtse en Amsterdamse onderzoekers ontdekt. Hun bevindingen staan in het belangrijke wetenschapsblad British Medical Journal.
De onderzoekers zochten in de archieven van de grote Engelstalige tijdschriften op 25 positieve, 25 negatieve, 25 neutrale en 100 willekeurige woorden. Tussen 1974 en 1980 kwamen positieve woorden - bijvoorbeeld innovatief, ongekend, doorbraak en verbazingwekkend - voor in ongeveer 2 procent van alle artikelen. In 2014 was dit gestegen naar 17,5 procent, bijna negen keer zo veel. Als de lijn doorgaat, is over 100 jaar elke ontdekking ‘nieuw’, zeggen de onderzoekers.
Het gebruik van negatieve woorden steeg ook, maar minder hard. Woorden als onmogelijk, onbeduidend, onbevredigend en teleurstellend worden twee keer zo vaak gebruikt als vroeger. Bij neutrale en willekeurige woorden was er geen verschil met vroeger.
Volgens psychiater Christiaan Vinkers van het UMC Utrecht laat het de cultuur in de wetenschap zien. „Wetenschappers worden afgerekend op het aantal publicaties en het belang van het blad waar die in verschijnen. Dan kunnen ze meer geld en meer status verdienen. Daarvoor moet je opvallen, je moet jezelf en je werk een beetje verkopen.” Een onderzoek dat een effect aantoont, is beter te publiceren dan een onderzoek dat niet echt iets vindt. „Dat maakt het verleidelijk om nuances weg te laten en iets te zeggen dat misschien wat overdreven is.”
Het grootste ‘buzzword’ is robuust. Vinkers: „Dat wordt gebruikt om aan te tonen dat een uitkomst niet zomaar iets is, maar dat het onderzoek echt iets betekent. Het gebruik ervan is met 15.000 procent gestegen. Ik wil best aannemen dat de wetenschap beter functioneert dan veertig jaar geleden, maar niet zo veel beter.”