Onvrede over scheiding van geloof en wereld
AMSTERDAM. Het is in de Verenigde Staten een bekend beeld van christen-zijn: het tanken van een auto. Je vult je ‘tank’ op zondag en gaat daarna op maandag de wereld in. Maar hoe? De Amerikaanse promovendus Clay Cooke wilde op dit punt helderheid krijgen.
Hoe kun je christen zijn in deze wereld? Door God lief te hebben én tegelijkertijd „je maaltijden te bereiden, je werk te doen en te serven op internet?” Met deze woorden formuleert Cooke de praktische vraagstelling die aan zijn dissertatie ten grondslag ligt. Hij doet dat aan de hand van het gedachtegoed van de kerkvader Augustinus en het (neo)calvinisme.
Dr. Cooke promoveerde deze week aan de Vrije Universiteit in Amsterdam op het proefschrift ”World-formative rest: faithful cultural discipleship in a secular age.” Met de ingewikkelde term ”World-formative rest” verwoordt hij de uitdaging om de rust (”rest”) in God te verbinden met het gestalte geven aan de roeping van een christen om deze wereld te veranderen en te vormen (”formative”). Zo krijgt het christelijk discipelschap in een seculiere tijd gestalte, zo geeft de titel van zijn proefschrift weer.
Cooke is lid van de First Presbyterian Church in Winston-Salem (North Carolina) in de Verenigde Staten, een kerk die tot een covenant van ”evangelical presbyterians” hoort. Van de Nederlandse theologen Abraham Kuyper en Herman Bavinck had hij aanvankelijk weinig gehoord. „Ik kwam voor het eerst in aanraking met het werk van Kuyper via de Amerikaanse theoloog en filosoof Richard Mouw. De uitspraak dat er geen duimbreed op deze wereld is waarvan Christus niet zegt: „Het is Mijn”, betekende voor mij een intellectuele bekering. Maar toen ik mij ging verdiepen in Augustinus, ervoer ik een spanning met het activisme zoals ik dat bij Kuyper aantrof.”
Cooke begint zijn proefschrift met een uitspraak van Bavinck: „De harmonie van het leven is verbroken.” Het is voor Cooke een eye-opener voor de alledaagse ervaring van veel christenen tegenwoordig. „Zij hebben te maken met een heilloos dualisme: een kloof tussen het menselijk verlangen naar de volheid van het leven én het geestelijk verlangen om God diepgaand te kennen.”
Cooke kon weinig met de opvatting van de bekende Amerikaanse christenfilosoof Nicholas Wolterstorff, die een sterke tegenstelling ziet tussen het discipelschap bij Augustinus en het calvinisme. Cooke: „Volgens Wolterstorff is het augustinianisme exclusief gericht op de rust in de Drie-enige God, wat zou concurreren met de geschapen werkelijkheid. Het calvinisme was daarentegen gericht om deze wereld om te vormen: God geeft vanuit dat perspectief de mens het cultureel mandaat om zijn activiteiten in deze wereld te ontplooien. Terwijl Augustinus gericht was op de Persoon van God, doelde het calvinisme op het Koninkrijk van God.”
Om deze twee standpunten met elkaar te verzoenen, vergeleek Cooke de neocalvinistische theologie van Bavinck en de neo-augustijnse theologie van James K. A. Smith, Charles Mathewes en Eric Gregory met elkaar. „Bavinck legt andere accenten dan Kuyper. De laatste legde meer de nadruk op God als de soevereine regeerder van alles, terwijl Bavinck meer geïnteresseerd was in de schepping als toneel waarin God Zichzelf in Zijn heerlijkheid openbaart. God is intensief betrokken op deze werkelijkheid.”
Van de neo-augustinianen leerde Cooke hoe liefde het doel en de motivatie van al het menselijk handelen moet zijn. „Waardevol vond ik het onderscheid van Augustinus tussen genieten en gebruiken. We mogen God én de schepping liefhebben, maar elk naar zijn eigen aard. Ik heb geleerd dat de liefde tot God en de liefde tot de schepping elkaar niet hoeven uit te sluiten.”
Discipelschap
Cooke wil met dit alles de contouren van het cultureel discipelschap verkennen. De promovendus spreekt van een „monastieke vroomheid” van de christen. „Het christelijk leven moet de gestalte aannemen van een monnik, echter niet om een geïsoleerd leven te leiden, maar om een dagelijkse geestelijke discipline te praktiseren. Zo komt de mens tot echte bloei en ontplooiing, ook in zijn culturele activiteiten.”
Hij ziet in zijn onderwerp een actuele spits voor christenen in Amerika. „Die zijn wel zichtbaar, maar hebben traditioneel te veel de nadruk gelegd op de betekenis van het geloof. Daarom heeft geloof vooral een politieke inhoud gehad en hebben evangelicalen heftige cultuuroorlogen gevoerd over abortus en homoseksualiteit. Momenteel is er in Amerika een inhaalslag gaande wat betreft de studie naar Augustinus. Dat kan corrigerend werken op het activisme van Kuyper. De kerk is in de optiek van Augustinus primair een gemeenschap van liefde, die op God is gericht en tegelijkertijd missionair naar buiten treedt.”